Pakweg zestig tot zeventig tuinbouwbedrijven in Nederland hebben geïnvesteerd in luchtbehandelingssystemen en die zien er allemaal verschillend uit. Telers die geïnteresseerd zijn in Het Nieuwe Telen (HNT) zien door de bomen het bos niet meer. Gespecialiseerde adviseurs denken dat het best wat simpeler en goedkoper kan en bovendien meer gestandaardiseerd.

Er is een tijd geweest dat de manier van verwarmen in tomatenkassen sterk veranderde. Verschillende systemen kwamen op en verdwenen weer en uiteindelijk resulteerde het buisrailsysteem. “Nu hebben 99 van de 100 tomatentelers een buisrailsysteem en de hele wereld neemt het over. Zo’n standaardisering hopen we uiteindelijk ook bij de luchtbehandeling te zien”, zegt Hans Verdonschot, bouw- en techniekspecialist van Aelmans Tuinbouw Advies.

Oerwoud aan informatie

Verdonschot en zijn collega, energie-adviseur John van de Ven, komen bij hun advisering over nieuwbouw, uitbreiding en bedrijfsinrichting veel telers tegen die wel Het Nieuwe Telen omarmen, maar echt niet weten wat te kiezen. “Er is een oerwoud aan informatie over de technische mogelijkheden ontstaan. Elke leverancier springt in op de trend en probeert onderscheidend te zijn. Iedereen is op deelaspecten bezig met doorontwikkeling en telers met specifieke wensen worden op hun wenken bediend”, vertelt hij.
“We hebben absoluut bewondering voor de innovatieve instelling, maar we denken ook dat het is doorgeschoten. Er zijn al systemen die een investering van 40 euro per vierkante meter vergen. Let wel: alleen voor de luchtbehandeling. Dat is moeilijk terug te verdienen. En eigenlijk is het grootste voordeel van alle pioniers geweest dat we met zijn allen hebben geleerd om op een andere manier te telen, zelfs als je niet investeert.”

Grove keuze

Tijd om de stand van zaken eens onafhankelijk in beeld te brengen, concludeerde het adviesbureau een jaar geleden en zocht contact met Aat Dijkshoorn, projectleider Het Nieuwe Telen bij LTO Glaskracht. Gezamenlijk hebben ze een onderzoek opgezet onder 35 teeltbedrijven met een vorm van HNT-techniek. “Ons doel was om tot een overzicht te komen, waarmee een teler in een uurtje tot een grove keuze kan komen, waarbij hij mogelijkheden, kosten en opbrengsten een rol laat spelen”, zegt Verdonschot.
Uit de inventarisatie blijkt dat grofweg acht verschillende systemen bestaan, waarvan er drie strikt genomen geen luchtbehandeling worden genoemd, omdat ze alleen zorgen voor een betere homogenisering van de lucht en daarmee van temperatuur en vocht in de kas. De overblijvende vijf systemen zijn:
– Luchtbehandelingskast met slurf onderin
– Luchtbehandelingskast met slurf bovenin
– Luchtbehandelingskast met warmteterugwinning
– Schermventilator plus verdeelventilator
– Hoge capaciteit luchtbehandelingssysteem.
In de vijf figuren en de tabel bij dit verhaal staan de kenmerken, kosten en energiebesparing van de verschillende systemen. Binnen één categorie vallen meerdere modellen van verschillende leveranciers; er zijn daarom bewust geen merken genoemd. In de tabel zijn ook de drie systemen voor alleen het ventileren opgenomen.

Belemmering kennisuitwisseling

Sinds de inventarisatie is de ontwikkeling overigens net zo hard doorgegaan. Een nieuw systeem bij een komkommerteler werkt bijvoorbeeld zonder slurven. Hij blaast behandelde buitenlucht met ventilatoren over het gewas heen. Horizontale ventilatoren trekken de lucht verder naar het midden van de kas. De retourstroom gaat onder de teeltgoten door en gaat via gevelventilatoren naar buiten.
Een ander nieuw systeem zuigt lucht van boven het dubbele horizontale scherm aan door een koker en verdeelt deze met horizontale ventilatoren over de kas. De gewenste menging van kaslucht en aangezogen lucht kan naar behoefte worden gekozen.
Wat is nu eigenlijk het bezwaar tegen een veelheid aan oplossingen, geënt op specifieke bedrijfssituaties? Te grote complexiteit, gevaar van overinvestering, denken vanuit de techniek in plaats van vanuit het gewas, geven de adviseurs aan. En een belemmering voor de kennisuitwisseling. “Ieder vertelt zijn eigen verhaal. Dat is soms moeilijk te vergelijken met dat van collega’s”, constateert Verdonschot.

Anders gaan telen

Beide adviseurs kunnen gemakkelijk voorbeelden van overinvestering noemen. “Een van de tomatentelers die voorop liep, heeft een relatief ruim systeem aangelegd waarbij de maximale capaciteit zelden nodig blijkt. Een paprikateler die twee afdelingen kan vergelijken, eentje zonder en eentje mét luchtbehandelingssysteem, vindt dat hij de investering er niet uithaalt. Hij heeft in de oudere kas veel weten te besparen door anders te gaan telen. Het verschil met de nieuwe kas is niet meer zo groot”, vertelt Van de Ven.
Ook denken vanuit de techniek kan een valkuil zijn. Je moet juist vanuit de teelt denken. “HNT drijft op meer schermen, vaak met een dubbel doek. Als je de schermen meer dicht houdt, hoopt het vocht zich op, dan heb je dus een manier van ontvochtiging nodig. Op de cursus HNT leren telers hoe je dat zonder investering kunt doen; door condensatie tegen het koude kasdek boven het scherm of door kierende luchtramen boven een gesloten scherm. Vervolgens kan het nodig zijn nog meer te ontvochtigen. Dan is de eerste vraag hoeveel vocht je nog moet afvoeren via technische oplossingen. Dat verschilt per gewas; bij paprika is dat veel minder dan bij tomaat”, geeft hij aan.

Warmteterugwinning

Uit dit verhaal volgt waar de handvatten voor versimpelingen zitten, zegt zijn collega: “Vaak is een kleinere capaciteit mogelijk. Verder stellen we de slurven ter discussie. Het kost veel stroom om de lucht er doorheen te blazen. Door frequentieregeling kunnen de stroomkosten worden beperkt, maar teveel terugregelen gaat ten koste van de verdeling.”
De energie-adviseur is ook kritisch op de noodzaak van warmteterugwinning. Hierbij wordt de inkomende droge buitenlucht via een warmtewisselaar op de goede temperatuur gebracht door de (latente) warmte van de uit te blazen vochtige kaslucht te winnen. “Dat maakt het systeem heel complex, terwijl de warmteterugwinning in feite niet zo heel veel oplevert. De grootste energiebesparing zit juist in de schermuren, die je maakt. We horen wel positieve geluiden van gebruikers over warmteterugwinning, maar bij de huidige gasprijs is de terugverdientijd van de extra investering erg lang.”

Subsidiemogelijkheden

Je kunt het probleem ook vanuit de andere kant aanvliegen. Dan is de vraag: wat is er echt nodig? “Volg de teeltcursus bij LTO Glaskracht Nederland, dat is de basis”, is het eerste advies van Verdonschot. Vervolgens kan de teler op een rij zetten of anders gaan telen voldoende oplevert of dat investeren in techniek rendabel is. Aanschaf van extra ventilatoren zal snel noodzakelijk zijn als het scherm meer dicht blijft, anders krijg je warmte- en vochtophoping. Dit kost zo’n € 2/m2. Veel Duitse bedrijven kiezen momenteel voor deze simpele oplossing. Luchtbehandeling begint bij € 5/m2. Een tweede scherm komt op € 4-5/m2. Samen bedragen de minimale investeringen dan dus € 12/m2.
In de begintijd van HNT zijn investeringsbeslissingen soms gestuurd door de subsidiemogelijkheden. “Als de subsidies wegvallen, zullen de duurdere systemen afvallen”, verwacht Van de Ven. “Maar die hebben zeker hun nut. Zonder de duurdere systemen was de doorontwikkeling gestokt. We zien nu al een gang naar goedkopere systemen, zeker in Nederland. In het buitenland spelen soms andere overwegingen mee, zeker als er moet worden gekoeld.”

Samenvatting

Systemen voor luchtbehandeling zijn in te delen in acht typen. Elke leverancier is bezig met doorontwikkeling op deelgebieden. Dat maakt de zaken complex en telers kunnen onderlinge resultaten moeilijk vergelijken. Ook kan het leiden tot overinvestering. Daarom een pleidooi voor simpele, goedkopere en gestandaardiseerde systemen.

Tekst: Tijs Kierkels. Foto: Aelmans en Wilma Slegers

Gerelateerd