Met de presentatie van het nieuwe logo en de aangepaste profilering, zette Royal Brinkman een half jaar geleden de kroon op werk en merk. Een mooi ijkpunt van de eerste jaren van Ton van Mil als algemeen directeur. Hij vergelijkt het bedrijf met een voetbalelftal, waarbij verschillende individuen een sterk team moeten vormen. “Het gaat bij ondernemerschap uiteindelijk altijd om mensen: medewerkers, klanten en leveranciers.”
De toeleverancier is inmiddels uitgewaaid over Europa en zelfs naar andere continenten. Ook digitaal worden flinke stappen gezet. Van Mil is zich bewust van de loftuitingen, maar dat maakt hem tevens waakzaam. “Als je credits krijgt, loert het gevaar van verslapping, terwijl je in deze snelle tijden voortdurend scherp en alert moet zijn.”
Personal touch
Een kleine vier jaar vervult hij zijn huidige functie, wat was destijds zijn primaire opdracht? “Er was vooral behoefte aan nieuw elan en een duidelijke koers, die recht doet aan de ziel en de cultuur van het bedrijf.” Interne samenwerking had daarbij prioriteit, waarbij de nieuwe directeur koos voor een aanpak met en tussen de mensen. “Natuurlijk moet in het bedrijf duidelijk zijn wat mijn functie is, maar ik heb een deur die vaak open staat en een werkkamer zonder drempel.”
Stap 1 was bouwen aan chemie en teamvorming, stap 2 het gezamenlijk volgen van de nieuwe koers. De snelle groei in binnen- en buitenland maakte tevens een verjonging van het team mogelijk. “Dat zorgt voor een aangename nieuwe saus binnen het bedrijf. Wanneer ik nu de medewerkers toespreek, zie ik een zeer gemêleerde groep voor me. Een goede mix van ervaring en jong talent is goud waard. Het is mijn taak om op de juiste momenten boven en tussen de medewerkers te staan.”
Voor de personal touch loopt Van Mil graag door het bedrijf. “We zijn van oorsprong een familiebedrijf en die cultuur koesteren we. De steun van zowel de familie Brinkman, als de huidige Raad van Commissarissen sterken ons in de huidige visie en strategie.”
Internationalisering
Bijzonder is het gegeven dat de huidige directeur zo’n dertig jaar geleden al een periode werkzaam was binnen het bedrijf. “In die tijd verkochten we onze producten via locaties in onder andere het Westland, Venlo en Emmen. Het leverde best wel reacties op toen we gingen deelnemen aan buitenlandse vakbeurzen.” Zo stond Van Mil aan de basis van de internationale aspiraties. “We gingen exporteren, maar dat is een totaal andere tak van sport dan de internationalisering waarmee we op dit moment succesvol zijn.”
Het bedrijf focust nu op de belangrijke glastuinbouwgebieden in de wereld. Visie is om op strategische locaties aanwezig te zijn met lokale vestigingen, lokale mensen en met overwegend lokale producten in het assortiment. De tussenstand staat op dertien buitenlandse vestigingen, waarvan tien binnen Europa. Eigen bedrijven in Turkije (Azië), Mexico (Midden-Amerika) en Australië onderschrijven de mondiale ambities.
De directeur is stellig: “Ik ben er van overtuigd dat het vizier gericht moet zijn op de internationale tuinbouw, als je ook in de toekomst een rol van betekenis wil spelen. Onze keuze is om vanuit een centrale vestiging een flink aantal landen en gebieden te beleveren.”
Samenwerking moet
Bij die internationale activiteiten wordt nauw samengewerkt met de vele leveranciers. “Onze glastuinbouw heeft een prima reputatie over de grenzen. Het buitenland doet graag Nederlandse kennis op.” De tuinderszoon koppelt daar wel direct een serieuze waarschuwing aan vast. “Willen we die positie handhaven, dan moeten we met elkaar optrekken en samen naar buiten treden. Deelname aan handelsmissies, zoals vorig jaar Japan, tonen het belang daarvan goed aan. Geen bedrijf moet de illusie hebben als eenling een nieuwe markt te kunnen openen of veroveren. We moeten met elkaar deuren openen, herkenbaar zijn als Nederlandse tuinbouw en vervolgens op individueel niveau zaken doen. Het is essentieel dat we middels AVAG en/of Holland Horti International een loketfunctie krijgen voor opdrachtgevers in nieuwe glastuinbouwgebieden. Dat zijn namelijk geen telers, maar overheden of grote financiers.”
Een dergelijk loket werkt volgens Van Mil pre-competitief voor de Nederlandse glastuinbouw. “We beschikken over zoveel kracht en potentie. Dat is uniek in de wereld, maar die positie kunnen we snel kwijtraken indien we ons als sector niet bundelen. Het wordt daarnaast een chronisch sectorprobleem dat we onvoldoende voor de bühne brengen hoe goed we met elkaar zijn.”
Nederland mega belangrijk
Na het horen van die mondiale ambities, zou de Nederlandse teler kunnen concluderen dat de thuismarkt ondergeschikt is voor het bedrijf uit ‘s-Gravenzande. Niets blijkt minder waar. “Die markt is en blijft voor ons nog steeds mega veel waard. Ook daar zit de omzet in de lift en ook daar hebben we de ambitie om verder te groeien.”
Digitalisering speelt daarbij een belangrijke rol, met de succesvolle webshop als belangrijkste uithangbord. “Onze inspanningen op dat gebied worden door telers herkend en erkend. Toch moet die service een afgeleide blijven van onze kerntaak. We zijn een kennisbedrijf. Puur als toeleverancier heb je geen toekomst, dan ben je niet meer dan een dozenschuiver.”
Centraal in de visie voor de komende twee tot drie jaar zijn zeven gekozen thema’s, variërend van gewasbescherming en teeltwisseling tot mechanisatie en technische projecten. De 30.000 artikelen die het assortiment telt, zijn bij die thema’s ondergebracht. “Waar mogelijk delen onze themaspecialisten hun kennis en advies met de telers. De transacties die daaruit volgen lopen niet meer via het notitieboekje van de adviseur, maar snel en handig via de webshop.”
‘Kracht van e-commerce is met geen marktontwikkeling te vergelijken.’
Internationaal digitaal domein
Ook hier komt persoonlijke aandacht om de hoek kijken. “We willen voor klanten en leveranciers vooral een mensenbedrijf blijven. Dus kunnen klanten op de website zien wie de mensen zijn van de webshop. Indien gewenst gaan we naar de ondernemer toe om hem wegwijs te maken met de nieuwe technologie.”
Speerpunten grijpen ineen, want bij de internationale expansie is digitalisering eveneens van importantie. De werkwijze is grotendeels vergelijkbaar; accountmanagers hebben contact met de teler/ondernemer en de webshop maakt snelle transacties mogelijk. Op bekende markten zoals Spanje is deze aanpak reeds succesvol, in nieuwe tuinbouwgebieden wordt ook de omgekeerde weg bewandeld. Daar kunnen aankopen vanuit de webshop nieuwe leads genereren voor de accountmanagers.
Van Mil schroomt niet om zijn ambitie kenbaar te maken. “Onze stip op de horizon is om internationaal het digitale domein ‘glastuinbouw’ te verkrijgen. Samen met leveranciers willen we binnen de tuinbouwsector een positie opbouwen vergelijkbaar met internetpartijen als Amazon en CoolBlue. Alles wat een tuinbouwondernemer nodig heeft op of rond zijn bedrijf kan hij via ons portal verkrijgen. De kracht van e-commerce is met geen enkele marktontwikkeling te vergelijken. Onze belangrijkste investeringen zijn daarom gericht op digitalisering. Daarmee is de afgelopen jaren al veel traffic gegenereerd.”
Focus op snelheid en innovatie
De snelheid van de huidige economie vereist volgens de directeur zeer kort schakelen met de markt. “We streven meer en meer naar ‘lean innovation’, oftewel in samenwerking met leveranciers snel en regelmatig nieuwe producten introduceren, direct schakelen naar de klant en bij positieve feedback verder doorpakken. In de huidige markt heb je geen tijd om jarenlang te werken aan nieuwe ontwikkelingen.”
De huidige koers heeft weliswaar een langere looptijd, maar wordt jaarlijks bijgesteld. Durft Van Mil vijf jaar vooruit te kijken? “Tevreden achterover leunen kan dodelijk zijn; ontwikkelingen gaan snel, je bent maar even uniek, want de omgeving zit ook niet stil. Vandaar de focus op snelheid in innovatie. Belangrijkste doelstelling voor de komende jaren is om voortdurend net dat beetje voorsprong te hebben en te houden.”
Samenvatting
Na een mindere periode heeft kennisbedrijf Royal Brinkman de stijgende lijn te pakken. Digitalisering van transacties en internationale expansie zijn kenmerkend voor die ontwikkeling. Samenwerking is daarbij een sleutelwoord. Dat betreft zowel de interne teamvorming, als de krachtenbundeling met andere bedrijven in de sector om de internationale positie van de Nederlandse glastuinbouw te behouden en te versterken.
Tekst: Roger Abbenhuijs. Foto: Studio G.J. Vlekke.