Het is altijd weer een spannend moment als de eerste bloemen zichtbaar worden van de nieuwe aanplant. Trots zetten we deze thuis op de vaas, om er ook na het werk nog van te kunnen genieten. Na drie jaar is niet bij elk ras evenveel over van dat enthousiasme. Soms kijk ik uit naar de volgende teeltwissel en soms ben ik zelfs blij als een ras eruit gaat en nooit meer terugkomt.

Toen ik vorige week een rondje deed langs de veredelingsbedrijven moest ik daar even aan denken. Er worden jaarlijks veel nieuwe soorten geïntroduceerd, maar er zijn er maar enkele die achteraf echt top blijken te zijn. Het lijkt wel alsof veredelaars steeds meer van hetzelfde maken, wat achteraf geen verbetering blijkt te zijn. Later kom je er achter dat de bloemen erg gevoelig zijn op meeldauw, te weinig productie geven of te veel last van ziekten en plagen hebben en daardoor te veel uitval. Ook al staat er bij elk soort keurig een bordje over de prestaties, over de gevoeligheden staat niets vermeld. Dat moet toch beter kunnen?

Als wat meer informatie van tevoren inzichtelijk is gemaakt, wordt het meer een bewuste keuze. Daarnaast denk ik dat door het inzichtelijk te maken de focus meer komt te liggen op de vermeerdering van resistente gewassen en dat is hard nodig. Als het mogelijk is om een hamburger uit een 3D-printer te laten rollen, moet het toch ook mogelijk zijn om een plantje te vermeerderen dat resistent is voor ziekten en plagen?

Juist in de huidige markt, waar veel vraag is naar schoon en duurzaam geproduceerde producten, biedt dit kansen. Bij sommige groentegewassen wordt al aangegeven hoe gevoelig een ras is op bijvoorbeeld meeldauw. Dus de eerste stap is er, mooie uitdaging voor de gerberaveredelaars om dit voorbeeld te volgen; wie is de eerste? Ik kijk uit naar de bezoeken aan de showkassen volgend jaar bij Dümmen Orange, Florist en Schreurs, waar keurig op de bordjes staat aangegeven welke vorm van resistentie al deze prachtig fleurende gerbera’s hebben.

Marius Mans
Gerberateler in Brakel





Gerelateerd