Groenteveredelingsbedrijven beschikken vaak over eigen demokassen voor de ontwikkeling van nieuwe rassen. Een optie is ook om daarvoor deels gebruik te maken van erkende kennis- en onderzoeksinstellingen. Telers kunnen in Bleiswijk bijvoorbeeld alle tomatenrassen van een veredelaar zien in een demonstratieproef. Gecontroleerde introductie is daarbij het uitgangspunt, evenals een nauw contact met retailers.
Voor het vierde jaar op rij heeft veredelingsbedrijf Hazera een afdeling bij het Delphy Improvement Centre om daar haar eigen rassen te testen. Geert van der Wel, eens tomatenteler en nu alweer jaren in dienst van het veredelingsbedrijf, vertelt in een notendop wat de intentie is van deze proef.
Veel types bij elkaar
In de afdeling staat het hele spectrum van tomatenrassen naast elkaar, zoals snacktomaten, cherrytomaten, middel en grove trostomaten, losse en vleestomaten. De onbelichte teelt is geplant op 28 december, met een plantafstand van 2,5 planten per m2. Afhankelijk van het type tomaat worden extra koppen aangehouden. Rassen die goed scoren mogen het jaar daarna meelopen op teeltbedrijven, om de echte praktijk gebruikswaarde te testen.
Eerste resultaten zichtbaar
Medewerkers van het Improvement Centre verzorgen het klimaat en de gewaswerkzaamheden in deze afdeling. Bovendien meten ze de productie en het gemiddeld vruchtgewicht. Het veredelingsbedrijf doet zelf de plantbeoordeling. “Het is vooral de goede samenwerking tussen ons die klopt”, vindt Lisanne Schuddebeurs van Delphy. “Daardoor staat het gewas er heel goed bij. De telers en andere marktpartijen die hier komen, kunnen hierdoor een prima beeld krijgen van de mogelijkheden van de individuele rassen.”
Van der Wel vertelt dat de veredeling van tomaten voor de Noord-Europese markt sinds zeven jaar op de locatie in Made gebeurt. De eerste resultaten van het Nederlandse veredelingsprogramma beginnen nu zichtbaar te worden. “Dat blijkt uit de toenemende belangstelling van klanten voor de proeven in Bleiswijk.”
Uitgebreid testen
Naast een demonstratie van het assortiment doet het bedrijf vooral toetsen met nieuwe veredelingsproducten die nog onder nummer staan. Van der Wel: “Wat we hier doen is eigenlijk een verlenging van het veredelingswerk van onze vestiging in Made. Hier tellen, meten en vergelijken we.” Dat gebeurt niet alleen in deze afdeling, maar ook in proeven bij telers.
In de afdeling staan rassen voor de wereldmarkt van tomaten onder glas. Maar toch heeft ieder gebied zijn eigen kenmerken. De introductie in België wijkt daarom af van die in Nederland. Zo heeft het bedrijf nieuwe rassen staan bij de proefstations Hoogstraten en Sint-Katelijne-Waver. Daar worden door de proefstations onafhankelijke metingen gedaan aan nieuwe rassen van alle veredelingsbedrijven. Nadat een nieuw ras door de test komt volgt nog een tweede teeltronde. Een commissie beoordeelt de nieuwkomers op hun meerwaarde voor het assortiment. Pas als een ras door deze voorrondes is gekomen mogen de telers deze ook gaan telen en aanvoeren bij hun afzetorganisatie.
“Parallel daaraan hebben we dezelfde rassen uitstaan bij telers, zodat zij zelf kunnen beoordelen of ze voldoen aan hun wensen. We hebben nu een paar nummers in ons programma voor het losse 150 grams segment. Een eerste ras is inmiddels door de beoordeling gekomen en mag nu ook worden geteeld.”
Eerst afnemer zoeken
Anders dan standaard is de manier waarop het bedrijf nieuwe rassen onder de aandacht brengt. “Er is de laatste jaren veel veranderd. We zien een tendens naar meer snacktomaten, die herkenbaar en uniek in het schap liggen. De lijnen tussen producenten en afnemers zijn korter geworden”, legt hij uit. “Daarom benaderen wij zowel telers als retailers niet alleen om een ras, maar ook om een merk gecontroleerd in de markt te zetten. Smaak is heel belangrijk in het veredelingsprogramma. In onze nieuwe introducties van alle soorten tomaten, is het belang van smaak meegenomen, zonder daarvoor de productie en kwaliteit uit het oog te verliezen”, besluit Van der Wel.
Tekst en foto: Pieternel van Velden.