In opdracht van de Gewascoöperatie Tomaat inventariseerden en evalueerden studenten van HAS Hogeschool uit Den Bosch nieuwe detectiemethoden voor de gevreesde tomatengalmijt. Volgens Aron Boerefijn, inmiddels afgestudeerd en werkzaam bij LTO Glaskracht Nederland, zijn er diverse technieken waarmee de aanwezigheid van het plaaginsect in de kas in een eerder stadium kan worden vastgesteld.

De tomatengalmijt richt jaarlijks veel schade aan en vormt een knelpunt in de tomatenteelt. Omdat de kleine galmijten met het blote oog niet te zien zijn, wordt hun aanwezigheid pas duidelijk wanneer er schade zichtbaar is in het gewas. “Dan is het kwaad al geschied en ben je dus feitelijk te laat met bestrijden”, stelt Boerefijn nuchter vast.
Voor de Gewascoöperatie Tomaat was dit gegeven aanleiding om contact op te nemen met HAS Hogeschool. Wellicht was een aantal studenten bereid om zich te verdiepen in nieuwe detectietechnieken en hun toepassingsmogelijkheden.

Brainstormen

Boerefijn en zijn medestudenten Sasha Bakx en Roel Steijvers pakten de handschoen op. In het kader van een afstudeeropdracht kregen ze zes maanden de tijd. “In die periode hebben we met tientallen bedrijven en onderzoekers gesproken”, vertelt de kersverse medewerker van de telersorganisatie. “Al in een vroeg stadium organiseerden we een breed opgezette brainstormsessie om zoveel mogelijk ideeën te genereren. Dat was erg nuttig. Na een uitgebreide screening bleven er uiteindelijk vier ideeën over die we bij Demokwekerij Westland konden testen.

Camerasystemen

Als voorbeeld noemt hij speciale microscopen die fluorescentie kunnen waarnemen. “De tomatengalmijt licht op bij een bepaald spectrum licht, dit kun je met een daarvoor toegeruste microscoop registreren. We hebben 20 microscopen getest, waarvan er één heel goed voldeed. Een nog niet beantwoorde vraag is hoe je een dergelijk systeem op praktische wijze kunt integreren in een scoutingsysteem.”
Een tweede detectieconcept, waaraan ook is meegewerkt door Hogeschool Leeuwarden, berust op hyperspectrale camera’s die veel eerder dan het menselijk oog in staat zijn om beginnende gewasschade te signaleren. “Hierbij gaat het vooral om de bruinverkleuring op de stam, waaraan de tomatengalmijt de bijnaam ‘roestmijt’ ontleent”, vervolgt Boerefijn. “Deze detectiemethode biedt beslist perspectief, maar moet nog wel worden doorontwikkeld.”
De studenten hebben hun bevinden in de vorm van een rapport met aanbevelingen aangeboden aan het bestuur van de gewascoöperatie. Het is inmiddels ook aan alle leden beschikbaar gesteld. In overleg met de telers wordt vastgesteld welke vervolgacties wenselijk zijn.

Tekst: Jan van Staalduinen