In 2012 kwam Michel van der Werf in de clematiskwekerij van zijn vader werken. Een bijzondere stap, want van jongs af aan wilde de jonge ondernemer de horeca in. Samen met collega’s maakt hij zich nu sterk om Boskoop op de kaart te zetten én de jeugd warm te maken voor een carrière in de boomkwekerij.
Op zijn elfde begon hij met afwassen bij familie in de horeca. Op zijn vijftiende ging hij een cafetaria werken in combinatie met een BBL-opleiding Medewerker Fastservice en werd kok toen de eigenaar een restaurant begon. Als laatste werkte hij drie jaar in de catering.
“Ik merkte dat mijn vader het alleen erg druk had. Tegelijkertijd prikkelde het mij om iets voor mezelf te beginnen. En werken in de horeca is wel leuk, maar je bent altijd bezig als anderen vrij hebben. Ik ben met mijn vader gaan praten en in 2012, op mijn 21ste, in zijn bedrijf gaan werken. De komende tien jaar wil ik het bedrijf geleidelijk overnemen.”
Boskoops familiebedrijf
De clematiskwekerij is een echt Boskoops familiebedrijf. Opa van der Werf was boer en werd in 1978, op zijn 45e, nog kweker. De kavel is 30 meter breed en maar liefst een kilometer lang. Zijn twee zoons startten ook een bedrijf op dit langgerekte perceel. Ze begonnen traditioneel met een breed sortiment in de vollegrond en hielpen elkaar met werkzaamheden. Door de jaren heen kwamen er potcultures bij. De laatste acht à negen jaar heeft Michels vader Willem zich gespecialiseerd in clematis. “Wanneer je één product teelt, kun je dat product verbeteren. Wij onderscheiden ons nu met de zware kwaliteit van ons plantgoed en grote aantallen tot 100.000 stuks per soort”, vertelt Michel van der Werf.
Het bedrijf is 2 ha: 3.500 m2 containerveld buiten, 3.000 m2 kas en de rest vollegrond. In de toekomst hopen ze het aangrenzende bedrijf van 1 ha over te nemen, dat nu nog van Willems broer is. Niet om te groeien, maar voor een betere ontsluiting naar de randweg om Boskoop.
Plantgoed en eindproduct
“We stekken 1 tot 1,5 miljoen clematis om plantgoed te maken voor clematistelers, die zelf grote orders krijgen van tuincentra, bouwmarktketens en Lidl en Aldi. We hebben 230.000 planten in pot op de containervelden buiten, waarvan we stek knippen.” Productie van het plantgoed gebeurt op basis van de vraag van het voorgaande jaar. “Op papier verkopen we de planten in september en leveren in januari/februari. Het lijkt nu wel rustig op ons bedrijf, maar achter de schermen is het druk”, lacht de jonge ondernemer.
De planten waarvan stek is geknipt, kweken ze vervolgens af als eindproduct in P9 potten met een 30 cm stok en in een literpot met 45 cm stok. Dit doen ze op contract voor andere telers, voor nieuwe moerplanten en voor eigen afzet. Het sortiment is beperkt. ”Van de ongeveer 600 clematissoorten telen wij maar twaalf gangbare hybride-soorten, die van oudsher door de massa worden gekocht.”
Michel doet de in- en verkoop. “Ik weet zelf het beste hoe alles reilt en zeilt en vind het leuk om contacten te onderhouden. Het is een goede match met de horeca. Wat ik daar aan communicatie heb geleerd, kan ik nu goed gebruiken.”
Foliekassen
De clematiskwekers gebruiken foliekassen voor een warm klimaat met hogere RV tijdens de stekperiode en voor het overwinteren van de potten. “Onze nieuwste kas is een Sunroof kas van HTS Kassenbouw. “Deze kas geeft bescherming als dat nodig is, maar kan ook helemaal open om een buitenklimaat te creëren. We kunnen de zijgevels oprollen en de hele bovenkant kan open. Via schermen in de zijgevels en bovenin kunnen we het zonlicht wegschermen. Het systeem is inmiddels een jaar of vijf op de markt en we zijn er erg tevreden over. Iedere tien jaar vervangen we het folie.”
Vaste samenwerking
Michel en zijn vader hebben geen vast personeel in dienst. Een deel van het jaar kunnen ze het werk goed samen af. Vanaf 1 april zetten ze gedurende vijf weken het plantgoed in potten. Deze groeien in acht weken uit tot planten van 60 cm. Vanaf 1 juni komt er voor acht weken een vast team van Poolse mensen, waar ze al tien jaar mee samenwerken. “Ze spreken Nederlands en zijn vrienden van ons geworden. De eerste Poolse man, André, kwam bij mijn opa van moederszijde langs fietsen. Hij had een tuincentrum in Polen en zocht tijdelijk werk. Nu komt hij samen met een aantal familieleden.”
Ze helpen vanaf 1 juni mee stek knippen van de in april opgepotte planten en met het wegsteken van de stekken in de bedden buiten. Ondertussen groeien de afgeknipte planten door tot het juiste formaat van 30 of 45 cm en helpen de medewerkers met het aanbinden van deze planten aan stokken. Deze planten gaan in de nazomer of het erop volgende voorjaar weg als eindproduct.
Van eind oktober tot de kerst komen de schoonzoon en dochter van André. Ze helpen met het oprooien van het plantgoed en het sorteren in licht en zwaar. Zij telen zelf vaste planten in Polen en hebben het op dat moment rustig.
Kracht van Boskoop
De jonge boomkweker zit sinds vorig jaar bij de ambassadeurs van de Greenport Boskoop, waarin tien ondernemers zitten, die samen Boskoop beter op de kaart willen zetten. Hij denkt daarbij aan betere toegangsroutes, het beplanten van plantsoenen en rotondes, op een aantal plaatsen in de Greenport spandoeken met daarop ‘Welkom in Boskoop, Tuin van Europa’ en de vermelding ‘Made in Boskoop’ op alle producten.
“Ik zie Boskoop als dé tuin van Europa. We hebben hier een heel groot assortiment beschikbaar, dat snel en direct op transport kan. Stel, we krijgen om één uur een order, dan gaat deze direct naar de handelaar en kunnen onze clematissen vanavond al in Duitsland zijn met nog twintig andere gevraagde soorten van collega-kwekers. Je vindt hier veel kwekerijen, dicht bij elkaar. Boskoopse transportbedrijven, zorgen ervoor dat orders snel worden verzameld en vervolgens snel op transport gaan naar hun afnemers. De nieuwe oostelijke randweg zorgt voor een betere logistieke ontsluiting.”
Sexy boomteelt
Nu hij eenmaal zelf de smaak te pakken heeft van de boomkwekerij, ziet hij met lede ogen aan dat het animo van de jongeren om in de boomkwekerij te willen werken laag is. Er was al een heel traject van masterclasses, waarvan hij er zelf ook een aantal volgde. Nu het onderwijs nog.
“We moeten ervoor zorgen dat de jongere generatie de boomkwekerij weer sexy gaat vinden en aantonen dat er meer is dan op zaterdagochtend vuil rapen. Ondanks de schaalvergroting blijven er nog steeds veel mensen nodig. Het werk in de boomkwekerij is vaak niet te automatiseren en planten komen niet vanzelf in de grond. Sinds kort is er een BBL-boomteelt opleiding vanuit het Wellant College. Wij promoten de sector op scholen en scholingsmarkten. Het is fijn te zien dat er nu weer meer jongeren voor het vak kiezen.”
En zijn eigen toekomstvisie? “Ik hoef niet zo nodig een groter bedrijf. Liever besteed ik mijn tijd aan de kwaliteit van onze producten.”
Samenvatting
Michel van der Werf is een jonge boomkweker, die de komende tien jaar stapsgewijze het bedrijf van zijn vader, overneemt. Hij startte in de horeca, maar gooide het roer al snel om. Hij kweekt plantgoed op voor gespecialiseerde clematiskwekerijen die grote aantallen leveren aan tuincentra, bouw- en supermarktketens én ze kweken een deel zelf af als eindproduct. Hij helpt met het op de kaart zetten van Boskoop en het stimuleren van jongeren om te kiezen voor de boomkwekerijsector.
Tekst en foto’s: Marleen Arkesteijn.