Voor Nederlandse begrippen is telen onder LED nog duur, maar elke teler zal er een keer aan moeten geloven. Dat stelt teeltmanager en onderzoeker Rick van der Burg. Dat LED de toekomst heeft, staat voor hem wel vast. Diverse proeven in de afgelopen jaren tonen echter wel aan dat nog veel onderzoek noodzakelijk is om de meerwaarde per gewas aan te tonen.
Delphy Improvement Centre in Bleiswijk is al acht jaar bezig met proeven in tomaat met 100% LED. “Daarin hebben we al gigantische stappen gemaakt. De meerwaarde van deze vorm van belichting voor het product is duidelijk, denk aan kasklimaat, CO2-benutting en productie. SON-T kent gewoon zijn beperkingen”, stelt Van der Burg, teeltmanager van het onderzoekscentrum.
Het kenniscentrum initieert ook eigen onderzoeken en vindt belichting daarin een belangrijk thema. Zo is het project ‘De ‘groen(st)e’ komkommer’ (zie verderop) op eigen initiatief opgezet. “Dit is een groot gewas in Nederland, dat eigenlijk jaarrond in de markt moet zijn. We willen daarop inspelen en voor de telers uitlopen en voor hen de kennis ontwikkelen. We wachten dus niet altijd af tot een klant naar ons toekomt, maar we zitten ook aan de initiërende kant.”
Anders telen
Een aantal proeven zit nog duidelijk in de onderzoeksfase (zie bijvoorbeeld De Winteraardbei), maar andere zijn zo goed als praktijkklaar (zoals De duurzame smaaktomaat). Maar desondanks is het niet zomaar uitgerold richting de praktijk. LED vraagt een andere manier van telen. Dat is al te zien in de verschillende proeven. Het gewas gedraagt zich anders onder deze vorm van belichting. Vooralsnog blijft onderzoek dus hoognodig. “We hebben nog een hoop te leren”, stelt Van der Burg. “Teeltkennis, kleurspectrum, klimaatstrategie, dat zijn allemaal zaken waar nog heel veel variabelen in zijn. Kies je voor 100% LED of een hybride vorm met SON-T en in welke verhouding dan? Hang je de lampen tussen het gewas of erboven?”
De betrokkenheid van telers in de vorm van een telersgroep – de zogeheten begeleidingscommissie onderzoek (BCO) – is daarbij erg belangrijk. “De telersgroep houdt ons scherp. Hierdoor blijven we dichtbij de praktijk. Als we iets bedenken, kunnen zij beoordelen of het realistisch is of niet. Ze helpen ons om stappen te maken, waardoor zij straks weer vooruit kunnen in de praktijk.”
De complexiteit van telen onder LED’s wordt duidelijk uit de resultaten van drie proeven die onderstaand worden uitgelicht.
De duurzame smaaktomaat
De Juanita’s die onder 100% LED groeien, staan er mooi bij. “We hebben het voor elkaar gekregen om een mooie smaakvolle tomaat te telen”, zegt Joris Mulders, adviseur van Team Glasgroenten.
De insteek van dit onderzoek is smaak. De proef vergelijkt tomaten die een standaard recept aan voedingsstoffen krijgen met tomaten die een smaakrecept krijgen toegediend. Dat smaakrecept heeft een hogere concentratie natrium, chloride en sulfaat en kent een lager stikstofgehalte. Het onderzoek werd gedaan bij 210 µmol/m2/s.
Het standaard recept leverde tot begin mei een productie op van 21,7 kg/m3 en het smaakrecept 20,6 kg/m3. Daarnaast werden er brixmetingen gedaan. “Hoewel LED niet direct invloed heeft op smaak, beïnvloedt het de smaak wel indirect”, stelt Mulders. “Het zorgt voor meer aanmaak van assimilaten onderin het gewas. Dat heeft invloed op de brix. Daarnaast zorgt het voor een hogere productie. Met deze manier van belichten kun je langer doorbelichten zonder een warmteoverschot te creëren.”
Rendement maken
De proefresultaten geven nog onvoldoende vertrouwen aan telers om dit door te zetten naar de praktijk. “Jaar na jaar leren we meer en we moeten nog meer met het recept spelen”, stelt hij.
Voor tomatenteler Theo Duijvestijn van Littletom zijn deze smaakproeven onontbeerlijk. Hij is nauw betrokken bij de proef. “Smaak is erg belangrijk. Door proeven te doen verken je de grenzen en creëer je mogelijkheden. Die grenzen neem je mee naar je eigen kas.”
In zijn kas in Poeldijk heeft hij geen belichting. “Dat past niet bij de rassen die we nu telen, maar ik denk wel dat LED de toekomst is. We moeten nu eenmaal naar een steeds duurzamere manier van telen en LED is daar een onderdeel van. Al geldt dat wel voor de langere termijn. Nu is het vergeleken met SON-T nog te duur. Onder de streep moet je wel rendement kunnen blijven maken. Dat betekent dus eerst nog meer kennis vergaren.”
Winteraardbei
De proeven met de Winteraardbei zijn vier jaar geleden gestart en opgezet om op een efficiënte manier aardbeien jaarrond te telen. De proef van afgelopen winter met doordragers onder LED’s roept tot nu toe meer vragen op dan het antwoorden geeft. “Theoretisch is het een mooi verhaal, maar de praktijk is anders”, zegt adviseur Remco van Endschot van Team Aardbei. “Doordragers zijn geen voorgeprogrammeerde planten. Hoewel in eerdere winters is gebleken dat junidragers van bepaalde rassen zich prima gedragen onder deze belichting, vallen de resultaten in de doordragende rassen tegen.” Zo wil de plant niet goed strekken, de zetting valt tegen, het gewas gedraagt zich generatiever. De balans is eruit.
“We proberen nu te achterhalen waar het in zit”, gaat hij verder. “Is het rasafhankelijk, heeft het te maken met het kleurenspectrum, zit het in de opkweek van de planten? De proef geeft nog niet alle antwoorden en vraagt om een vervolg.”
Ook hier wordt zeer nauw samengewerkt met de telers die participeren in het project. Samen proberen ze antwoorden te vinden op vragen als: waarom doet de plant zoals hij doet? Waar ligt de sleutel tot succes? “Persoonlijk ben ik er wel van overtuigd dat LED werkt, we moeten alleen de juiste toepassing vinden”, zegt Van Endschot.
De ‘groen(st)e’ komkommer
De winter door telen onder SON-T en LED. Dat was een van de doelen in het onderzoek De ‘groen(st)e’ komkommer. In oktober werd het gewas geplant, maar eind januari is ervoor gekozen om een nieuw gewas neer te zetten. “De proef die we hadden staan was geplant in een periode waarin het natuurlijk licht afnam. In combinatie met een te hoge plantbelasting heeft het gewas zichzelf uitgeput”, zegt adviseur Rens Smith van Team Glasgroenten.
Veel geleerd hebben de betrokkenen wel in die periode “Met deze belichting moet je heel anders kijken naar het gewas. Zo zagen we veel gekrulde bladeren. De combinatie met deze vorm van belichting vraagt een aangepaste snoeistrategie. We hadden bijvoorbeeld planten die er niet mooi bij stonden, maar wel kilo’s maakten. En daar gaat het uiteindelijk om.”
Op de goede weg
Teler Kees Hendriks zit in de begeleidingscommissie en is nauw betrokken bij de proef. “In mijn optiek valt er meer te leren dan we voor de proef dachten. We moeten meer onderzoek doen wat de invloed is van licht. Is er een betere kleurencombinatie nodig, wat doet het ontbreken van warmtestraling met de plant? Daarnaast vraagt LED een andere klimaat- en watergeefstrategie.”
Zelf teelt hij op 6,2 ha komkommers, waarvan 2,8 ha belicht onder SON-T. “Wanneer het 0 graden is, is warmte die van de SON-T-lampen afkomt welkom, maar bij 10 graden zit die warmtestraling soms in de weg bij een intensiteit van 200 µmol. Ik ben ervan overtuigd dat we met LED efficiënter kunnen telen, alleen het omslagpunt is nog niet bereikt. Het is nog steeds te duur.”
Smith ziet ook nog veel uitdagingen: “Hoe behaal je meer kilo’s per week zonder de plant te remmen? Hoever kun je gaan met licht voor een optimale plantbalans? Daarnaast zijn er nog genoeg andere factoren die invloed hebben op de productie. Maar we zijn op de goede weg. Stappen zullen uiteindelijk worden gemaakt. Van onbelicht, naar SON-T of LED of een hybridevorm.”
Samenvatting
LED heeft de toekomst, zo stellen teeltspecialisten en onderzoekers uit Bleiswijk. Onderzoek blijft nog steeds hoognodig, voordat het op grote schaal kun worden uitgerold naar de praktijk. Zo roepen de proeven Winteraardbei en De ‘groen(st)e’ komkommer meer vragen op dan voor aanvang van de proef. Maar een proef als De duurzame smaaktomaat laat positieve resultaten zien onder deze vorm van belichting. Door meerdere jaren onderzoek ontstaan de juiste concepten, wel moet steeds het rendement voor toepassing nog worden bewezen.
Tekst: Marjolein van Woerkom.
Beeld: Pieternel van Velden en Marjolein van Woerkom.