Tijdens de Gewasbeschermingsdagen bij Vertify in het World Horti Center op 6 en 7 oktober gaven producenten van gewasbeschermingsmiddelen tekst en uitleg over hun proeven aan adviseurs en telers. Caroline van den Hoek van Syngenta was blij met de goede opkomst, die aantoont dat gewasbescherming onverminderd hoog op de agenda staat. Zij blikt terug op een proef met groene middelen tegen meeldauw in gerbera.

De proef was opgezet rond twee groene middelen: het reeds toegelaten bacteriepreparaat Taegro en een nieuw biologisch middel dat waarschijnlijk in de loop van volgend jaar op de markt zal komen. Details daarover worden nog niet verstrekt, maar op grond van de proefresultaten zal het een welkome aanvulling zijn, laat de crop advisor desgevraagd weten.
In de proefkas van Vertify zijn in vier herhalingen de volgende proefvakken neergelegd in een jonge gerberateelt:
– Onbehandeld
– 6 x behandeld met Taegro + de hulpstof Elasto G5 (interval 7 dagen)
– 6 x behandeld met het nieuwe biofungicide + de hulpstof Assist M36 (interval 7 dagen)

Infecteren en terugzetten

Van den Hoek: “Alle planten zijn bij aanvang kunstmatig geïnfecteerd met echte meeldauw. Na twee weken is de helft van de te behandelen vakken bespoten met het chemische fungicide Alibi Flora om de meeldauw de kop in te drukken. Veel telers doen dat in de praktijk ook voordat zij een schema met groene middelen gaan toepassen, omdat die vaak een tragere aanvangswerking hebben en meerdere keren op rij ingezet moeten worden om voldoende effect te sorteren. Een deel van de vakken is bewust niet voorgespoten, om te zien of het werkelijk verschil uitmaakt.”

Zes wekelijkse behandelingen

Vanaf de eerste toepassing werden de groene middelen zes keer op rij ingezet met een spuitinterval van een week. “Taegro is een bedekkingsfungicide”, licht de crop advisor toe. “Gewasdelen die met de bacteriën zijn bedekt, zijn niet meer vatbaar voor schimmelinfectie. Een goede gewasbedekking is dus essentieel. Om die reden is de hulpstof Elasto G5 toegevoegd, die zorgt voor een betere bevochtiging en bedekking. Het bevordert ook een gelijkmatige droging, waardoor er een mooie bacteriefilm achterblijft op het gewas.”
Het nieuwe biologische middel moet door het gewas worden opgenomen, waarna het de natuurlijke afweer van de plant activeert via de salicylzuur route. Om de opname door het gewas te bevorderen, is aan dit product de hulpstof Assist M36 toegevoegd.

Verrassend goede resultaten

Hoe waren de resultaten aan het einde van de proef? “Ze bevestigen onze hoge verwachtingen”, antwoordt de gewasbeschermingsspecialiste. “De onbehandelde vakken zagen wit van de meeldauw; sommige telers zeiden bij binnenkomst meteen dat ze de schimmel roken. Het aangetaste gewas stak schril af tegen het frisse groen van de behandelde planten. We zagen nauwelijks verschil in effect tussen de twee groene middelen, dus ze hebben het allebei fantastisch gedaan. Waar was voorgespoten, lag het bestrijdingsresultaat na zeven weken consequent boven de 95%, ondanks de continu hoge sporendruk vanuit de onbehandelde vakken.”

Wel of niet voorspuiten?

Zelfs de proefvakken die niet waren voorgespoten, zijn voor minstens 90% schoon gebleven. Dat is opvallend, want het zijn geen van beide curatieve middelen. “Het onderstreept de kracht van herhaling”, benadrukt Van den Hoek. “Dat is ook echt nodig om nieuwgevormde gewasdelen snel voldoende bescherming te bieden.”
Volgens de expert kan het een overweging zijn om het routinematig voorspuiten met chemische middelen te verlaten en deze methode alleen toe te passen wanneer de nood echt aan de man is. “Als je op tijd begint, kun je met preventieve groene middelen heel ver komen”, licht zij toe. “Chemische middelen zijn schaars en mag je vaak maar enkele keren per jaar inzetten. Het lijkt me verstandig om je kruit niet te snel te verschieten, want dan kan het alsnog een lastig verhaal worden.”

Tekst: Jan van Staalduinen