Eind april kregen drie werkgroepen, in hoofdzaak bemand door telers, groen licht om de haalbaarheid van een regionaal Warmtesysteem Westland te onderzoeken. Zij richten zich respectievelijk op de technische, organisatorische en financiële aspecten. “Ook de glastuinbouw moet versneld van het gas af en dat heeft een enorme impact”, zegt Nico van Ruiten.

Van Ruiten werd vorig jaar door Energie Transitie Partners (ETP) aangesteld als kwartiermaker voor het verkenningstraject van een warmtesysteem dat een vitale, klimaatneutrale glastuinbouw in het Westland moet faciliteren.

Voldoende draagvlak

“De glastuinbouw is een grootverbruiker van aardgas en het ligt voor de hand om op dit vlak het voortouw te nemen”, licht hij toe. “We hebben een aantal zeer betrokken en ervaren telers bereid gevonden om daarvoor drie werkgroepen te bemannen. Zij zetten zich nu in om een samenhangend beeld te vormen van de uitgangspunten en randvoorwaarden voor de realisatie van een regionaal distributienet voor warmte en CO2. We willen de uitkomsten in september voorleggen aan het Platform Warm Westland, waarin alle stakeholders zijn vertegenwoordigd. Daar moet blijken of een robuust en gebiedsdekkend warmtenet in het Westland haalbaar is en of er voldoende draagvlak is onder telers.”

Verbinden van clusters

Energiemanager Jacco Besuijen van Prominent (zie foto) is een van de deelnemers aan de verkenning. Samen met drie collega’s van telerszijde (allen betrokken bij geothermieprojecten) en een deskundige van ETP verkent hij de technische wensen en mogelijkheden. “Het is een gegeven dat we op termijn van het gas af moeten”, stelt de energiespecialist vast. “Om te voorkomen dat de ondernemers uiteindelijk een pak krijgen aangemeten dat niet past, moeten we nu ons huiswerk doen. ETP heeft de 500 grootste warmtevragers in het gebied al in kaart gebracht. Het is niet onze opzet om alle bedrijven individueel te benaderen. Wij zien de Westlandse glastuinbouw als een verzameling van clusters, die hun energievraag en -aanbod grotendeels zelf kunnen en moeten organiseren. Wij richten ons vooral op de infrastructuur die nodig is voor levering van warmte en CO2 van buitenaf en voor het onderling verbinden van clusters.”

Terugleveren

Eén van de wensen die al is uitgesproken, is dat zo’n distributienet ook open moet staan voor het terugleveren van warmte. Andere aandachtspunten van de werkgroep techniek zijn onder andere de ideale temperatuur en de benodigde buffercapaciteit in het systeem. “Idealiter wordt het een open systeem, dat geschikt is voor afname, teruglevering en handel”, meent Besuijen. “Daar kunnen zowel leveranciers als afnemers zich comfortabel bij voelen.”

Tekst: Jan van Staalduinen