Drie jaar geleden stapte snacktomatenteler Marcel van den Berg over van steenwol naar kokos. Deze stap biedt hem verschillende voordelen. De teelt is duurzamer, het is gemakkelijker watergeven en de productie is tussen de 2 en 5% hoger. Deze stap is mede zo succesvol door het gebruik van een nieuw type draadloze sensoren, die monitoren hoe het staat het met de omstandigheden in het wortelmilieu.
Het bedrijf van Marcel van den Berg (MountValley) maakt deel uit van The Valley. Dit 53 ha grote bedrijf is vorig jaar ontstaan uit een fusie van vier telers met bij elkaar acht locaties in De Lier, ‘s-Gravenzande en Vierpolders. Eén locatie heeft komkommers, de rest heeft verschillende typen tomaten: snacktomaatjes, cocktailtomaten, middelgrove en grove tomaten.
De vier telers zijn directeur en hebben ieder hun eigen taken. Van den Berg bijvoorbeeld is verantwoordelijk voor de teelt, energie en nieuwbouw én is locatiemanager op zijn oorspronkelijke bedrijf in De Lier.
Overstap naar kokos
Tot drie jaar geleden teelde de snoeptomatenteler nog op steenwol. “Ik zag dat collega-telers, die waren overgestapt op kokos, een meerproductie haalden ten opzichte van de steenwolteelt. Natuurlijk had hij meer redenen om voor kokos te kiezen. Eén daarvan is duurzaamheid. “Kokos is een natuurproduct. Het geeft geen afval. Het materiaal kan hergebruikt worden. Renewi maakt er compost van.”
De teler koos voor de Forteco Profit matten van Van der Knaap in combinatie met sensoren. “Het is een luchtig substraat, waarop je het gewas gemakkelijk generatief kunt houden. Je kunt makkelijker watergeven, ook in de nacht. Daardoor is de kans dat je vruchtgewicht toeneemt groter. Met ons ras − ‘Duelle’ van Syngenta − heb je niet zo snel last van scheuren.”
Microbiologisch leven
De teler haalt een gebruikte substraatmat uit de kas, waar net de teeltwisseling plaatsvindt. Hij laat zien dat het substraat voor 100% uit kokoschips bestaat. Ieder brokje is als het ware een sponsje dat water opneemt. Dit zorgt voor een hoog luchtgehalte en goede drainage-eigenschappen, zodat het substraat niet te nat wordt. De wortels zitten aan het einde van de teelt nog mooi verdeeld door de mat, onderin net iets meer. De bijbehorende opkweekblokken, ook van Van der Knaap, zijn gemaakt van kokosgruis.
“Een voordeel van het organische substraat is bovendien dat het microbiologische leven gemakkelijker aanslaat”, zegt Wim van der Ende, productmanager bij substraatleverancier. Hij testte dit in hun innovatiecentrum in samenwerking met Eurofins. Ten opzichte van steenwol vond hij een hogere concentratie micro-organismen en een meer divers microbioom.
Frequenter water durven geven
“In het begin geven mensen vaak zuiniger water, omdat ze dat gewend waren”, is de ervaring van Van der Ende. “De knop moet écht om, om frequenter water te durven geven. De matten zijn gemakkelijk te draineren.”
Ook Van den Berg moest het eerste jaar wennen aan de nieuwe watergeefstrategie. Dankzij de bodemvochtsensoren van Growficient kreeg hij meer inzicht in wat er in de mat gebeurt. Na een eerste jaar met vergelijkbare resultaten, zit hij nu op een meeropbrengst van 2 tot 5% ondanks een lager energieverbruik. Door de hogere energiekosten, teelt hij iets koeler.
“Onze draadloze sensoren meten heel betrouwbaar elke vijf minuten het watergehalte, de EC, de substraattemperatuur en omgevingstemperatuur in elk type substraat. De sensor heeft twee pinnen. Deze meet het watergehalte tussen de twee pinnen, over de hele lengte van de pin, waardoor je een mooi beeld krijgt van het gehele substraat”, legt Dennis Steentjes van Growficient uit.
“De sensoren meten via een gepatenteerde meetmethode, waardoor ze ook in organisch substraat, zoals kokos, erg nauwkeurig meten.” De tomatenteler heeft gekozen voor twaalf sensoren op 3 ha. Dat is twee per kraanvak.
Watergehalte monitoren
Om het watergehalte in het substraat te monitoren is in overleg met telers en adviseurs een dashboard ontwikkeld. Hierop zijn de data van de verschillende sensoren te zien. Steentjes: “Alle data wordt verzameld en overzichtelijk getoond. Zo krijg je direct inzicht in de waterhuishouding, van één kraanvak tot aan alle sensoren. De sensoren zijn te koppelen aan verschillende klimaatcomputers, waarmee data inzichtelijk worden of je kunt erop sturen.”
De data zijn te koppelen met een systeem/platform om onderling teeltgegevens te kunnen vergelijken. Niet de absolute gemeten waardes van de sensoren zijn belangrijk, maar juist de trends. “Op basis daarvan kun je watergeven vóórdat de plant dorst heeft. Maar ook: alleen watergeven als het nodig is en niet omdat je denkt dat het nodig is.”
Vooral het inzicht dat het dashboard geeft in wat zich in het substraat afspeelt, is belangrijk. Het helpt telers met het nemen van beslissingen. “Zeker in het begin zien de grafieken er anders uit dan op steenwol”, zegt Van den Berg.
Van der Ende, die hem en andere telers begeleidt bij de teelt op het kokossubstraat, kijkt elke dag op afstand mee naar de gegevens via het dashboard. Eerder deed hij zelf ervaring op met de sensor en het dashboard in het eigen innovatiecentrum. “Ik bekijk de opbouw, de hoeveelheid licht en de hoeveelheid drain. Op basis daarvan veranderen we de start-stop tijden van het watergeven regelmatig.” Volgens Steentjes is de sensor nu veel gevraagd door paprikatelers, waar op dit moment veel wortelproblemen zijn.
Kostprijs
Waarom dan niet eerder overstappen op kokos? Van den Berg: “In het verleden was kokos een ander type substraat. Het was meer fijne kokos. Dan liep je juist aan tegen een nat substraat met natte wortels en te weinig zuurstof. Met matten die voor het grootste deel bestaan uit grove delen kokos is dit bewaar verdwenen.
Nederland is van oorsprong een echt steenwolland. Iets dat goed is, verander je niet zo snel. Bovendien was steenwol voor de COVID-tijd 20% goedkoper dan kokos. Door de gestegen energiekosten en de transportkosten, die weer zijn gedaald, zijn de prijzen voor beide teeltmedia concurrerend. Daarentegen zijn de afvoerkosten van het kokossubstraat nihil.” Op dit moment is Van den Berg tevreden met zijn keuze.
En een volgende stap? Van der Ende en Steentjes zien voor de toekomst de optie van autonoom irrigeren met behulp van de sensoren en het bijbehorende dashboard.
Tekst en beeld: Marleen Arkesteijn