Op welke manier kan bij lisianthus een teelt met een gesloten waterkringloop worden gerealiseerd? Die vraag stond centraal in een proef die de afgelopen maanden werd uitgevoerd. Hierbij werd de teelt van lisianthus beproefd bij diverse teeltsystemen op water. De eindconclusie is dat er zeker kansen liggen, maar dat ook nog veel vervolgonderzoek nodig is. Onder meer het verder optimaliseren van het takgewicht is een aandachtspunt.

De proef vond plaats bij Vertify in Zwaagdijk, in het kader van de PPS ‘Bloementeelt op Water’. “Doel is om de snijbloementeelten chrysant, campanula, matricaria en lisianthus uit de grond te halen”, vertelt onderzoeker Jasper Schermer van de onderzoeksinstelling. Hij zette het project samen met collega-onderzoeker Matthijs Blind op. “Dit vanwege de introductie van de Kaderrichtlijn Water in 2027. Dan mag er geen water meer worden geloosd en dienen waterkringlopen gesloten zijn. Wij zoeken, samen met telers en veredelaars, naar oplossingen hiervoor. De teelt op water kan dan een mogelijke oplossing zijn.”
De genoemde PPS, die in januari van start ging, is een vervolg op het project ‘Innovatieve alternatieve teeltsystemen voor grondgebonden snijbloemen’. “In deze PPS, die vorig jaar afliep, is al met succes onderzoek gedaan naar de teelt op water van verschillende snijbloemen. Denk aan chrysant, lisianthus, matricaria, delphinium, celosia en helianthus.”

Drie teeltsystemen

Schermer deed de afgelopen twee maanden dus onderzoek naar de mogelijkheden van de teelt van lisianthus op water. Drie verschillende systemen werden beproefd, op een oppervlak van 40 m² met drie verschillende rassen.
Als eerste ging het om de DFT-teelt (Deep Flow Technique), waarbij de pluggen in kunststof drijvers werden geplant. Deze platen dreven in bakken met water voorzien van voedingsstoffen.
Daarnaast werd de teelt in potten op eb- en vloedtafels getest. “Hierbij stonden de lisianthussen nog wel in de grond, maar je hebt wel veel minder grond nodig dan in een reguliere teelt. En door het water op te vangen, is het mogelijk om een circulair systeem te realiseren. Dit systeem wordt overigens ook getest bij teeltbedrijf Sunrise Holland, met wie we nauw samenwerken.”
Het derde systeem bestond uit de priktrays, bekend van de tulpenbroei. “Deze priktrays zijn een soort kratten met prikkers erin. De pluggen werden hiertussen geplant. Daar overheen legden we een irrigatieleiding, waarmee we de kist constant vol druppelden met water. Via gaten in de zijkant stroomde het overtollige water in de voorraadbak, waarna dit kon worden hergebruikt.”

Nog geen concrete aanbeveling

De pluggen werden op 27 april geplant in de diverse systemen en begin deze week liep de proef af. Zowel bij de pottenteelt op eb- en vloedtafels als bij het DFT-systemen werden goede resultaten behaald, geeft Schermer aan. “Bij beide methodes was sprake van een goede gewasontwikkeling. Het systeem met de priktrays was minder succesvol, doordat de pluggen uit elkaar vielen door het stromende water. Hierdoor vielen sommige takken om en die redden het logischerwijs niet. De overige takken staan er echter goed op. Feit is wel dat het takgewicht in alle systemen nog kan worden geoptimaliseerd, alhoewel ik zeker niet ontevreden ben over de behaalde resultaten.”
In zijn algemeenheid heeft de proef volgens Schermer aangetoond dat de teelt van lisianthus op water absoluut kansen biedt. “Maar ik durf nog geen concrete aanbeveling te doen voor een bepaald systeem. Ook wil ik de priktrays nog niet definitief afschrijven. Wanneer je méér waterstroming creëert, voorzie je de wortels van meer zuurstof en voedingsstoffen. En door het gebruik van een Growcoon of een verlijmde plug, kun je wellicht voorkomen dat de pluggen uit elkaar vallen. Daarbij is het ook zaak om de klimaatomstandigheden verder te optimaliseren.”

Vervolgproef

Om meer inzichten te vergaren, start Schermer volgende week een vervolgproef. Hierbij wordt weer de pottenteelt op eb- en vloedtafels beproefd, net zoals het DFT-systeem. “Bij dit laatste systeem hanteren we dezelfde strategie als in de afgelopen proef, bij de eb- en vloedtafels gaan we de EC verdubbelen van 2 naar 4. We hopen dat dit zal resulteren in een hoger takgewicht. De priktrays worden vervangen door gewone bakken met een heel dun laagje speciale lisianthuspotgrond. Dan is dus geen sprake van teelt uit de grond, maar wordt de hoeveelheid grond wel fors gereduceerd. Kortom: er is nog heel wat te onderzoeken.”

Tekst: Ank van Lier