De vis- en groentekwekerij van Urban Farmers, sinds maart van dit jaar operationeel, is de grootste stadsboerderij van Europa. Het bedrijf bestaat uit een kas van 1.200 m2 en een viskwekerij van 400 m2. Urban Farmers is een Zwitserse onderneming die Den Haag als locatie koos voor haar tweede vestiging. Het bedrijf wil een professionele draai geven aan stadslandbouw, meldt de Volkskrant vandaag.
De Zwitser Gabriel Eckenstein heeft een slordige miljoen euro geïnvesteerd in Urban Farmers – in totaal hebben investeerders 10 miljoen in het bedrijf gestoken. ‘Is dit de beste investering in mijn leven? Nee. Zou ik het weer doen? Ja’, zegt hij. ‘Want het heeft invloed op hoe wij leven’, zegt Eckenstein in het artikel van de Volkskrant.
Technologiebedrijf
Urban Farmers ziet zichzelf in de eerste plaats als een technologiebedrijf. ‘De software waar deze boerderij op draait, past op je smartphone’, zegt Eckenstein. De onderneming wil voedselproductie in de steden bevorderen – zodat groente écht vers kan zijn en vis niet hoeft te worden ingevroren.
Duurzaamheid is het uitgangspunt: de Farmers gebruiken geen pesticiden, herbiciden en antibiotica en ze stellen tot 90 procent minder water te gebruiken dan de reguliere tuinbouw. Groente en vis vormen samen een kringloop. Voedingsstoffen uit de bassins worden hergebruikt als meststof voor de planten. De planten zuiveren op hun beurt het water dat weer wordt gebruikt voor de viskweek.
De klantenkring wordt bewust in een beperkte straal vanaf de kwekerij gezocht om het aantal transportkilometers te beperken.
‘Disruptieve innovatie’
De Urban Farmers zien zichzelf graag als een ‘disruptieve innovatie’ – een verandering die een bestaande sector op z’n kop zet, zoals Airbnb en Uber dat doen. Dat zijn grote woorden voor een vooralsnog klein bedrijf. Hoewel er veel sympathie is voor het idee, staan de financiers ook weer niet in de rij. Zo besloot de Rabobank om niet in de Haagse stadsboerderij te investeren. Stadslandbouw is de laatste jaren vooral een hype geweest onder hipsters en idealisten. Het appelleert, net als de moestuintjes van Albert Heijn, aan de wens van stedelingen om minder ‘anoniem’ te consumeren.
Tegelijk wordt het fenomeen zeker serieus genomen. Het Haagse stadsbestuur heeft in juni van dit jaar besloten ook de vijf etages onder UF002 geschikt te maken voor bedrijven en start-ups die zich bezighouden met stadslandbouw, innovatie en duurzaamheid. Of, zoals wethouder Joris Wijsmuller het dit voorjaar verwoordde: Het moet een toonaangevende hotspot worden voor nieuwe ideeën en technieken op het gebied van voedsel. Kennis, die ook weer uitgewisseld wordt met ondernemers in het Westland en onderwijsinstellingen als de Wageningse universiteit.’
Nichemarkt
Het bedrijf werkt samen met Nederlandse bedrijven die internationaal aanzien hebben, waaronder Priva, Rijk Zwaan en Koppert Biological Systems. Menig tuinder uit het Westland is al komen buurten. De een is enthousiast, de ander haalt sceptisch zijn rekenmachine tevoorschijn – hoe kan dit renderen? ‘Maar wij concurreren niet met het Westland’, zegt Eckenstein. ‘Wij richten ons op een andere niche: het betere restaurant en particulieren die bewust met voeding bezig zijn.’ De Haagse investering moet in tien tot dertien jaar zijn terugverdiend.
In Basel ging in 2012 de eerste dakboerderij open. De veel grotere Haagse vestiging is met het oog op toekomstige expansie ‘UF002’ gedoopt. De volgende stappen worden voorzien in Zwitserland, de Benelux en Duitsland. Ook in New York zoekt Urban Farmers financiers en locaties. ‘Al het voedsel in de VS komt zo’n beetje uit Californië. New York kent wel al stadslandbouw, maar dan zonder vis.’
Bron: Volkskrant. Foto: Mario Bentvelsen.