Aangezien meerdere paprikaplanten bij Zwingrow in Honselersdijk achterbleven qua groei, besloot het bedrijf een opname-analyse te laten uitvoeren. Middels zo’n onderzoek krijgen telers een gedetailleerd beeld van de daadwerkelijke opname van meststoffen door de plant. Want volgens praktijkonderzoeker Ruud Kaarsemaker verschaffen enkel de drain- en druppelwaarden vaak onvoldoende duidelijkheid.
Het was mei toen Zwingrow de eerste symptomen zag van een ‘ontevreden’ gewas. Teeltmanager Bart van der Valk constateerde verspreid over de kas meerdere planten met een groeiachterstand. Ze gingen met hoge instraling slap en hadden bruine en soms verdikte wortels. Deze planten waren schraler, dunner en korter dan de goede planten. Het bedrijf gaat op dat moment na wat er eventueel mis kan zijn. Functioneren de installaties nog correct, is er iets mis gegaan met de mestbakschema’s of de watergeefstrategie? De teler kan er zijn vinger niet opleggen en roept de hulp in van Groen Agro Control.
Deze onderzoeksinstantie bemonstert al wekelijks de watermonsters (gift en drain) van het paprikabedrijf en adviseert na bezoek en gesprek een opname-analyse. Deze analyse wordt met terugwerkende kracht uitgevoerd om het verloop van de voedingsopname, die tot het ongelijke gewas heeft geleid, inzichtelijk te krijgen.
Voedingstoestand van het gewas
Een blik op de grafieken maakt duidelijk waar deze analyse voor staat. De lijnen tonen de berekende opname van alle hoofd- en spoorelementen per week bijgewerkt. De resultaten volgen uit de concentratie van gift en drain, het drainpercentage, de watergift en een berekende schatting van de aangemaakte drogestof op basis van de hoeveelheid licht en de gerealiseerde CO2-concentratie. In dezelfde grafiekjes staat ook een lijn van het gehalte in de mat. Door de vergelijking van gewasopname met matconcentraties en de verhouding tussen de verschillende nutriënten komt extra informatie beschikbaar over de voedingstoestand van het gewas.
Uit de waarden van Zwingrow blijkt dat al begin april de totale voedingsopname te laag was. Kaarsemaker: “Juist bij een lage opname is het van belang dat de voedingselementen in de juiste verhouding worden opgenomen. Echter, bij de paprikaplanten is in die periode het aandeel opgenomen kalium ten opzichte van andere kationen laag. Kalium is belangrijk voor het openen en sluiten van huidmondjes. Als de huidmondjes niet goed sluiten, kunnen slappe planten ontstaan. Daarnaast is kalium belangrijk voor het transport van suikers. Een tekort aan kalium kan dus leiden tot minder transport naar het wortelgestel.”
Tekort aan ijzer, borium en zink
Verder valt op dat de waarden van tenminste drie elementen duidelijk buiten de gewenste bandbreedte vallen. “De grafieken tonen vooral een tekort aan borium, ijzer en zink. Een lage opname van deze voedingsstoffen past inderdaad bij het beeld van een zwakke plant. IJzertekort leidt tot gele koppen, zinktekort geeft geelverkleuring tussen de nerven en een lage boriumopname veroorzaakt misvormde blaadjes, broze bladeren, slappe planten en een broos gewas.”
De paprikatelers zijn verrast. Deze sporenelementen waren gedurende de geteste periode naar verhouding voldoende aanwezig in de drain. En bij perfecte waarden verwacht je geen opnametekort. “Blijkbaar werden de planten niet voldoende gestimuleerd om de stoffen op te nemen”, vertelt teeltmanager Bart van der Valk. Hij verhoogt de gift daarom aanzienlijk – met de helft – en constateert wederom tot zijn verbazing dat de draincijfers hetzelfde blijven. Dat maakt duidelijk dat er toch echt wat aan de hand was. Van der Valk beaamt dan ook dat hij voortaan vanuit een ander perspectief naar de drain- en druppelcijfers zal kijken. En vanaf dit seizoen is een opname-analyse vaste prik op deze vestiging.
Combinatie van factoren
Kaarsemaker: “Natuurlijk zijn de omstandigheden voor een optimale groei complex en is een gezonde plant de optelsom van meerdere factoren. Voeding is slechts één van die factoren. We weten nog lang niet alles over de werking van alle elementen die de paprika’s behoeven, maar kunnen aan de hand van het opnamepatroon wel afwijkingen waarnemen. Op dit bedrijf heeft een combinatie van hoge plantbelasting, te lage watergift en onbalans in de voeding waarschijnlijk tot deze verschijnselen geleid. Met een tijdige optimalisatie van voeding had misschien een deel van het probleem kunnen worden voorkomen. Constante controle op de voedingsopname, daar draait het om.”
Dat besef groeit gestaag bij glasgroentebedrijven. Middels deze analysemethode kunnen zij hun gewassen strakker sturen. Resultaat: betere kwaliteit, hogere productie, vitalere plant en wie weet ook wel een besparing op meststoffen en waterlozing. Kaarsemaker merkt een groeiende vraag naar de rekentool van vooral tomaten- en paprikatelers. Zij hebben veel inzicht in hun waterstromen en kunnen dus naar hartenlust rekenen met de analysecijfers.
Flinke uitdaging
Over tomaat is al veel bekend en sinds dit jaar werkt Groen Agro Control ook meer en meer in paprika’s, een trager gewas. Hoe meer cijfers hier worden verzameld, ook van nieuwe rassen, hoe nauwkeuriger de interpretatie van de uitkomsten. Immers, alle kennis over groeifasen en plantstadia per gewastype worden meegenomen. Wat dat betreft is een opname-analyse vooral bij sierteelt een flinke uitdaging, vertelt Kaarsemaker. “We doen het onder meer bij roos en gerbera. Op die bedrijven worden vaak meerdere rassen geteeld en staan er verschillende plantleeftijden in een afdeling. Dat maakt het complex.”
Gewassen strakker sturen
De aangepaste voedingsstrategie bij Zwingrow heeft effect. De teeltmanager was bang voor eventuele blijvende schade bij de zwakkere planten, maar ook deze knappen zienderogen op. Belangrijker nog is dat er geen nieuwe gevallen bijkomen: de gezonde planten blijven gezond. Zo is de schade van de onbalans beperkt gebleven. De teler besteedt voortaan wekelijks voldoende tijd om de opname-grafieken te lezen en hoopt zo toekomstige problemen te voorkomen. Toch snapt hij best dat niet iedereen zit te springen om zo’n tool. Het kost geld en tegelijkertijd is het moeilijk aan te tonen of je wint aan opbrengst.
Ook Kaarsemaker ervaart nog weerstand. “Bedrijven houden liever vast aan de traditionele methode. Ze bemonsteren het druppelwater en de drain en bepalen de meststofgift op basis van de streefcijfers in de mat. Dat gaat goed zolang alles ‘gemiddeld’ verloopt. Dus als de plant en het wortelgestel gezond zijn en het klimaat goed. Zodra de plant om wat voor reden dan ook minder opneemt, kan er een onbalans ontstaan. Met een opname-analyse zit je er bovenop en kan je bij de minste of geringste afwijking ingrijpen. Op die manier voorkom je escalatie van problemen.”
Samenvatting
Aan de hand van een opname-analyse kunnen telers nauwkeurig berekenen wat de plant daadwerkelijk aan elementen opneemt. Daarmee kunnen zij de bemesting beter afstemmen op de plantbehoefte. De waarden van alleen druppel- en drainmonsters zijn soms niet afdoende bleek ook bij paprikabedrijf Zwingrow. De rekentool maakt de minste of geringste afwijking inzichtelijk en zet de teler op tijd aan tot actie.
Tekst: Jojanneke Rodenburg. Foto’s: Jos Bezemer en Groen Agro Control.