Gardener’s Pride investeerde afgelopen najaar fors: in de belichte tomatenkas stapte de familie Van Overbeek over naar ToBRFV-resistente rassen, er kwam LED-belichting in de kas te hangen én werd geïnvesteerd in insectengaas. Dit voorjaar wordt een tweede kas voorzien van gaas. Met deze investering hopen de ondernemers onder meer problemen met wittevlieg en Tuta absoluta beter onder controle te kunnen houden. Ook verwachten zij minimaal 30% te kunnen besparen op gewasbeschermingsmiddelen.

De familie Van Overbeek koos er in het najaar bewust voor om de teelt in de belichte kas in Beetgum, waar smaaktomaten voor het fijnere segment worden geproduceerd, flink op de schop te nemen. “Om toekomstbestendig te kunnen telen, moet je de overstap maken naar ToBRFV-resistente rassen”, zegt Marco van Overbeek. Hij staat, samen met zijn moeder Marja en zus Marlies, aan het roer van het 30 ha tellende bedrijf.
“Behalve resistente rassen is telen onder LED een must, aangezien dit veel energiezuiniger is. Ook kun je naar ons idee niet meer om insectengaas heen, om zo de plaagdruk te reduceren en minder gewasbeschermingsmiddelen te hoeven inzetten. Wij besloten afgelopen herfst om al deze investeringen te combineren in onze kas met belichting van 6 hectare. Wanneer je deze één voor één doet, blijf je continu in een transitiefase zitten. Dan kun je beter ineens rigoureus het roer omgooien.”
Van Overbeek koos ook voor insectengaas omdat de financiële risico’s in een belichte teelt groter zijn dan in een reguliere teelt. “En als je zulke forse investeringen doet in LED-belichting, wil je niet dat de oogst – al dan niet deels – verloren gaat door een plaag.”

Insectengaasfilter

De keuze van de ondernemer viel op het insectengaasfilter van SchermNed. Om meerdere redenen. “Dit systeem is goedkoper dan het harmonicasysteem, dat veel wordt gebruikt. Ook moet je bij een harmonicasysteem voldoende zware beluchtingsmotoren hebben. Daarbij heb ik op de betreffende locatie kaderloze ramen, waardoor een harmonicasysteem lastig aan te brengen is. Daarom koos ik voor dit systeem, waarbij het gaas aan de binnenkant van het dek in een filtervorm in het luchtraam hangt. Doe je het raam open, dan druk je het filter naar buiten en ‘schep’ je lucht naar binnen.”

Temperatuur in zomer

Dit voorjaar wordt ook de tweede kas in Beetgum, waar op een oppervlak van 7 ha komkommers en tomaten worden geteeld, voorzien van insectengaas. “Op onze andere locaties, in Klazienaveen en Berlikum, wachten we hier nog even mee. In Klazienaveen is de plaagdruk namelijk sowieso minder groot, aangezien daar weinig andere glasgroentebedrijven in de buurt zitten. En in Berlikum liggen we niet jaarrond vol en is sprake van kortere teelten. Daarbij liggen de locaties in Beetgum dicht bij de kust, waardoor hier meer wind is. Hierdoor verwacht ik dat de temperatuur in de zomermaanden niet te hoog zal oplopen door het insectengaas.”
Van Overbeek gaat ervan uit dat hij het klimaat in zijn belichte kas sowieso wel goed kan houden. “Deze kas heeft namelijk een goothoogte van 7 meter, waardoor je het klimaat makkelijker onder controle kunt houden. De kas waar we dit voorjaar insectengaas installeren, is wat lager. Om niet te veel in te boeten aan luchtingscapaciteit en het klimaat op peil te houden, kiezen we daar voor iets grotere mazen.”

Niet uit de hand lopen

De teler hoopt met het gaas onder meer de problemen met wittevlieg en Tuta absoluta in tomaat te kunnen reduceren. “De problemen met deze insecten worden de laatste jaren steeds uitdagender, mede omdat het middelenpakket verschraalt. We hopen dergelijke plagen beter onder controle te kunnen houden, te voorkomen dat het uit de hand loopt. Ik ga ervanuit dat een besparing van dertig procent op de inzet van gewasbeschermingsmiddelen minimaal mogelijk moet zijn.”

Meer warmtevraag

Tot slot: hoe bevalt de overstap naar ToBRFV-resistente rassen en het telen van tomaten onder LED’s? “We zijn nog niet helemaal tevreden over de resistente rassen, en dan met name als het gaat om de sterkte van het gewas. Het telen van tomaten onder LED’s gaat vrij aardig. Door het verlies aan stralingswarmte, moet je wel duidelijk meer warmte inbrengen om voldoende temperatuur te houden.”

Tekst: Ank van Lier, beeld: Kees van Berkesteijn