In deze periode van het jaar steekt de discussie over de ochtenddip de kop op. In mijn optiek kun je meer fout doen dan goed, omdat er vaak een te lage temperatuur wordt gerealiseerd; de insteek van telers is om sterkere trossen te maken, maar als het te koud wordt is het tegenovergestelde vaak het resultaat.
Telers hebben de neiging om ’s ochtends (rond zon op) flink de ramen open te trekken. Ondanks dat de lampen aan staan, is het op die momenten al snel te koud in de kas. Telers gebruiken de ochtenddip om sterkere trossen te krijgen, maar doe je dat te rigoureus dan is dat niet goed voor de plant.
Opletten geblazen
Op de momenten dat het te koud wordt gedurende de ochtenddip (dus ook een lage planttemperatuur < 17°C) verlaag je de fotosynthese en de verdamping. Dat werkt dan juist vegetatief en zorgt voor een zwakkere bloemkwaliteit.
In de middag willen telers graag als generatieve sturing een hoge temperatuur (± 25°C) waardoor met een te lage ochtenddip te snel moet worden gestegen in temperatuur. Daardoor ontstaat juist weer een zwakke tros en rek. Deze werkwijze is in deze periode van het jaar aan de orde van de dag. Het zit er bij veel telers ingeslepen, maar het blijft opletten geblazen.
Advies
Het advies in de ochtend is dan ook om 17°C te realiseren, zodat de trossteel wat korter blijft maar de plant wel optimaal blijft assimileren met het groeilicht aan. Als voorwaarde kan je aanhouden dat het VD iets moet stijgen gedurende de ochtenddip, zodat de verdamping stabiel blijft of stijgt.
Als de buitentemperatuur 10°C of hoger is, mag je de klimaatcomputer instellen op 15°C. Is het buiten rond de 0°C dan moet de basislijn naar 17°C, anders wordt de ochtenddip gewoon te diep. Een aanpassing van de temperatuur, afhankelijk van de buitentemperatuur, kan hierin dus veel fouten voorkomen.
Tekst: Willem Valstar, StarGrow Consultancy.