Ondanks grote inspanningen van veel glastuinbouwbedrijven om belasting van het milieu te verminderen is de sector nog steeds niet ‘waterdicht’. Watercoaches moeten telers helpen om ongewenste lekken vanuit hun kassen te voorkomen. Glastuinbouw Nederland startte een pilot hiermee en wil dit na de zomer een vervolg geven. “Wij zijn er om telers te helpen, niet om te controleren”, vertelt watercoach Martijn Voorwinden.
Glastuinbouw Nederland spant zich al jaren in nauwe samenwerking met telers en diverse waterschappen in om de belasting van grond- en oppervlaktewater vanuit de glastuinbouw in te dammen. De inzet is dat gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen niet vanuit het watersysteem van tuinbouwbedrijven in grond- en oppervlaktewater terecht komen. Met de lancering van ‘watercoaches’ wil de organisatie daar weer een stap in vooruit zetten, door te kiezen voor een persoonlijke benadering.
Beperken van lozingen
“Er is de laatste jaren veel vooruitgang geboekt in het beperken van lozingen en ook de bewustwording hierover is verbeterd. Maar het kan nog een stapje beter. Bijvoorbeeld door kennis over waterefficiënt werken te verspreiden onder zoveel mogelijk telers”, vertelt Martijn Voorwinden van Delphy. Samen met zijn collega Robert Vollebregt is hij als watercoach ingezet in het pilotproject dat recent is gestart met enkele telersgroepen. Van de zes deelnemende tuinbouwbedrijven, allen in dezelfde Westlandse polder, hebben zij er inmiddels vier bezocht. “Als dit is afgerond gaan we bekijken hoe we dit verder uitrollen en hoe we onze rol het beste kunnen vormgeven. Het is nadrukkelijk het doel om telers te helpen, niet om ze te controleren. Ik denk dat we dit als watercoach het beste via maatwerk kunnen doen.”
Waterscan
De aanpak tot nu bestaat uit een waterscan die de teler zelf invult, daaropvolgend een bedrijfsbezoek waarin de waterkringloop wordt doorgelicht en een eindrapportage met advies over eventuele verbeterpunten. “In de waterscan moet de ondernemer allerlei vragen over zijn watersysteem en -gebruik invullen. Aan de hand daarvan bespreken we wat voor verbeterpunten er kunnen zijn en lopen we een rondje door het bedrijf”, vertelt hij. De adviseur loopt met de teler, of een teeltmanager, door en rond de kas en de waterruimte.
Meest voorkomende lekkages
De watercoaches hebben tijdens deze ronde speciale aandacht voor de lijst met meest voorkomende lekkages die is opgenomen in het onderzoeksrapport ‘Beperken en voorkomen (bodem)lekkages glastuinbouw’. In opdracht van onder meer Stichting Kennis in je Kas deden de bureaus Ecorys, CLM en Witteveen+Bos onderzoek naar mogelijke emissieroutes van nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen naar het oppervlaktewater via de bodem.
Voorwinden noemt wat voorbeelden: “Denk aan loszittende aansluitingen tussen teeltgoot en hoofddrain, waardoor drainwater weglekt naar de kasbodem. Ook gescheurde steenwolmatten of loshangende druppelaars zorgen voor lekstromen. Daarbij is nooit sprake van onwil, het is meer een kwestie van tijdgebrek om dit voortdurend te controleren.”
Na afloop van het bedrijfsbezoek maken de watercoaches een rapportage met aanbevelingen hoe de teler de kas nog beter waterdicht kan krijgen. Ook het delen van nieuwe kennis hoort daarbij. “Er is de laatste jaren veel onderzoek gedaan naar bewuster en zuiniger omgaan met de watergift, zoals telen met een hoger natriumgehalte. Het is goed als die informatie zoveel mogelijk telers bereikt.”
Grootste winst
De Delphy-adviseur realiseert zich dat in de pilot voornamelijk bedrijven deelnamen die al heel bewust met hun watersysteem bezig zijn. “Het is straks vooral de uitdaging hoe we die bedrijven bereiken waar nog niet alles op orde is en waar dus de grootste winst te boeken valt.”
Volgens Guus Meis, beleidsspecialist water van Glastuinbouw Nederland is er veel interesse voor het initiatief om watercoaches in te zetten. “Zowel het ministerie van Infrastructuur en Milieu, provincies en waterschappen als telersverenigingen zien hier het belang van in en willen dit steunen.” Hoe dit in de praktijk verder uitkristalliseert moet in de komende maanden blijken, stelt hij.
Tekst: Koen van Wijk