In de bodemgebonden teelten is er veel aandacht voor Fusarium, wortelknobbelaaltjes, Rhizoctonia en Verticillium. In biologische vruchtgroenten zijn geen middelen beschikbaar tegen Verticillium. In de biologische teelt en in chrysant zijn wortelknobbelaaltjes een belangrijk knelpunt.
Daarnaast is de verwachting dat de toelating van een aantal middelen niet wordt verlengd, zoals AAterra in chrysant (tegen Pythium). In de grondgebonden teelten speelt daarnaast de combinatie van verschillende pathogenen een rol. De aanwezigheid van bijvoorbeeld wortelknobbelaaltjes, kan de gevoeligheid voor Verticillium of Fusarium vergroten.
Een alternatief is het sturen op een weerbare bodem. Samen met telers van chrysant en biologische vruchtgroenten is een bodemweerbaarheidsmodel ontwikkeld. De weerbaarheid tegen wortelknobbelaaltjes en Pythium wordt bepaald door structuur (porievolume), microbiële activiteit, plantversterkers zoals calcium en silicium, identiteit van de organische stof en de samenstelling van klei. De weerbaarheid is het resultaat van verschillende factoren en vereist dus een systeemaanpak. Daarnaast kun je met het stapelen van factoren de weerbaarheid verhogen, door het zoeken naar een synergistische werking van composttype, plantversterkers en antagonisten.
Foto: Wageningen University & Research.