Na vruchtgroenten en snijbloemen is het de beurt aan potplanten om kennis te maken met Het Nieuwe Telen. Zamioculcas is gekozen als proefgewas. Een dubbel energiescherm in combinatie met een diffuus scherm moet zorgen voor optimale teeltcondities in de zomer en maximale energiebesparing in de winter. De proefnemers hopen dat deze klimaatstrategie positieve invloed heeft op het gewicht en de kwaliteit van de planten.

Bij het Delphy Improvement Centre in Bleiswijk is half december het nieuwe onderzoek naar een lager energieverbruik in potplanten van start gegaan. Een jaar lang vindt daar in twee afdelingen onderzoek plaats naar Het Nieuwe Telen (HNT). Het pilotgewas is zamioculcas, in drie plantstadia en twee potmaten (12 en 17 cm). In de afdelingen staan ook dipladenia’s, zodat de potplantensector wat breder is vertegenwoordigd.
Hans Weerdenburg, teeltman bij kwekerij Hoge Weide, onderzoeker Tristan Marcal Balk en adviseur Erik de Rooij, beiden werkzaam bij Delphy, nemen een kijkje bij de planten en bespreken de plannen.

Verschillen per afdeling

Eén afdeling is geschikt gemaakt voor HNT. De kas heeft bovenin één diffuus scherm (Harmony 3647 FR) en daaronder een dubbel energiescherm (Luxous 1147) met spouw om maximaal energie te besparen. “Om een actief klimaat te houden heeft de afdeling nivolatoren die voor luchtbeweging zorgen”, vertelt Marcal Balk. De teeltstrategie speelt in op buitencondities, zoals temperatuur en instraling.
De schermen zorgen er voor dat de luchtvochtigheid relatief hoog is en de planttemperatuur op niveau blijft door minder uitstraling. Een vernevelingsinstallatie helpt bij het reguleren van de verdamping in de zomer, zodat er meer licht kan worden toegelaten.
De andere afdeling is ingericht zoals een standaard potplantenbedrijf, met een gecombineerd scherm dat overdag zon weert en ’s nachts energie bespaart (Tempa 5555 FR). De teeltstrategie is daar zoals gebruikelijk.

Energiedoelstelling

Weerdenburg verwacht dat een energieverbruik van 33,4 m3 per m2, zoals hier is aangenomen, reëel is. “Wij proberen hier een verbruik van 18 kuub te halen. Dat is een besparing van 45%. Door meer schermen zonder vaste minimumbuis in de HNT-afdeling moet het mogelijk zijn om goede resultaten te halen.”
In beide afdelingen zijn planttemperatuurmeters geïnstalleerd, die vastleggen wat er precies gebeurt onder de verschillende klimaatomstandigheden. De Rooij: “We proberen vooral in beeld te krijgen waaraan de plant behoefte heeft.”

Ingewikkeld gewas

Zamioculcas is geen eenvoudig gewas en gevoelig voor zwakteparasieten, zoals Pythium en Erwinia. Om die reden wordt bovendoor water gegeven. Via sensoren in de pot houdt Marcal Balk het vochtgehalte van het substraat nauwkeurig in de gaten en past de watergeefstrategie aan.
Als de hoeveelheid licht in de wintermaanden afneemt gaat de plant in rust. Deze maakt dan geen nieuwe ‘veren’. Zodra de hoeveelheid instraling in het voorjaar toeneemt maakt de plant weer nieuwe uitlopers. Over de juiste hoeveelheid licht die nodig is om door te groeien is nog niet zo veel bekend. Over de vraag of het temperatuurregime in de HNT daar ook invloed op heeft nog minder.

Goed in balans

“Ik verwacht dat we verschillen gaan zien tussen beide afdelingen. Ik hoop natuurlijk dat de planten ook zwaarder en vleziger worden. We zoeken altijd naar een planttype dat goed in balans is”, vertelt Weerdenburg. “We willen niet dat de planten door andere klimaatomstandigheden energie in de aanmaak van knollen gaan stoppen.” “Vast staat dat we in ieder geval veel gaan opsteken van deze proef, net zoals dat ook bij andere gewassen gebeurt”, besluit de Rooij.
Het onderzoek valt binnen het programma Kas als Energiebron en is gefinancierd door het Ministerie van EZ, Svensson en vijf potplantentelers. Synchroon aan dit onderzoek loopt de cursus Het Nieuwe Telen voor potplantentelers.

Tekst en foto’s: Pieternel van Velden.





Gerelateerd