De belangstelling voor belichting met LED’s groeit. Afgelopen winter heeft firma Verkade in ’s-Gravenzande in een kas, die te laag is om intensief te belichten met SON-T lampen, voor het eerst ervaring opgedaan met een hybride installatie met SON-T lampen en LED’s. Teeltmanager Schäpe is tevreden over de winterproductie. Met de eerste ervaring in het achterhoofd moet er volgens hem nog meer in zitten. Het gaat naar zijn zin.

Het is hartje zomer. Bij Firma Verkade branden om elf uur ’s morgens nog de LED tussenlicht modules, afhankelijk van de klimaatomstandigheden van elke dag. Na het middaguur mogen ze uit. In het eerste jaar met belichting zoekt de teeltmanager de randjes van wat kan al op. Door goed te kijken bij belichtende collega’s leert hij snel en trekt hij zijn eigen plan.

Lage kas

In het najaar van 2015 is in opdracht van telerscoöperatie Van Nature op de 4,4 ha grote locatie van dit tomatenbedrijf in ’s-Gravenzande belichting aangelegd. Zo kan de vereniging voldoen aan de toenemende behoefte bij afnemers om jaarrond Nederlands product te kunnen kopen van constante hoge kwaliteit.
De Venlokas heeft een kapbreedte van 8 meter en een poothoogte van 4,85 meter. Eigenlijk te laag om intensief te belichten met SON-T lampen, vanwege hun warmtestraling. “Het was ook mogelijk om de kas te verhogen, maar een combinatie van SON-T lampen en de koelere LED’s paste uiteindelijk beter”, vertelt Fred Schäpe.
Na uitvoerig overleg viel het gezamenlijke besluit om een hybride installatie aan te leggen. Bovenin kwamen 1.000 watt SON-T diepstralers van Hortilux te hangen, goed voor 135 µmol/m²/s. Deze lampen zijn per drie verdeeld over de breedte van de tralieligger. De afstand tussen lamp en kop is daarbij 1,20 meter. Naar het voorjaar toe wordt dat ongeveer één meter.
Tussen het gewas werd één streng LED’s van 55 µmol/m²/s gehangen, die kan meebewegen met de kop van de plant. In totaal zijn er 6.610 Philips GreenPower Interlighting modules opgehangen, waarmee het totale vermogen van de installatie op 190 µmol/m²/s komt.

Start teelt

Het bedrijf is gespecialiseerd in grove trostomaten. Schäpe is een Merlice-teler van het eerste uur. Midden in de zomer toont de plantbelasting spectaculair. Dit beeld wordt nog eens versterkt door intensief blad plukken, waardoor de trossen extra opvallen.
De 64 dagen oude geënte en getopte planten zijn eind oktober geplant. Bij aanvang kwam de plantafstand op 2,3 per m². In week 46 is daar een kop bijgezet, naar 3,05 per m². De laatste kop is bijgezet in week 48, met een eindafstand op 3,8 stengels per m² als resultaat. In week 52 begon de productie.
Direct na het planten heeft het bedrijf tien dagen niet belicht, waarna langzaamaan steeds meer licht is gegeven. In het belichtingsseizoen, dat tot ongeveer 1 april duurde, zijn de SON-T lampen steeds van 0.00 uur tot 18.00 uur aan geweest. Bij een stralingssom van 2.000 J/m² werd er afgeschakeld, waardoor het aantal belichtingsuren in april terug liep.
In tegenstelling tot de SON-T installatie staan de LED’s vanaf 1 april van 4.00 uur tot 17.00 uur altijd aan. Met uitzondering van hele warme dagen. Dan schakelt de belichtingsinstallatie eerder af.

Effect trosontwikkeling

In het begin van de teelt hingen de strengen tussenlicht zo laag mogelijk in het gewas. Later zijn ze één keer verhangen, dicht bij de zich ontwikkelende tros. De teeltmanager trekt nu al de conclusie dat hij de modules in de komende teelt meerdere keren zal verhangen, met de tros mee. Zo kan iedere aangelegde tros zoveel mogelijk van het licht profiteren. Schäpe: “Dit doen wij handmatig. We willen dat de trossen zo goed mogelijk ontwikkelen bij maximale plantbelasting.”
Rond week 50 hingen de modules op de hoogste stand en bleven daar gedurende de rest van de teelt. Al snel zag hij het positieve effect van de LED’s op trosontwikkeling en bloeisnelheid. “De trosontwikkeling lijkt met LED’s wat beter te verlopen dan met alleen SON-T.”
In januari was Schäpe tevreden over de gewasstand. “Het gaat me naar mijn zin”, gaf hij aan. “Het gewas is al vanaf het begin generatief gestuurd en ik merk dat de plant zijn energie erg makkelijk naar de vruchten stuurde.” Over de winterproductie is hij goed te spreken, maar het is slechts het eerste teeltjaar. “Met de kennis die wij afgelopen winter hebben opgedaan verwacht ik dat er nog meer in zit”, zegt hij nu optimistisch.
De teeltmanager heeft een eigen visie op trossnoei en plantbelasting. In bepaalde periodes snoeit hij de Merlice zelfs op zes vruchten als de sterkte van de tros dat toelaat. Zo zoekt hij naar de optimale plantbelasting.

Zware investering

Terugkijkend op dit eerste seizoen is de teler positief over het effect van de LED’s op productie en kwaliteit. Hoewel het voor grove trostomaten een zware investering is, verwacht Schäpe dat er nog veel te halen is in verdere optimalisering van de teelt. Dat moeten de komende jaren gaan uitwijzen. Voorlopig kan hij met een glimlach terugkijken op het eerste belichtingsseizoen.

Tekst en beeld: Pieternel van Velden