Een rondwandeling over het 5 ha grote bedrijf van Gevers Planten in Asten-Heusden maakt vrolijk. Het is een bonte afwisseling van bloeiende planten in felle kleuren en pasteltinten. In de kas is het rustig. Af en toe komt er een tafel met planten voorbij, die naar de schuur gaat of terug komt. Daar heerst volop actie: oppotten, sorteren en wijder zetten van planten en het klaarmaken voor afleveren. Basis is een verregaande automatisering van de logistiek. Automatisch water geven zou daar in de toekomst mooi bij passen.

Jochem van Zoggel is productie- en teeltmanager op het bedrijf gespecialiseerd in bloeiende seizoensproducten uit stek en bijna jaarrond cyclamen. De potten variëren van steenrood tot verschillende trendy kleurtjes als paars en roze en in potmaten van 12 cm tot aan grotere potten of schalen met een plantenmengsel. “We hebben ongeveer vijftien verschillende producten op jaarbasis. Per jaar maken we een teeltplan op basis van de verkoop van voorgaande jaren en eventuele vraag van klanten. We richten ons op tuincentra, bloemistenketens en de kleinere retail in Nederland en Duitsland. Dat zijn vaak kleine afnemers met veel verschillende producten. We proberen een regionale groothandelsfunctie te vervullen en de klanten ontzorgen door ze op één plaats alles aan te bieden met de juiste stickers, barcodes en verpakking.”

Automatisering

Half april tot half mei is de piek. Het is dé grote uitdaging om de producten continu in dezelfde hoge kwaliteit te kunnen leveren.
De logistiek is verregaand geautomatiseerd. Op het moment dat de stekken zijn gestoken en ze als partij de kas in gaan, krijgen ze een naam en partijnummer. Van iedere partij is bekend hoe groot hij is en de plaats. “Je kunt de kas vergelijken met een grote kaartenbak. Wanneer de computer ‘ziet’ dat er een partij tussenuit wordt gehaald, schuift alles een plekje op. We werken niet met chips en barcodes.”
Van Zoggel denkt dat het systeem ook heel geschikt is om in de toekomst automatisch water te kunnen geven. “Wanneer een sensor in een partij planten aangeeft dat de planten vocht nodig hebben, kunnen we gericht een kraan of gietboom aanzetten.”

Alternatieve substraten

Zo ver is het nu nog niet. Van 15 mei tot 15 juli liep er een oriënterende proef met watergehaltemeting in potten met pelargoniums. Martijn den Brok, substraatspecialist bij Lentse potgrond, onderdeel van Horticoop, is contactpersoon voor Gevers Planten. Hij test er onder andere ‘veenvrij’ substraat uit, aangezien dit een wens is met name vanuit de Engelse en Duitse markt.
“We doen al tien jaar testen met alternatieve substraten. Deze hebben andere fysische eigenschappen dan veen”, geeft hij aan. Over het algemeen is het droger. Het is zoeken welk substraat het beste aansluit bij de teler. “We hebben de proef gedaan met als doel meer inzicht te krijgen in de verschillen in droog en nat substraat en de gevolgen voor de plant. De gift is geregeld op basis van de waterbehoefte van het klassieke veensubstraat.”

Meten bodemvochtigheid

Tijdens de proef is in drie potten met traditioneel en in drie potten met veenvrij substraat het watergehalte gemeten met EC5 sensoren. Deze sensoren meten de bodemvochtigheid in percentage van het volume.
In twee van de potten zitten twee sensoren: halverwege de pot op 4 cm onder de bovenrand van het substraat en net boven de vloedlijn op 2 cm van de bodem. In de derde pot zit een sensor van boven naar beneden in de pot gestoken. Deze is meer bedoeld als oriëntatie. De sensoren meten eens per twee minuten. De meetresultaten zijn gelogd met een datalogger.

Watergehalte fluctueert

René Janssen, productmanager organisch substraat bij Horticoop, houdt zich bezig met nieuwe ontwikkelingen en begeleidt de proef. Hij laat in een paar grafieken zien hoe het watergehalte fluctueert in combinatie met het doseren van de teler. Daaruit blijkt dat het vochtgehalte boven en onder in de pot fluctueert rondom de gift en opname door de plant in het klassieke substraat. “De eerste dagen na het oppotten krijgen de planten bovendoor water en zijn de giften nog niet zo hoog. Na een week krijgen ze via eb/vloed water. Dan stijgt het gehalte onder in de pot harder dan bovenin.”
Wanneer hij alleen kijkt naar het watergehalte onderin, blijkt dat de pieken in het klassieke substraat veel hoger zijn. “Het klassieke substraat neemt dus sneller water op. Aangezien daarop wordt gestuurd blijft het gehalte hierin op peil terwijl het gehalte van het veenvrije substraat langzaam afneemt gedurende deze periode. Het gevolg van het lager liggen van het watergehalte in de pot bij het veenvrije substraat is een compacter groeiende plant.”

Objectief watergeven

Bij circa 65% watergehalte ligt het Air-entry point. Boven deze lijn zit er teveel water in het substraat. De wortels krijgen dan onvoldoende zuurstof. Onder de 20% watergehalte zit het water te ‘vast’ aan het substraat en is niet meer beschikbaar voor de plant. In de proef blijkt het watergehalte in de pot te fluctueren tussen deze twee lijnen: de plant kan probleemloos water opnemen.
Uit de grafiekjes blijkt ook dat de teler na een steeds kortere interval water gaat geven naarmate het verdampend oppervlak van de planten toeneemt. “De vraag is alleen waarom de teler de ene keer pas bij 30 procent water geeft en de andere keer bij 40 procent”, is de opmerking van Janssen. En daarmee komt hij op een punt dat ook de teeltmanager interesseert: hoe doe je dat objectief? Dat wil zeggen op basis van het gemeten watergehalte in plaats van op het gevoel.

Toekomst

De teeltmanager ziet duidelijke voordelen in de nieuwe mogelijkheden door de watergehaltemeting. “Nu bepaalt één persoon op gevoel wanneer de planten water nodig hebben. Door dat op een objectieve manier te bepalen, kun je makkelijker medewerkers instrueren wat het beste moment is in combinatie met de weersverwachting.”
Door met het watergehalte te fluctueren, kun je de groei van de plant beïnvloeden. Zelf is hij een voorstander van wat droger telen. “Dan zet je de plant op minder groei. Dat is positief als je een compactere plant wilt en een snellere bloei. De markt vraagt om planten zonder remstoffen. Bovendien bevat de plant meer drogestof, wat resulteert in steviger blad en een goed houdbare plant die beter transportbestendig is.” Substraatspecialist Den Brok voegt daaraan toe: “Wanneer je droog teelt, krijg je een snellere en gelijkmatiger wateropname, waarop gemakkelijker te sturen is. Daarbij moet je de grenzen opzoeken.”
De kostprijs van de sensoren staat het uitrollen naar de praktijk nog tegen. “We zoeken naar goedkope sensoren, die net als RFID-chips in de pot kunnen worden geleverd. Wanneer deze via een draadloos netwerk met de klimaatcomputer communiceren, kunnen we ook het water geven op termijn automatiseren”, besluit Van Zoggel.

Samenvatting

Bij Gevers Planten in Asten loopt een proef met watergehaltemeting in klassiek en in veenvrij substraat. Daarbij is niet alleen inzichtelijk hoe het staat met het verloop van vochtgehalte in de twee typen, maar ook hoe je objectief kunt sturen met watergift. Voor de toekomst ziet de teler mogelijkheden in automatisch sturen van de watergift, maar dan moeten de sensoren wel goedkoper zijn.

Tekst en foto’s: Marleen Arkesteijn.

Gerelateerd