Na de verrassende ontdekking over hun lange levensduur en activiteit (vier dagen) op gewasdelen, bleek het ontwikkelen van parasitaire aaltjes voor rupsenbestrijding in bedekte teelten interessant en haalbaar. Afgelopen jaar is het product (Capsanem) toegepast en gedemonstreerd op praktijkbedrijven met chrysant, gerbera, paprika, komkommer en aardbei. Arno van der Zwan spreekt van consistent goede resultaten voor een concurrerende prijs.
Zoals bekend kunnen rupsen van onder andere Turkse mot, Floriodamot, Duponchelia en diverse bladrollers veel gewasschade veroorzaken en zijn ze door het wegvallen van chemische middelen lastiger te bestrijden dan vroeger. Met de komst van parasitaire aaltjes die rupsen over een breed front kunnen bestrijden, lijken betere tijden aan te breken.
Over de eerste verkenningen met aaltjes (Steinernema carpocapsae) die rupsen in bedekte teelten zouden kunnen bestrijden, is verslag gedaan in Onder Glas editie 2, 2021. Ruim anderhalf jaar later rekent accountmanager Arno van der Zwan van Koppert op een doorbraak in het voorjaar van 2023.
Ervaring in vijf gewassen
“Capsanem, ons product met rupsen-parasitaire aaltjes voor bedekte teelten, is het afgelopen jaar op behoorlijke schaal getest op praktijkbedrijven”, vertelt Van der Zwan. “We hebben het beschikbaar gesteld voor praktijkdemo’s en daar hadden veel telers oren naar. Het is met succes toegepast in onder andere chrysant, gerbera, paprika, komkommer en aardbei. In al deze gewassen zal dat het komende jaar opnieuw gebeuren, maar wij zijn nu al overtuigd dat het product een succes wordt. Het werkt, de resultaten zijn consistent goed en de kosten zijn bij de geadviseerde doseringen vergelijkbaar met andere behandelingen. Mede daarom zien de telers die er mee hebben gewerkt het middel als een goede verzekering.”
Werking
De aaltjes worden met een standaard spuitinstallatie (zonder dopfilters) over het gewas gespoten, waar ze gedurende vier dagen actief kunnen blijven. De aaltjes dringen actief bij rupsen binnen via lichaamsopeningen, zoals de tracheeën (ademhalingsopeningen), en passief via de mond tijdens vraat. Eenmaal in de rups laten de aaltjes een bacterie vrij waarmee ze in symbiose leven. Deze bacterie tast het inwendige van de rups aan en maakt zijn inwendige week, waardoor het als gemakkelijk opneembaar voedsel dient voor de aaltjes.
“De rups is dan al lang gestopt met vreten en meestal dood, maar de aaltjes zullen zich in deze fase snel en massaal vermenigvuldigen en weer vrijkomen uit het karkas, gereed om nieuwe rupsen te infecteren”, aldus Van der Zwan. “Op jonge rupsen in de ontwikkelingsstadia 1 tot en met 3 is een bestrijdingsresultaat van 80 procent binnen enkele dagen geen uitzondering. Ze kunnen zich niet goed verweren tegen de aaltjes en de werking van de bacteriën, worden snel ziek, kleuren bruin en gaan dood.”
Ook andere plaaginsecten
De aaltjes en hun meeliftende bacteriën blijken niet alleen effectief te zijn tegen een breed spectrum rupsen, maar ook tegen kever- en vliegenlarven, wantsen en veenmollen. Dit betekent echter ook dat het minder geschikt is voor teelten waarin Macrolophus voor biologische bestrijding wordt ingezet. “Om die reden adviseren we om dit middel niet te gebruiken in de tomatenteelt”, zegt de accountmanager. “In paprika en komkommer kun je het wel met een gerust hart toepassen, net als in siergewassen. Een bijkomend voordeel in voedingsgewassen is dat het middel geen MRL heeft. Wij verwachten dat het in het voorjaar, wanneer de eerste motten en rupsen zich weer zullen melden, op grote schaal toepassing zal vinden. Sommige telers combineren het in die periode ook wel met Bt’s,die ook werkzaam zijn tegen jonge rupsen.”
Tekst: Jan van Staalduinen, beeld: Koppert