Dit jaar zit alles mee voor snijdahliateler Mark Koppert. Ziektes en uitval blijven uit en het gewas liep geen stress op door de hitte. Het topjaar volgt op een seizoen waarin alles fout ging wat maar fout kon gaan. Niet altijd met een aanwijsbare reden. “Nu we over de helft zijn, maakt angst plaats voor opluchting; vorig jaar was simpelweg een pechjaar,” zegt de teler.
En een pechjaar was het. Het jaar 2022 begon met storm Eunice in februari. Die sloeg gaten in het glasdek. De ketel moest uit, waardoor de teler het voordeel van vroege oogst misliep. De vijf dagen dat de kas ‘open stond’, waren genoeg om meeldauw te veroorzaken. Later kreeg Koppert op meerdere plekken te maken met uitval en omdat de biologische bestrijding niet aansloeg kreeg hij ook nog eens last van trips. Het werd zo erg dat de teler het seizoen vroegtijdig moest beëindigen. Over de wet van Murphy gesproken. Koppert: “Ik ben er nog steeds niet achter wat vorig jaar de uitvalsplekken veroorzaakte en waarom de biologische bestrijding niet aansloeg. Maar nu we over de helft zijn en alles goed gaat, houdt me dat niet meer zo bezig als aan het begin van het seizoen. Het enige wat ik dit jaar heb veranderd is de trips-strategie. Ik begon wat eerder met biologische bestrijding op de bodem, voordat het gewas opkomt.”
Niet bezuinigd op stoken
Dit jaar is er geen vuiltje aan de lucht. Geen trips, geen meeldauw, geen uitval. Zelfs geen problemen door de hitte. “Normaal had het gewas in de stress moeten schieten bij de aanhoudende warmte in juni, maar ook dat gebeurde niet. Een minpuntje was hooguit dat we wat later waren met de eerste oogst, door het donkere voorjaar.” Maar ook zijn collega’s die in een koude kas of buiten telen, hadden daar last van. De voorsprong van zes tot acht weken bleef dus intact. Daarvoor moest hij in februari wel flink stoken. “Daar heb ik niet op hoeven bezuinigen, want we hebben gelukkig tot eind 2025 nog een gunstig gascontract. Hopelijk is tegen die tijd de energieheffing voor de glastuinbouw weer uitgesteld. Anders moet ik stoppen met stoken en in een koude kas verder.”
Uitval blijft een raadsel
Koppert teelt 14 soorten dahlia’s, waarvan Karma Maarten Zwaan, Red Fox, Purple Fox, Black Fox en Orange Fox de belangrijkste zijn. Dezelfde soorten staan weer op dezelfde plekken, maar uitval komt dit jaar niet voor. Hoe dat komt, is Koppert een raadsel. “Ik heb de knollen vorig jaar laten onderzoeken, maar daar kwam een waslijst van ziektes uit. Elk daarvan was maar heel minimaal aanwezig. Het was dus waarschijnlijk de optelsom, niet één boosdoener. Maar waarom en hoe, daar zijn we nooit achter gekomen.”
Opleving trouwseizoen bepalend
Het aanbod van snijdahlia’s neemt met de dag toe, nu ook de niet-gestookte teelten en de buitenteelten volop in productie zijn. De klokprijzen begonnen in week 29 dan ook te dalen. “Maar eind augustus leeft het normaal gesproken weer flink op,” zegt Koppert. “Dahlia is een populaire bloem voor bruiloften, de vraag in die periode neemt elk jaar weer toe. In welke mate de prijs dan opleeft, bepaalt of we straks van een ‘gewoon goed’ of een ‘heel goed’ seizoen kunnen spreken. Volgend jaar gaan we op dezelfde voet verder.”
Tekst: Astrid Zoumpoulis-Verbraeken, beeld: Marleen Arkesteijn