Drie telers van kalanchoë, chrysant en tomaat vertellen hoe zij tot hun keuze voor een ontvochtigingsinstallatie kwamen en wat het effect daarvan is geweest op energiebesparing, klimaatbeheersing, productie en kwaliteit. Jeroen Steenbrink van tomatenkwekerij Seasun: “Het doel is om ermee bezig te zijn, en niet vanaf de zijkant toe te kijken.”

André Lankhaar van Kwekerij Lankhaar teelt in Bleiswijk op 8 ha enkel- en dubbelbloemige kalanchoë’s. Sinds 2021 maakt hij gebruik van ontvochtiging. Dat doet hij in een omgebouwde tomatenkas van 5 ha, waarvan de helft (kortedagafdeling) is uitgerust met het ClimaFlow-systeem. “Wij hebben hier destijds voor gekozen, omdat het een mooi doorontwikkeld systeem is. We kunnen hiermee in de winter meerdere schermen dicht houden, en toch droge lucht van boven het scherm pakken. In de zomer – als je voor de korte dag moet verduisteren – kunnen we het systeem ook goed gebruiken om de temperatuur onder het scherm omlaag te krijgen.”

Telen zonder groeibuis

Het ClimaFlow-systeem (voorheen Hinova) bestaat uit een inblaaskoker met onder in een ventilator, waarmee droge lucht van boven het scherm wordt aangevoerd. Die ketst op een verdeelplaat. Daaronder hangt een verticale verdeelventilator, die vochtige kaslucht omhoogtrekt uit het gewas en mengt met de aangezogen drogere lucht. De snelheid van de ventilatoren is regelbaar, bij een laag stroomverbruik (minder dan 1 W/m²/uur). De maximale capaciteit bedraagt bij kwekerij Lankhaar 15 m³/m²/uur.
Lankhaar heeft op het bedrijf 100% SON-T-belichting hangen en ziet geen noodzaak om die te vervangen door LED. “We kunnen de warmte goed gebruiken en kunnen de lampen in dambord schakelen. Met het ventilatiesysteem kunnen we de lucht prima tussen het gewas krijgen. Je kunt ook de snelheid van de ventilatoren regelen met de klimaatcomputer. Je wilt hem niet te vaak vol gas hebben draaien. Maar wij hebben genoeg capaciteit opgehangen, dus is dat meestal ook niet nodig. De groeibuis boven het gewas hebben we inmiddels eruit gesloopt.”

Stoppen met kieren

Kieren met zijn schermen doet Lankhaar sinds hij ontvochtiging toepast niet meer. “Kieren is gewoon ouderwets, want daarmee krijg je enorme schokken in je klimaat en het gewas kan natslaan. Maar wij hebben wel altijd luchtbeweging in de kas. Laatst zei een teler tegen mij: ‘lucht geeft vrucht’. Soms is de RV onder het scherm wat hoger, maar daar hebben wij geen problemen mee. Voor een goede klimaatsturing hebben wij zowel onder als boven het scherm een meetbox met temperatuur- en RV-meting hangen.”
Afgelopen winter heeft hij wel iets minder belicht dan normaal. Hoe pakte dit in het afgelopen jaar uit voor de productkwaliteit en voor zijn energierekening? “De energiekosten waren laag, omdat we met onze WKK ook stroom aan het net terugleveren. Het grootste voordeel van deze ventilatoren is dat deze maar heel weinig stroom gebruiken. En we kunnen de schermen nu veel langer dichthouden, verspillen geen gas meer aan droogstoken en hebben deze winter toch topkwaliteit gehad.”

Ventileren en ontvochtigen

Richard Duijvesteijn van Kwekerij Brasil teelt in Poeldijk op 4,5 ha santini’s voor Zentoo. Hij schakelde vier jaar geleden over van horizontale ventilatoren naar het Airmix-systeem, dat het mogelijk maakt om met een gesloten schermdoek te ventileren en te ontvochtigen. “In 2019 heb ik op een kwart van de tuin hybride belichting opgehangen en toen gezegd: dan willen we ook gaan ontvochtigen.” In eerste instantie koos hij een capaciteit van 5 m³/m²/uur, maar dit bleek onvoldoende. Twee jaar later heeft hij overal hybride licht opgehangen. Toen is de capaciteit verhoogd naar 10 m³/m²/uur.
Die hogere capaciteit was nodig omdat onder vochtige buitenomstandigheden de oude installatie vrijwel continu op 100% draaide, wat niet alleen leidde tot een minder optimaal teeltresultaat, maar ook extra stroom vraagt. “Wij waren een van de eersten die op deze manier aan ontvochtiging deden. Wij zagen dat naarmate er meer mensen mee gingen doen, die allemaal naar een capaciteit van 10 m³ gingen. Dat werd min of meer de standaard. We hebben toen meer ventilatoren opgehangen.”

Energiebesparing

Het systeem levert volgens Duijvesteijn energiebesparing op, al durft hij niet te zeggen hoeveel precies. “De besparing is er, omdat je pas later met een groeibuis gaat werken. Al kosten de ventilator en klepaandrijving natuurlijk stroom, dat moet je niet onderschatten. Ik probeer de RV/AV eerst met de Airmix te regelen, als dat niet lukt komt de buis er pas bij.” Volgens de leverancier bedraagt het stroomverbruik 0,72 W/m²/uur bij een capaciteit van 10 m³/m²/uur.
De insteek van de teler is om niet meer met het scherm te kieren. “Op warme avonden kun je wat koelen, omdat je dan drogere lucht onder het scherm kunt blazen. Tijdens heel warme nachten zet ik het scherm nog wel eens op een 2 procent kier, dan moet het systeem de rest doen. Ik weet van collega’s die hun scherm absoluut niet meer openzetten en alles met de Airmix doen.”
Een betere klimaatbeheersing, energiebesparing en minder schermbeweging en -slijtage, in die volgorde, ziet Duijvesteijn als de grootste voordelen. Kan hij met het systeem ook een hogere RV aanhouden? “Ik denk dat het kan, maar ik streef het niet na. Ik stel de RV best wel overdreven laag in, op 85%. Het doel is om onder de 90% uit te komen. Ik zie vooral bij vegetatieve rassen te veel groei ontstaan als de RV te hoog is. Wij proberen daarom zo droog mogelijk de nacht in te gaan.”

Warmteterugwinning

Jeroen Steenbrink werkt voor Seasun (63 ha) in Kapelle op 4,4 ha trostomaten met het Actief Ventilatie Systeem met warmteterugwinning (AVS-WTW systeem) van Van Dijk heating. “Wij hebben dat eind 2018 aangeschaft en als referentie een ander blok van 4,4 ha met hetzelfde ras (Strabena) geplant. Daar hebben we metingen gedaan, omdat we wilden weten wat het met de plant doet. Anders blijf je in het duister tasten.”
Het AVS-WTW systeem is een relatief duur luchtbehandelingssysteem met warmteterugwinning, dat is uitgerust met een cv-element voor naverwarming van de aangezogen buitenlucht. Die buitenlucht wordt met luchtbehandelingskasten in de kasgevel via slurven in de kas geblazen, die onder de planten zijn opgehangen. Het Van Dijk-systeem, zoals het ook wel bekend staat, werd op verzoek van Steenbrink aangepast aan de situatie bij Seasun, wat leidde tot een compacter model met een heater. “Met de naverwarming kunnen we bijsturen als dat nodig is, zodat de temperatuur onderin het gewas altijd vlak blijft.”
Het systeem draaide de eerste jaren in een kas met belichte teelt (100% SON-T), vandaar dat er om de 8 meter tralie twee of drie slurven hangen. “Bij belichting in de winter heb je veel meer ontvochtigingscapaciteit nodig dan bij een onbelichte teelt. Dan heb je een volwassen gewas staan. We zijn voor de dimensionering van de installatie daarvan uitgegaan.” In de kas hangt een verduisteringsscherm dat tevens dienstdoet als energiescherm. Een tweede scherm is volgens technisch directeur Steenbrink in een kas met 100% SON-T een onzinnige investering, omdat de belichting in die situatie te veel stralingswarmte afgeeft.

Van 33 naar 25 kuub

Met het LBK-systeem is het kasklimaat beter te sturen, die conclusie wil Steenbrink zeker trekken. Maar dat gaat niet vanzelf: “Je moet er echt mee leren telen. Je gaat lager in buistemperatuur zitten en een temperatuurverschil onderin de kas van 1 of 2 graden kan al heel veel verschil opleveren. Maar als je dat op een gegeven moment doorhebt, kun je echt wel flink besparen. In het laatste referentiejaar gingen wij van 33 naar 25 kuub gas. Dit systeem verdient zijn centen van oktober tot en met april terug.” Verschillen in productie en kwaliteit tussen de kas met het AVS-systeem en de referentiekas werden niet gevonden.
Als nadeel van het LBK-systeem noemt hij het verlies aan CO2, dat optreedt door lucht van buitenaf aan te zuigen. “Op een gegeven moesten we extra CO2 toedienen, we hebben hier geen OCAP-aansluiting. Maar in de winter is dat geen probleem, dan draaien we al veel met de WKK’s.”

Invloed LED-belichting

Maar toen kwam de energiecrisis. Vorig jaar is daarom 50% van de SON-T-armaturen op het belichte areaal van Seasun (12,7 ha) vervangen door dimbare LED-armaturen met hetzelfde inputvermogen (1.000 W). “Het idee was om in de winter hybride te gaan belichten waardoor we dan meer opbrengst zouden hebben. Alleen hebben we het energievraagstuk erbij gekregen en hebben we bijna alleen met 100 procent LED gedraaid. Dan zie je wel dat de voordelen van ontvochtiging in de huidige setting grotendeels wegvallen, omdat je dan toch die buis nodig hebt om voldoende warmte bovenin te krijgen. Daardoor is de besparing op gas het afgelopen jaar minder geweest.”
Het wegvallen van de SON-T-warmte betekende een nieuwe uitdaging voor de telers. “Wij hebben vol belicht, van 12 tot 5 uur. Wel met dezelfde lichthoeveelheid, maar met de helft minder elektriciteit. Dat bleek te uitdagend voor ons LBK-systeem. Daarom hebben we met de groeibuis moeten bijverwarmen, zonder de verdamping te veel te triggeren. Dat is het spel. Maar als je te weinig ontvochtigt – het ene ras verdampt meer vocht dan het andere – krijg je daar weer problemen mee. Er ligt wat dat betreft een taak bij de veredelaars.”
Tot slot: “Komend jaar, als de stroomprijzen anders zijn, zullen we waarschijnlijk hybride gaan belichten. Het kan ook zijn dat we op een gegeven moment naar full LED gaan. Dan moet je naar een tweede scherm toe. We zien zeker toekomst in een warmtepomp in combinatie met ontvochtiging. Het doel is om ermee bezig te zijn en niet van de zijkant toe te kijken, dan kom je veel verder.”

Tekst: Mario Bentvelsen, beeld: Michel Heerkens, Limit Fotografie en Jan van Staalduinen