Onder toeziend oog van onder andere directe projectpartners, telers, onderzoekers en vertegenwoordigers van het programma Kas als Energiebron, opende staatssecretaris Martijn van Dam vanmorgen de Winterlichtkas. Daarbij prees hij niet alleen de innovatiekracht van de glastuinbouw, maar was er ook ruimte voor een knipoog. “Met deze kas hebben we jaarrond Hollandse komkommers. Het hele jaar komkommertijd dus, ideaal voor de politiek.”
De bewindsman noemde de opening van de Winterlichtkas bij Wageningen University & Research in Bleiswijk een belangrijke stap voor de meest innovatieve sector binnen zijn portefeuille. Van Dam prees zowel het ondernemerschap als de regelmatige introductie van noviteiten.
‘Consumentklaar’ product
“De glastuinbouw voelt wat de samenleving en de consument vraagt.” Hij onderbouwde die stelling met waarnemingen tijdens een recent bezoek aan Bunnik Plants, eveneens in Bleiswijk. “Duurzaam telen met CO2 vanuit Pernis, restwarmte uit de directe omgeving en een klantgerichte aanpak met de levering van een ‘consumentklaar’ product. Die dynamiek zie je in de tuinbouw meer dan in andere sectoren.”
Van ‘energieslurper’ naar CO2-neutraal
De staatssecretaris stond stil bij de uitdagingen waarvoor ook de tuinbouwsector staat: hoe kunnen we er met elkaar voor zorgen dat de schade aan het milieu niet nog verder oploopt. “Dat is een opdracht waar de Winterlichtkas al een belangrijke bijdrage aan levert.” Hij sprak het vertrouwen uit dat de sector verdere stappen kan zetten van ‘energieslurper’ naar CO2-neutraal. “De tuinbouw kan een positieve bijdrage leveren aan de milieuproblematiek. De sleutel daarvoor is samenwerking tussen bedrijfsleven, onderzoek en overheid.” Van Dam sprak afsluitend het vertrouwen uit dat ook na zijn periode als staatssecretaris de geboekte resultaten worden gecontinueerd. “De positieve effecten zijn immers aantoonbaar.”
Tekst: Roger Abbenhuis. Foto: Gerard Vlekke.