Begin oktober 2018 start bij het Delphy Improvement Centre een nieuwe proef met de projectnaam ‘De Groenste komkommer’. Dit onderzoek is een eerste stap op weg naar een duurzame, fossielvrije en rendabele jaarrondteelt van komkommers. Op de planning staan twee teelten, die de jaarrond productie kunnen invullen.
Op dit moment wordt de afdeling waar dit onderzoek plaatsvindt geschikt gemaakt voor deze teelten. Bovenin komt een belichtingsinstallatie te hangen met een combinatie van SON-T-lampen en LED toplicht. Beide systemen met een capaciteit van 70 µmol/m2/s. Tussen de plantrijen komt 75 µmol/m2/s tussenlicht te hangen. Het totale vermogen komt hiermee op 215 µmol/m2/s. De drie systemen zijn apart schakelbaar. De proefnemers hebben voor deze combinatie gekozen, omdat in de praktijk veel bedrijven eerst beginnen met SON-T-lampen in de verwachting deze installatie in de toekomst uit te breiden met LED’s. Zo sluit de proef aan op de mogelijkheid om stap voor stap naar een duurzaam energiesysteem te groeien.
Fossielvrij
In dit geval betekent fossielvrij dat er geen uitstoot van CO2 meer zal plaatsvinden. Naar verwachting is een zwaar belicht bedrijf met een warmtevoorziening met behulp van een warmtepomp een interessante optie om die doelstelling te halen. Het onderzoek moet uitwijzen of praktijkervaringen ook aansluiten op deze gedachtegang. Ondanks dat de fossielvrije teelt in de praktijk nog een lange weg te gaan heeft, tonen de komkommertelers veel belangstelling voor dit project.
Vroege oogst
Het tweede motief achter deze proef is om in de toekomst jaarrond te kunnen produceren. De eerste vruchten van deze teelt zullen op 1 november worden geoogst, in een periode dat er weinig Hollandse komkommers op de markt zijn. Daarmee zijn ze een stuk vroeger dan vruchten van de reguliere hogedraadteelt en valt de eerste productie als de onbelichte teelten zijn gestopt.
Dit project is gefinancierd door Kas als Energiebron De gewascoöperatie komkommer levert ook een bijdrage. Signify is leverancier van de belichtingsinstallatie.
Tekst: Pieternel van Velden.