Aardbeienteler Rob van Enckevort is al sinds 2017 actief bezig met Het Nieuwe Telen. Dit betekent in de praktijk dat hij met name méér schermt. Aanvankelijk verliep dit niet zonder problemen; vocht in het gewas zorgde voor een hoge schimmel- en ziektedruk. Dit probleem wist de teler te tackelen door met behulp van verticale ventilatoren een actiever klimaat te creëren. Door extra te schermen, bespaart hij nu 30 tot 40% op zijn gasinzet.

Rob van Enckevort (36) groeide op tussen de aardbeien. Toch besloot hij uiteindelijk niet het ouderlijk aardbeienbedrijf voort te zetten, maar nam hij in 2015 een bedrijf in Horst-America over. “Tijdens mijn studie aan de HAS liep ik stage op dit bedrijf”, vertelt Van Enckevort. “Toen de eigenaren aangaven te willen stoppen, kreeg ik de kans om in het bedrijf te groeien. Het telde toentertijd 2,4 hectare aardbeien. Inmiddels is dit uitgebreid naar 5,3 hectare; we hebben ook nog een tweede locatie in Kronenberg. Daarnaast kocht ik vorig jaar het buurbedrijf van 2,2 hectare aan. Hier staat nu nog een komkommerteelt, maar volgend jaar willen we daar switchen naar aardbei.”
De focus van het bedrijf ligt op de doorteelt van het ras Malling Centenary. Dit betekent concreet dat in augustus wordt geplant, waarna in het najaar en voorjaar kan worden geoogst.  “We volgen het natuurlijke, traditionele teeltseizoen en belichten niet”, vertelt de teler, die zijn product afzet via telersvereniging Kompany. “Naast Malling Centenary hebben we nog een beperkt areaal met een doorteelt Elsanta en doen we een verse teelt Sonsation. Maar de nadruk ligt zoals gezegd op Malling Centenary. Dat is vrij uniek. Dit is een mooie, lekkere aardbei, maar de productie ligt lager dan bij Elsanta en de ziektegevoeligheid is hoger. Om maximaal grip te houden op de kwaliteit, houden we de vermeerdering in eigen hand.”

Intensiever schermen

Van Enckevort besloot in 2017 te gaan experimenteren met Het Nieuwe Telen. Energiebesparing was altijd al een belangrijk speerpunt in zijn bedrijf, dat volledig draait op ketelwarmte. Daarnaast wilde hij meer inzicht krijgen in de mogelijkheden van deze teeltwijze. “Ik besloot toen in één afdeling meer schermuren te gaan maken, om op die manier de uitstraling te verminderen en het energieverlies te beperken. Dat was echter niet meteen een succes. Mede doordat ik de klimaatinstellingen hier niet op had aangepast, ontstond een bedompt en weinig actief kasklimaat. Dit resulteerde in een hogere ziektedruk en ook de productie was niet naar behoren. Bij intensiever schermen horen bepaalde spelregels en die hadden we toen nog niet of onvoldoende onder de knie. Vooral het realiseren van een actief klimaat is cruciaal.”
Na deze tegenvaller legde de teler deze strategie een tijdje terzijde, om hier in 2021 opnieuw mee aan de slag te gaan. Hij investeerde toen in Nivolatoren; verticale ventilatoren, bedoeld om een actiever klimaat te realiseren. “Deze ventilatoren zorgen voor luchtcirculatie; ze mengen de lucht van boven in de kas met de lucht tussen het bladpakket”, zegt Matthijs Caspers van toeleverancier Nivola. “De ventilatoren blazen verse lucht door het dichte bladpakket, waardoor het vocht hier wordt afgevoerd en dit gelijkmatiger wordt verdeeld door de kas. Daarnaast komt er op deze manier extra CO2 tussen de bladeren, wat de fotosynthese bevordert.”

3.000 schermuren per jaar

De investering in de ventilatoren, die zijn bevestigd aan de tralie en waarvan er circa 40 tot 45 op een hectare hangen, bleek volgens Van Enckevort een goede zet. “Méér schermen werd ineens veel eenvoudiger”, geeft hij aan. “Het vochtgehalte in het gewas liep niet meer te hoog op, het gewas werd sneller droog en het klimaat werd actiever. Hierdoor liep de ziekte- en schimmeldruk flink terug. Met name meeldauw was voorheen een fors probleem, en dit kunnen we nu makkelijk onder controle houden. Ook de productie is naar behoren. En dat terwijl we nu uitkomen op zo’n drieduizend schermuren per jaar. Dat is ongeveer drie keer zoveel als voorheen.”

Goedkoper uit

Het meer schermen vertaalt zich in een lager gasverbruik: de teler bespaart 30 tot 40 procent, doordat hij toe kan met een lagere buistemperatuur. Daar staat tegenover dat de ventilatoren 6 tot 8 kW aan elektriciteit per hectare vragen. “Ons stroomverbruik is verdubbeld. Het is echter een utopie om te denken dat je je klimaat kunt activeren zonder dat je energie hoeft in te zetten. Desondanks ben ik per saldo nog altijd goedkoper uit. En het belangrijkste is dat we nu een actiever klimaat hebben − óók onder vochtige omstandigheden − en een gezonder en sterker gewas hebben staan. Mijn overtuiging is dat een hoger vochtniveau niet per se een probleem is, zolang de lucht maar in beweging is. Ook zijn we minder afhankelijk van gas, wat erg prettig is richting de toekomst. Voor mij zijn verticale ventilatoren, zoals deze, absoluut een must om HNT tot een succes te maken.”
Het feit dat zijn klimaatsturing inmiddels verder is geautomatiseerd, draagt volgens de teler bij aan een succesvolle inzet van de ventilatoren. “Onze klimaatcomputer is meer geavanceerd, daarnaast hebben we geïnvesteerd in sensoren die onder meer de uitstraling en het buitenvocht meten. Daarbij hangen er nu meetboxen boven het scherm. Hierdoor kunnen we het klimaat beter sturen én het scheelt ons veel werk. Eerst moesten we namelijk alles handmatig instellen.”

Temperatuurdaling

Sinds kort experimenteert de teler met de Nivolution; het ontvochtingssysteem van Nivola dat koude, droge lucht van boven het scherm in de kas brengt en op die manier de kaslucht ontvochtigt. Van Enckevort:“Ons idee was dat de vochtniveaus in de kas daarmee wellicht konden aftoppen, om zo het aantal schermuren verder op te voeren. Maar het inbrengen van koude lucht in de kas zorgt bij ons voor een flinke temperatuurdaling. Dat is vanzelfsprekend niet wenselijk. Voor bedrijven die een warmte-element hebben hangen, in de vorm van belichting, kan het systeem zeker wel nuttig zijn.”
Caspers herkent het verhaal van de teler. “Van Enckevort heeft een koude teelt en feit is dat je met dit ontvochtingssysteem afhankelijk bent van omstandigheden en temperaturen binnen en buiten. De lucht wordt immers niet verwarmd. Telers zetten het systeem daarom vooral in bij belichte teelten. Daar hangen veelal al twee schermen met een dicht verduisteringsdoek en wordt de koude lucht van boven het scherm ook gebruikt voor het bereiken van de juiste etmaaltemperatuur.”

Tweede energiescherm

Van Enckevort wil verdere stappen zetten in het reduceren van zijn gasverbruik, door te investeren in een tweede energiescherm. “Ik verwacht hierdoor niet extra schermuren te kunnen maken, maar wel de isolatiewaarde te verhogen en op die manier de buistemperatuur verder te kunnen verlagen. Dat moet nog eens een gasbesparing van 20 tot 25 procent opleveren. Op die manier willen we ons verder wapenen tegen de oplopende gaskosten als gevolg van de stijging van de energiebelasting, die eraan zit te komen.”

Tekst en beeld: Ank van Lier