Het beeld van de toekomstige waterstofketen in Nederland wordt steeds concreter. In oktober is de aanleg van het landelijk netwerk gestart en dit voorjaar wordt de uitrol van de regionale netwerken gepresenteerd. Die zijn belangrijk voor de glastuinbouw. “Telers kunnen een balanceerrol krijgen op lokaal niveau”, verwacht Arjen de Jong.
Tijdens de bijeenkomst over de mogelijkheden van waterstof voor de glastuinbouw op de vakbeurs HortiContact was directeur Arjen de Jong van BlueTerra Energy Experts een van de sprekers. Hij schetste het beeld dat over enkele jaren werkelijkheid kan zijn voor glastuinbouwondernemers in diverse regio’s. “Voor een glastuinbouwbedrijf zal waterstof een van de bronnen worden in de energiemix. Mogelijkheden zijn er voor energieopslag in de vorm van waterstof in een flowbatterij. Telers kunnen de elektriciteit daaruit benutten op een gunstig moment”, legt hij uit. “Anderzijds gaat de waterstof-WKK een grote rol krijgen. Daarmee kun je heel goed inspelen op de dagmarkt en zowel gaan leveren als afnemen. Dat spel kennen telers al goed.”
In 2022 schreef het adviesbureau de position paper ‘Waterstof voor de Nederlandse glastuinbouw’ in opdracht van de Topsector Tuinbouw en uitgangsmaterialen. Daarna ging het aan de slag met regionale scenario’s.
Onbalans
Voor de eerste tien jaar voorziet hij dat waterstof een van meerdere energiebronnen zal zijn in de glastuinbouw. De rol die de sector kan pakken in de waterstofketen lijkt op die ze nu heeft in het elektriciteitsnetwerk, volgens De Jong. “Er blijft sprake van netcongestie en er blijft een onbalans tussen overschotten en tekorten in het aanbod. Hier kan de sector een meerwaarde hebben.” Daarbij zal een glastuinbouwondernemer ook steeds kunnen zoeken naar de meest gunstige afnamemomenten, met de laagste tarieven.
Regionale uitrol
Zo ver als hierboven geschetst is het nog niet, maar dit jaar worden er wel weer belangrijke stappen gezet. “In april worden de onderzoeksresultaten gepresenteerd over de uitrol van regionale en lokale netwerken. Bij deze plannen zijn veel provincies en gemeenten betrokken, net als lokale partijen. Ook de glastuinbouw praat in diverse regio’s mee over de opbouw van lokale ketens”, vertelt De Jong.
Zeker in tuinbouwgebieden waar geen goede omstandigheden zijn voor geothermie en restwarmte is waterstof al goed in beeld. “Denk aan de regio Zuidoost-Nederland. Een werkgroep bereidt hier een pitch voor. Het is voor de tuinbouwbedrijven zaak om zich op de kaart te zetten als speler in zo’n waterstofnetwerk.”
Om de sector hier verder bij te ondersteunen wordt er vanuit Kas als Energiebron een ondernemersgroep opgericht voor geïnteresseerde telers. De Jong: “Het doel is het bij elkaar brengen van kennis en ideeën vanuit de sector. De groep zal ook acties voorbereiden die nodig zijn om te kunnen aanhaken bij waterstofplannen.” Hijzelf zal optreden als begeleider van deze groep.
Landelijk en regionaal netwerk
Over de rol van waterstof in de energietransitie is jarenlang gesproken en gefilosofeerd, maar nu komt de waterstofketen echt dichterbij. De aanleg van het landelijk waterstofnetwerk is afgelopen najaar gestart door Hynetwork in opdracht van het ministerie van Economische Zaken. Dit moet de vijf grote industriële regio’s in Nederland verbinden met elkaar, met het buitenland en met locaties voor waterstofopslag en import. Het netwerk wordt voor een groot deel opgebouwd met bestaande gasleidingen. Voor de regionale netwerken zal dit slechts in beperkte mate mogelijk zijn.
Om groene waterstof te produceren is groene stroom nodig en een goede electrolyzer met een hoog rendement. In Nederland liggen zonne-energie en vooral windenergie van zee voor de hand voor deze productie. Op momenten dat er meer duurzame energie gewonnen dan gebruikt kan worden moet je die opslaan. In het balanceren van de energieproductie kan waterstof net als batterijen een rol krijgen.
Tekst: Koen van Wijk