Bladrandjes in de tomatenteelt is een oud probleem dat tegenwoordig af en toe opduikt bij Het Nieuwe Telen (HNT). Wat zou er mooier zijn dan dit verschijnsel oplossen middels een goede aangepaste bemesting? Wim Voogt deed onderzoek naar de invloed van chloor en ijzer-polyfosfaat op de calciumopname. Tot op heden zijn de juiste klimaatmaatregelen in combinatie met rassenkeuze de beste remedie.
Calcium, het mineraal dat onmisbaar is voor een goede celopbouw, heeft als lastige eigenschap dat het zich niet zelfstandig door de plant kan verplaatsen. Dit nutriënt is volledig afhankelijk van het watertransport door de plant.
Calciumgebrek geeft fysiologische afwijkingen, zoals rand in sla, bladrandjes in tomaten en sierteeltgewassen, maar ook afwijkingen aan de vruchten, zoals neusrot. Deze verschijnselen zijn direct gerelateerd aan zwakke cellen die tijdens de groei te weinig calcium als bouwstof hebben opgenomen. Door toepassing van elementen van HNT lijkt dit probleem toe te nemen. Dat is lastig, want een indirect gevolg van deze afwijking is gevoeligheid voor schimmelziekten, zoals Botrytis.
Lastig element
Wim Voogt en zijn collega’s van Wageningen UR Glastuinbouw werken al jarenlang aan het doorgronden van het plantmechanisme en de oorzaak van gebreken. Veel is al bekend, maar toch komen er steeds weer nieuwe inzichten bij.
Hij grijpt terug op enkele basisprincipes die steeds weer terugkomen bij dit onderwerp. “Calcium is een lastig element. De plant kan het alleen passief opnemen. Jonge, sterk groeiende plantendelen hebben het nodig voor de aanmaak van celwand en celmembraan. Je kunt een plantencel vergelijken met een fietsband. De wand is een stugge structuur, opgebouwd uit cellulose, pectine en hemicellulose. Calcium verbindt daarin de pectineketens. Dit raamwerk is daardoor flexibel”, legt hij uit.
Transport
Calciumtransport verloopt via de puntjes van jonge wortels, via de houtvaten (xyleem) naar alle delen van de plant. Dit gebeurt voornamelijk overdag, als de plant verdampt en voor een klein deel ’s nachts door middel van worteldruk. Jonge plantendelen hebben calcium nodig voor de opbouw van de celwanden bij de celstrekking. Daarbij zijn ze volledig afhankelijk van de aanvoer via de houtvaten. Is het mineraal eenmaal via de verdampingsstroom aangekomen op de plaats van bestemming, dan verplaatst het zich niet meer. Delen die het meest verdampen krijgen dus het meest. Zo kan het dus zijn dat delen van de plant die (nog) weinig verdampen onvoldoende krijgen aangevoerd en een tekort hebben, waardoor de gevormde cellen niet sterk genoeg zijn.
Voogt: “Eigenlijk moet je er dus voor zorgen dat het houtvatentransport naar groeipunten wordt gestimuleerd. Dit kan op twee manieren: zorg ervoor dat delen ook kunnen verdampen, of zorg voor voldoende worteldruk.”
Zwakke cellen zijn dus het primaire probleem, onder andere door calciumtekort. De echte problemen ontstaan op momenten dat de worteldruk te hoog is, of wanneer klimaatomstandigheden plotseling wisselen. Dan knappen zwakke celwanden of lekken de celmembranen en ontstaan de bekende fysiologische afwijkingen.
Bladmonsters
Voogt nam afgelopen jaar bladmonsters in een belichte tomatenteelt om de mineralenbalans te bestuderen bij de rassen Komeett en Brioso. De eerste is gevoelig voor bladrandjes, de tweede niet. Hij nam de monsters van een blad in de kop, naast de jongste tros die nog niet in bloei is, een blad naast de jongste volledig gezette tros en een oud blad onderin de plant. Daaruit bleek dat er nauwelijks verschillen waren in calciumgehalte tussen beide rassen. Dus de gevoeligheid van rassen hangt niet direct samen met dit gehalte.
Wat daarbij opviel was de enorme toename van het calciumgehalte naarmate het blad ouder wordt. Ook constateerde de onderzoeker dat het calciumgehalte in de jongste blaadjes (kop) afnam in de winter, maar ook met het toenemen van de plantbelasting. Iedere teler weet uit ervaring dat bladrandjes vooral voorkomen in de periode van januari tot en met maart. De monsters bevestigden dit, omdat het calciumgehalte van het blad in die periode heel veel lager is dan in het late voorjaar en de zomer. In juni bevatten de jongste bladeren meer dan twee keer zoveel calcium als in december. Een oud blad bevat zowel in zomer als winter tien keer zoveel calcium als een jong kopblaadje. En dat is best een groot verschil.
Aangepaste voedingsoplossing
Het onderzoek richtte zich ook op de vraag of via aanpassing van de voedingsoplossing calciumopname kon worden gestimuleerd. Aangezien eerder is gebleken dat chloride in de voeding de opname van calcium kan verbeteren, is er een aanpassing gedaan in de NO3/Cl verhouding. Daarnaast is een behandeling toegepast met Fe-polyfosfaat, omdat dit eerder in komkommer minder bol-blad gaf.
Vergeleken met een standaard voedingsoplossing was het effect op bladrandjes door beide aanpassingen enigszins teleurstellend en zagen de onderzoekers geen verschillen in het aantal bladrandjes.
Klimaatschok
Dit in ogenschouw nemend komt Voogt toch weer terug bij de klimaatinstellingen, die meer invloed hebben op het ontstaan van bladrandjes dan andere maatregelen. Door HNT ontstaan soms situaties die het probleem eerder in de hand werken dan het vermijden.
HNT is van oorsprong een manier van telen om meer energie te besparen. Daarom wordt de minimumbuis nogal eens weggelaten, mag de RV hoger oplopen en is het vochtdeficit laag. Bovendien bevat de kaslucht veel CO2, waardoor de huidmondjes niet helemaal open staan. Door het geringe transport via de houtvaten komt er onvoldoende calcium in de groeipunten aan, waardoor de cellen zwak zijn. Als vervolgens in het voorjaar de situatie ontstaat dat er moet worden gelucht, dan ontstaat plots een hoog vochtdeficit. De bladeren gaan verdampen en de worteldruk kan dit niet bijbenen. Die schok zorgt er voor dat stress ontstaat.
Korte nacht
De trend om steeds langer te belichten werkt in de hand dat de plant minder uren rust krijgt in de nacht. Dit geeft dan minder tijd om voldoende calcium naar de groeipunten te krijgen, aangezien het transport ’s nachts deels via worteldruk plaatsvindt. Er komt zo minder calcium op de plaatsen in de plant die overdag (nog) niet veel verdampen. Dat zijn de jonge scheuten en bladeren waar nieuwe cellen worden aangelegd en waar celstrekking plaatsvindt.
Naast de eerder genoemde vochtstress kan soms ook de interne vochtspanning (worteldruk) zo hoog zijn dat de zwakke cellen de spanning niet aankunnen en knappen. Dit lijkt nogal tegenstrijdig, omdat worteldruk er juist voor moet zorgen dat er geen zwakke cellen ontstaan, doordat er voldoende calcium wordt aangevoerd. Helaas gebeurt dit doordat de periode van (zwakke) celopbouw niet parallel loopt met het ontstaan van het symptoom, dus het knappen van cellen.
Voogt: “De belangrijkste conclusie die je hieruit kunt trekken is dat overgangen in klimaat zeer gelijkmatig moeten plaatsvinden. Gelukkig komt het accent van HNT steeds meer op optimalisatie van het klimaat te liggen, waarbij plantbalansen zoals de waterbalans leidraad zijn. Dat is veel beter voor het gewas dan puur besparen op energie.”
Samenvatting
Rassenkeuze en klimaat zijn de belangrijkste instrumenten om bladrandjes te voorkomen, want het bijsturen met voeding blijkt onvoldoende handvatten te geven om de calciumopname te verbeteren. Vooral de jonge plantendelen zijn kwetsbaar. Door toepassing van HNT kan een gewas extra kwetsbaar worden voor fysiologische afwijkingen. De beste remedie is om vochtschokken te voorkomen.
Tekst en foto’s: Pieternel van Velden en Wageningen UR Glastuinbouw.