Van gebiedsgericht, naar risicogestuurd werken aan de waterkwaliteit in glastuinbouwgebieden. Die koerswijziging heeft het Hoogheemraadschap van Delfland dit seizoen ingezet. Zeven veelvoorkomende overtredingen staan centraal in de ‘Risicogestuurde Aanpak’. Andere waterschappen zullen deze aanpak met interesse volgen. ‘Er is extra aandacht voor de bedrijven waar het mis gaat of kan gaan.’
Tussen 2014 en 2022 heeft Delfland (en later ook andere waterschappen) samen met Glastuinbouw Nederland de waterkwaliteit in glastuinbouwgebieden aangepakt. Dit traject heeft veel verbetering en kennis opgeleverd.
Met die kennis, waaronder meetgegevens op locatieniveau, heeft het hoogheemraadschap dit seizoen een nieuwe benadering uitgerold. De ‘Risicogestuurde Aanpak’ richt zich specifiek op locaties met de slechtste waterkwaliteit en individuele bedrijven met een hoog risico op emissies. Daarvoor gebruiken de toezichthouders kennis uit het meetnet waterkwaliteit, het kassenbestand, teeltomstandigheden en lokale waterkennis. Glastuinbouwbedrijven hebben in dit hoogheemraadschap nog steeds veel invloed op de waterkwaliteit. In 2027 moet al het water voldoen aan de norm van de Kaderrichtlijn Water, wat neerkomt op nagenoeg nulemissie.
Huurtuinen
“Het waterschap kijkt naar specifieke bedrijven binnen een polder. Denk aan huurtuinen waar buitenstaanders snel een teelt opzetten zonder met de lange termijn bezig te zijn. Of verouderde bedrijven, van ondernemers die richting pensioen lopen en niet telen volgens de laatste inzichten voor hergebruik”, weet Arthur van den Berg van Glastuinbouw Nederland.
Hij voegt eraan toe dat dit veelal geen onwil is. “Telers op huurtuinen zijn vaak geen lid van onze organisatie en missen zo informatie over dit onderwerp. Ook gaat bij verhuur van oudere bedrijven soms technische kennis over de water- en teeltsystemen verloren.”
Van den Berg is blij met de nieuwe aanpak en vindt het ook een goed signaal naar alle ondernemers die hun zaken goed op orde hebben. Omdat Delfland haar ervaringen met deze aanpak binnen de klankbordgroep van toezichthouders van waterschappen deelt, is de verwachting dat andere waterschappen met veel glastuinbouw in hun werkgebied de werkwijze zullen overnemen.
Zeven overtredingen
In de afgelopen jaren brachten de mensen van Delfland vele bedrijfsbezoeken met als doel lozingen en lekkages naar het oppervlaktewater te beëindigen en de kennis over waterbewust ondernemen te stimuleren. Dat heeft – samen met de zuiveringsplicht – veel verbetering opgeleverd. Directe lozingen op het oppervlaktewater komen nauwelijks meer voor.
De bedrijfsbezoeken hebben een beeld opgeleverd over waar het vaak misgaat. Daaruit heeft Delfland zeven overtredingen vastgesteld. Daarop richten de toezichthouders van dit hoogheemraadschap samen met de Omgevingsdienst Haaglanden en de NVWA voortaan extra aandacht. Het samenbrengen van de expertise en menskracht van de verschillende instanties hoort ook bij de nieuwe aanpak.
De veelvoorkomende overtredingen betreffen onder meer het overlopen van overstort van drainagesilo’s en putten, condenswater dat met gewasbeschermingsmiddelen via het glas naar bodem, sloot of riolering loopt, vervuilde drainage bij substraatteelt en afvoer via pijpjes rond de kas.
DNA-techniek
Het risicogestuurd controleren van de waterkwaliteit in een glastuinbouwgebied staat of valt ook met de technische mogelijkheden. “Tegenwoordig beschikken de waterschappen over eDNA techniek om de bron van een watervervuiling beter te kunnen opsporen. Dit gereedschap is wel nodig om de nieuwe aanpak te kunnen uitvoeren”, aldus Van den Berg.
“Met die techniek kun je zien of er DNA van tomaat of een ander gewas in een watermonster zit. Dat maakt dat je snel en gericht kunt zoeken naar de vervuilingsbron binnen een polder.” Inmiddels is deze techniek inzetbaar voor zes gewassen, tomaat, paprika, komkommer en drie sierteeltgewassen.
Tekst: Koen van Wijk