Het Nederlands slateeltbedrijf Galicia Greenery in West-Oekraïne ligt ver af van het strijdgewoel, maar toch wordt de oorlog aan den lijve gevoeld. Ondanks de moeilijkheden van de oorlog richt het bedrijf zich op de toekomst.
“De komende maanden zullen we wel doorkomen. Volgende winter is een stuk spannender”, vertelt Dirk Aleven, directeur van het Nederlandse FoodVentures dat in West-Oekraine in een kas van 1 ha sla teelt. Tijdens de oorlog is de energievoorziening van Galicia Greenery meermalen onder druk gekomen en werd onder andere het lokale station van de Oekraïense spoorwegen, waar de slateler zijn energie van betrekt, onder vuur genomen door de Russen.
Nog veel potentieel in Oekraïne
Hij heeft net een bericht ontvangen dat de schade aan het substation van de spoorwegen wordt hersteld met een stroomgenerator uit 1955. “Het is op het moment veel brandjes blussen”, vertelt Aleven die de aanvoer van meststoffen, verpakking en technische onderdelen voor de kas als een van de grootste uitdagingen noemt. “Deze producten moeten vaak uit het buitenland komen en zijn erg duur met een lange levertijd.”
Alhoewel de uitkomst van de oorlog uiterst onzeker is, blijft de ondernemer vooruitkijken. “Er ligt nog enorm veel potentieel in West-Oekraïne alleen al. Deze oorlog toont maar eens het belang van lokale voedselvoorziening”, vertelt de directeur die de slaproductie zou willen opvoeren met minder kapitaalintensieve productiemiddelen. “Denk bijvoorbeeld aan folietunnels. Wij hebben behoorlijk wat land beschikbaar en met folietunnels zou je in het voor- en naseizoen sla op de markt kunnen brengen.”
Westerse hulp voor Oekraïne
De Nederlander betreurt het menselijk leed dat met de oorlog gepaard gaat. De laatste maanden hebben volgens hem ook de sympathie en steun uit het Westen voor het Slavische land aangetoond. Dit zou in de wederopbouw kansen kunnen bieden voor de ontwikkeling van de glastuinbouw. “Ik twijfel er niet aan dat er na de oorlog westerse steunpakketten vrijkomen om Oekraïne weer op de been te helpen”, vertelt hij.
Sinds de val van de Sovjet-Unie in 1991 is glastuinbouw en jaarrond productie van verse groente langzaam opgekomen, maar sinds de relatie tussen Oekraïne en Rusland gespannen is na de annexatie van schiereiland De Krim, is deze ontwikkeling geheel geremd. Aleven noemt energieafhankelijkheid en de afwezigheid van betaalbaar langlopend kapitaal als belangrijkste reden voor het uitblijven van investeringen in de glastuinbouw. “Oekraïne is afhankelijk van Russisch gas, waardoor energie relatief duur is. Daarnaast is het moeilijk om onder goede (betaalbare) voorwaarden een lening aan te gaan.”
Groene energiebronnen
Leningen zouden met potentiële toekomstige, Europese kapitaalinjecties misschien opgelost worden. Aleven denkt eveneens dat de oorlog een verduurzaming van de glastuinbouwsector over de hele wereld tot gevolg heeft, omdat bedrijven op zoek moeten naar alternatieve energiebronnen. “Ook wat dat betreft zijn hier veel mogelijkheden”, vertelt Aleven.
Zelf had de ondernemer ook plannen om ‘groene’ energiebronnen aan te wenden in de komende jaren. In de buurt van het slabedrijf is een meubelfabriek in aanbouw. “Deze fabriek zou houtafval aan ons leveren voor onze palletbrander, maar door de oorlog zal de ingebruikname van de fabriek ook uitgesteld worden”, besluit Aleven.
Tekst: Jerom Rozendaal