Al meerdere jaren kampen gerbera- en phalaenopsistelers met de ringpootoorworm, die vooral in de gerberateelt veel schade veroorzaakt aan bloemknoppen. Tot nu toe is er geen afdoende bestrijdingsmethode gevonden en heeft de exotische plaag zich gestaag verspreid over het land. Volgens teeltadviseur gerbera Martin van der Mei is het beestje op alle gerberabedrijven aanwezig. “Bestrijden is extreem lastig, maar er zijn lichtpuntjes. Een combinatie van maatregelen kan het probleem indammen.”
Voor veel gerbera- en phalaenopsistelers vormt de ringpootoorworm een hoofdpijndossier. Er zijn geen insecticiden (meer) toegelaten die een effectieve bestrijding mogelijk maken, mede vanwege de verscholen levenswijze van de exotische plaag die in 2019 voor het eerst werd gesignaleerd. In 2021 sloegen de gewascoöperaties van beide siergewassen de handen ineen om op basis van laboratorium- en praktijkonderzoek oplossingen te vinden.
Aanzienlijke opbrengstderving
“Een afdoende antwoord is tot nu toe niet gevonden, ondanks het meerjarige onderzoek door Stichting Control in Food & Flowers”, vertelt teeltconsultant Martin van der Mei, die het onderzoek en de communicatie met telers namens Flori Consult Group begeleidt. “Dat is frustrerend, want dit beestje kan tientallen procenten opbrengstderving veroorzaken. Dat is ook daadwerkelijk gebeurd. Het is extreem lastig om de oorworm tijdens het spuiten te raken. Ze verschuilen zich overdag op alle denkbare beschutte plaatsen en zijn vooral actief in het donker. Dan kruipen ze in de planten en vreten daar jonge knoppen aan, die dan geen goede bloemen meer geven.”
Overal aanwezig
Wat de gerberateelt betreft vermoedt de adviseur dat de oorworm nu op alle bedrijven aanwezig is. “De meeste telers weten dat ze er zijn, sommige denken dat ze de dans tot nu toe zijn ontsprongen”, vertelt hij. “Op een paar van die ‘schone’ bedrijven hebben we vangplaten met vanille-extract geplaatst, dat in het onderzoek als succesvolle lokstof kwam bovendrijven. Ook potjes gevuld met natgemaakt hooi zijn effectief in het aantrekken van oorwormen. In alle gevallen zijn daar vervolgens ringpootoorwormen op aangetroffen. Het zou best om beginnende populaties kunnen gaan, maar ik ken persoonlijk geen bedrijven meer waar ze niet zitten. Om die reden durf ik te stellen dat ze op alle bedrijven aanwezig zijn. Mogelijk ook op bedrijven met andere teelten. Mijn collega Marco de Groot heeft ze recentelijk in Canada gezien op een bedrijf dat leeuwenbekken teelt in de grond.”
Lichtpuntjes
Hoewel er nog geen radicale bestrijdingsmethode is gevonden, ziet Van der Mei wel enkele lichtpuntjes. Het onderzoek en persoonlijke initiatieven van telers hebben geresulteerd in verschillende maatregelen die de populaties kwetsbaarder en beter beheersbaar maken. Naast het toepassen van de al genoemde vangplaten met vanille-extract noemt de adviseur het weghalen van oude, verdorde bladeren (de zogenaamde gordijnen) als een effectieve maatregel. De oorwormen hebben daardoor minder schuilgelegenheid. De daarin aanwezige beestjes worden zo verwijderd en het gewas is daardoor opener. Zo kun je effectiever spuiten met insecten-parasitaire schimmels en aaltjes.
“Normaliter werden oude bladeren één keer per jaar aan één zijde verwijderd, nu is de planning op de meeste bedrijven om het blad twee keer per jaar rondom te verwijderen. Daarmee dun je de populatie automatisch uit, mits je zorgvuldig werkt en de bladeren met oorwormen ook echt direct uit de kas afvoert”, merkt hij op.
Nieuw: lijmvallen
Van der Mei vertelt ook dat Royal Brinkman in samenwerking met Gerbera United net een nieuwe oplossing heeft ontwikkeld, die het pakket maatregelen versterkt. Het gaat om een flexibele, met lijm bedekte schijf die boven de teeltvloer om de voeten van teeltgoten en teelttafels, water- en verwarmingsleidingen wordt geslagen. “Daarmee voorkom je dat oorwormen vanaf de grond omhoog kruipen naar het gewas. Je kunt kleine populaties die in het gewas zitten daar ook beter mee isoleren.” Men moet echter niet vergeten de kaspoten ook met lijm in te smeren of met plakfolie te bedekken.”
Productspecialist gewasbescherming Kees van Kouwenhoven van de toeleverancier bevestigt het verhaal. “De proeven zijn succesvol verlopen en het toeval wil dat we dit product deze week officieel op de markt brengen. Het weert niet alleen oorwormen, maar ook slakken en muizen. Er is al veel voorverkocht en we kunnen de Sticky disc, zoals het is gedoopt, vanaf maart/april in verschillende maten uit voorraad leveren. Het is een mooie opsteker voor telers die met oorwormen kampen. Wij raden overigens ook aan om de kasvoeten in te pakken met biosignaallint, zodat ook die route wordt geblokkeerd.”
Tekst: Jan van Staalduinen