Sinds bijna twee jaar werkt Ruud Duijvestijn van Opti-flor met de Energie Monitoring Tool, die inzicht geeft in het eigen energieverbruik en dat van zes collega-orchideebedrijven. De verschillen tussen de bedrijven zijn erg groot, soms wel een factor drie. “Het gaat er om wat we van elkaar kunnen leren op energiegebied, niet wat goed of fout is.”
De Energie Monitoring Tool is een project van Orchidee NL, met AgroEnergy, AAB en LetsGrow als faciliterende partners. Het gaat in dit project om een integrale data-analyse, legt Duijvestijn uit: “Dan praat je over de hoeveelheid gas die je verbruikt, zowel voor ketel als WKK; over de inkoop en verkoop van elektra en warmte, inclusief warmtepompen, WKO en aardwarmte. Daar komt dan per bedrijf een CO2-emissie uit, die volgens twee protocollen wordt berekend. Dan zie je waar je als bedrijf qua CO2-footprint staat ten opzichte van je collega’s.”
Grote verschillen
Hoe scoren jullie zelf tot nu toe? “Wij scoren zelf redelijk goed. Degene met de laagste uitstoot heeft noodgedwongen zijn bedrijf moeten verkopen, dan praat ik over Maurice van der Hoorn met zijn ‘Kas zonder gas’. Die gebruikte geen gas en kocht groene stroom in. Dat voorbeeld wil je natuurlijk niet volgen.”
Niettemin is het verschil in energieverbruik tussen Opti-flor en het minst efficiënte bedrijf erg groot: een factor drie. Hoe verklaart hij dat? “Wij werken relatief veel met aardwarmte, verder maken we alle warmte zelf met behulp van gas. Wij hebben ook een wat lagere warmtebehoefte door de kassen die wij gebouwd hebben, de warme afdelingen zijn bij ons allemaal dubbeldeks uitgevoerd. In 2022 heeft een aantal bedrijven in LED geïnvesteerd, de hoogste verbruiker had nog helemaal geen LED hangen. We gebruiken natuurlijk allemaal koeling, maar de ene installatie is veel efficiënter dan de andere. Dat zie je terug in de input van energie.”
Leren van een ander
Bijzonder is dat de tool het vergelijken van bedrijven met een verschillende technische uitrusting mogelijk maakt. Duijvestijn ziet het primair als een benchmark-tool. “Waar sta ik nu ten opzichte van mijn collega’s en zit ik dan relatief gunstig of ongunstig in de markt en moet ik dus gaan investeren of niet en waarin dan? Daarnaast is het heel belangrijk dat het met elkaar discussie oplevert.”
Bij Opti-flor zelf startte die discussie over verduurzaming intern ongeveer tien jaar geleden en die is grotendeels gerealiseerd, zegt de teeltmanager. “In 2015 hebben wij een warmtepomp gekocht. Ik zal de discussie die wij intern hierover hadden nooit vergeten, zo van: is het allemaal wel nodig, et cetera. Het was toen al rond te rekenen. Achteraf gezien zijn we blij dat we hem hebben.”
Op de hoofdlocatie liggen nu 4.700 zonnepanelen, die zijn sinds begin vorig jaar operationeel. “In de toekomst willen we al onze koelstroom zelf opwekken. Wij hebben overal hybride licht hangen en een paar afdelingen met full LED. Dat heeft ervoor gezorgd dat wij staan waar wij nu staan. Maar wij kunnen nog steeds leren van een ander. Daar hoop je wel op, natuurlijk.”
Wake-up call
Kun je de tool ook gebruiken om bij jezelf meerdere locaties intern met elkaar te vergelijken? “Dat zou theoretisch kunnen, alleen doen wij dat nog niet. Maar wij weten wel heel goed wat er bij ons intern gebeurt. Dat merk je aan discussies met collega’s, die soms aan ons vragen ‘waar heb je het over’. Die hielden zich tot twee jaar geleden niet zo erg bezig met energie. Door de gascrisis is dat wel veranderd, voor een aantal bedrijven is dat toch een wake-up call geweest.”
Heeft de tool nog geleid tot aanpassingen in de teelt of het klimaat? “We zijn wel kritischer gaan kijken naar regelingen. Daar heeft de tool niet zozeer aan bijgedragen, maar meer de energiekosten en -markten. Vooral het laaghangende fruit hebben we proberen weg te halen. Bijvoorbeeld: op de juiste momenten wel of niet belichten. Op het laatste uur van de dag wel of geen lampen aan bijvoorbeeld: heeft dat wel of geen toegevoegde waarde? Iedere kilowatt kost immers geld. De niet-rendabele zaken proberen we eruit te krijgen, het is allemaal wat bewuster geworden.”
Flexibiliteit
“Een jaar geleden dachten we nog van: kunnen wij met deze energiekosten nog wel ons product blijven telen, moeten we niet naar wat anders toe? Dat gevoel is wel weg. We hebben nu een veel langere termijnstrategie op inkoopgebied. Dat we tijdig met verduurzamen begonnen zijn, heeft zich ook uitbetaald. Een andere energieadviseur heeft daaraan bijgedragen. Wij hebben eigenlijk altijd aan een stukje flexibiliteit kunnen werken. Kijk bijvoorbeeld naar aardwarmte, naar gasloos telen. Omgerekend betalen wij nu 50 cent per kuub voor aardwarmte, anno 2023. Dat is natuurlijk enorm hoog vergeleken met gas. Dat kost nu 38 cent, voor een heel jaar is dat 40 cent. Maar achteraf gezien ben je toch blij dat je er over kunt beschikken.”
De nieuwe kas die Opti-flor volgend jaar wil bouwen biedt ook weer een stukje efficiencyverbetering. “Er is nog geen klap op gegeven qua energieplaatje. We denken wel richting WKO’s en aardwarmte, dan kun je eigenlijk je hele bedrijf van warmte voorzien. Wat wij daar willen doen is in de winter de bodem afkoelen en die warmte gebruiken om de kas te verwarmen en in de zomer de koude afdelingen koelen met de kou die in de ondergrond opgeslagen zit.”
Meer deelnemers
Terug naar de CO2-footprint. Denkt hij dat de markt naar die getallen gaat vragen, voordat een orchideebedrijf mag leveren? “Er wordt wel steeds meer naar gevraagd, alhoewel ik daar zelf niet nauw bij betrokken ben. Er komt in ieder geval een CO2-emissie ketengetal uit in het kader van het energieconvenant. Qua emissie weet iedereen wat zijn uitstoot is om zijn kas van energie te voorzien. Dat zou je zelfs per plant kunnen uitrekenen.”
Wat de Energie Monitoring Tool zelf betreft: die is na twee jaar uitontwikkeld. Duijvestijn verwacht volgend jaar meer deelnemers, die maandelijks zelf hun gegevens registreren en direct inzicht krijgen in de gegevens van collega’s. “Er komen twee keer per jaar sessies om de zaken die eruit komen met elkaar te bespreken, zodat we daarvan kunnen leren. Daar gaat het uiteindelijk om.”
Tekst: Mario Bentvelsen