De puzzel om geïntegreerd te telen, wordt ook bij WaLeRo paprika’s in Bleiswijk steeds lastiger. Steeds meer middelen die goed werkten en integreerbaar waren, zijn verdwenen. Het tegengaan van ‘nieuwe’ plagen in paprika, zoals de zuidelijke groene stinkwants Nezara viridula, is een lastige opgave. Sinds een jaar of twee, drie, is er bovendien veel uitval, vermoedelijk door de schimmel Fusarium oxysporum.
De teler streeft gedurende de teelt naar een biologisch evenwicht. “Daarvoor hebben we goed integreerbare middelen nodig. De nog beschikbare middelen werken onvoldoende, zijn slechter integreerbaar of geven gewasschade. Van het selectief werkende mijtenbestrijdingsmiddel Floramite bijvoorbeeld is de toelating niet verlengd”, constateert Luc van den Bosch. Samen met zijn vader Walter en oom Ronald is hij eigenaar van het bedrijf, dat bestaat uit twee locaties van samen 14,5 ha, waar de rode paprika’s ‘Alzamora’ en ‘Margrethe’ worden geteeld. Luc is verantwoordelijk voor de teelt en het personeel.
Jaarrond biologisch
Van den Bosch is als contactpersoon gewasbescherming en plantgezondheid van de landelijke paprikacommissie goed op de hoogte van de ontwikkelingen binnen het paprika-onderzoek. Bij de ‘PPS Jaarrond biologische bestrijding’ wordt gezocht naar een oplossing voor het voorjaar als de jonge planten net in de kas staan, maar de biologische bestrijding nog niet goed op gang is.
Hij is blij met de nieuwe biologische bestrijder Trissolcus basalis tegen Nezara. Hij plaatst wel een kanttekening: “Nezara veroorzaakt al vijf jaar problemen. Pas dit jaar hebben we een biologische bestrijder en kunnen we werken aan een biologisch evenwicht.”
Van den Bosch probeert de paprikaplanten beter weerbaar te maken tegen ziekten en plagen door bacterie- en schimmelpreparaten mee te geven met het voedingswater, die een positieve werking hebben op de ontwikkeling van de wortels, zoals Serenade. “Het middel Lalstop bevat vegetatieve cellen en sporen van de Streptomycesstam en werkt tegen een groot aantal pathogenen, waaronder Fusarium. Het is jammer dat de weerbaarheid niet gemakkelijk te kwantificeren is.”
Teeltwisseling
Paprikakwekerij WaLeRo werkt al zes jaar met een vast protocol voor de teeltwisseling, wat de afgelopen jaren wel is aangepast. “Ongeacht hoe je eindigt, moet je de kas goed schoonmaken”, vindt de teler. Het protocol is deels gebaseerd op die van de paprikacommissie. Een grondige teeltwisseling vond altijd al plaats, maar daarbovenop is vanwege de problematiek met schimmel een teeltwisselprotocol ontwikkeld. “Het afgelopen jaar heeft bijna tien procent van de paprikatelers het gewas voortijdig – minimaal een maand voor de normale datum – geruimd vanwege uitval, vermoedelijk door Fusarium”, licht Van den Bosch toe.
Schone start
De teeltwisseling bij het paprikabedrijf begint met het leeghalen en goed stofzuigen. Daarna wordt de kas schoongespoten met glasreiniger Eco-Forte op basis van ammoniumbifluoride. De volgende stap is het afspuiten van de teeltgoten, om de organische resten te verwijderen. De stekers van de druppelslangen gaan 24 uur in een zuurbad om ook hier de organische plantenresten af te halen.”
“Als de kas schoon is, leggen we nieuwe steenwolmatten in de goten en zetten ze gelijk goed vol met voeding. We gebruiken al een paar jaar steenwolmatten van 10 cm in plaats van 7,5 cm hoog. We hebben dan meer speling qua watergift. De mat wordt net iets minder nat.”
Tijdens de opkweek bezoekt de teler de plantenkweker drie maal: uit interesse en om te horen of de planning nog klopt. “We laten bij de plantenkweker al Lalstop mee doseren in de hoop Fusarium voor te zijn.”
Tekst en beeld: Marleen Arkesteijn