Het negende Westland Event stond in het teken van internationale kansen en samenwerking. Diverse interessante sprekers boden de bijna 700 aanwezigen een kijkje in hun bedrijfsstrategie, welke kansen zij zagen en welke samenwerkingen zij aangingen. “We zijn geen tiny country, think big!”
Onder leiding van dagvoorzitter Annemarie van Gaal mocht wethouder Theo Duijvestijn van Gemeente Westland aftrappen. Hij begon met het opsommen van de bekende wereldvraagstukken: de groei van de wereldbevolking, klimaatverandering, de schaarste van hulpbronnen en de toenemende verstedelijking. “Hierdoor neemt de vraag naar veilig en vers voedsel en een veilige en schone leefomgeving toe. In Nederland hebben wij de kennis en kunde om die megacities duurzaam van voedsel te voorzien. In toenemende mate wordt internationaal erkend wat de potentie is van onze sector en wat wij te bieden hebben op het gebied van voedselzekerheid en -veiligheid, slimme logistieke concepten, en het efficiënt omgaan met energie en water.” Hij verwees daarbij naar het artikel ‘This tiny country feeds the world’, dat in september in National Geographic verscheen. Maar we zijn er nog niet, zei hij: “Wij kúnnen integrale oplossingen voor megasteden bieden, maar de samenwerking met andere sectoren en internationale overheden en kennisinstellingen benutten we nog niet voldoende. Ook zijn we als MKB-bedrijven te klein om die oplossingen te kunnen bieden. Wij moeten daarom meer strategisch, vanuit concepten, internationaal opereren.”
‘Valley of death’
Annemieke Roobeek van Universiteit Nijenrode, vorig jaar spreker op het Westland Event, pleitte ook voor meer internationale samenwerking: “We moeten nieuwe dingen uitproberen, met elkaar, in ecosystemen. En niet bang zijn, want we gaan een enorme sprong maken. Maar diegenen die denken dat ze het wel alleen af kunnen, zullen terecht komen in een hele diepe ‘valley of death’ . In het afgelopen jaar ben ik ervan overtuigd geraakt hoeveel kennis en kracht hier zit, maar ook hoe verspreid en versplinterd die is. Daar moeten we echt aan werken. We zijn geen tiny country, think big!”
Meer, minder, beter
Ook Ernst van den Ende, algemeen directeur Plant Science Group van Wageningen University & Research, ging ook in op het NatGeo-artikel met de veelbelovende ondertitel ‘Agricultural giant is changing the way we farm’. “Ik heb sinds het verschijnen ervan wel twintig investeerders langs gehad in Wageningen uit alle hoeken van de wereld. Zij zeggen: wij willen investeren in het buitenland, want wij zien grote mogelijkheden.” Als grootste uitdaging noemde hij het bieden van wereldwijde voedselzekerheid. “De vraag naar voedsel neemt internationaal toe en de beschikbaarheid van landbouwgrond neemt af. En de wereldbevolking groeit naar 9 miljard mensen in 2050. Als er niets veranderd zullen we in de komende 40 jaar evenveel voedsel moeten produceren als in de afgelopen 8.000 jaar. Dat is de uitdaging.” Hij pleitte daarom voor ‘meer, minder en beter’ als leidraad voor innovaties: “We moeten meer produceren per vierkante meter, met minder input van energie, water, bestrijdingsmiddelen en mest. En we moeten het beter doen: veiliger en gezonder en het misschien anders gaan verdelen.”
Ook Van den Ende vindt dat Nederland zich internationaal meer als een eenheid naar buiten moet presenteren. Daarnaast adviseerde hij ondernemers om vaker over de grens te kijken: “Staar je niet blind op de eigen regio of op de tuinbouw, maar haak aan bij andere topsectoren en kennisinstellingen. Probeer te profiteren van technologieën die elders worden ontwikkeld.” Hij noemde onder meer de mogelijkheden van data, crispr-cas en sequencen, die op termijn tot precisieveredeling zullen leiden. Maar ook virtual plant modelling, robotisering, sensor- en beeldtechnologie, waarmee je kunt zien of een plant ziek is, voordat je dit met het blote oog kunt waarnemen.
Wat is echt disruptief voor onze sector? “Dat er nieuwe partners binnen komen. Grote bedrijven als Google, Amazon, Alibaba, IBM en Mitsubishi zetten bij ons projecten uit omdat ze grote kansen zien en investeren ‘bakken’ geld. Dat gaat het hele cluster veranderen. Die ontwikkeling is niet te stoppen, maar biedt ook mogelijkheden. Zoek de samenwerking en pak je kans”, aldus Van den Ende.
Ken je partners
Marco van Leeuwen, Managing Director van Rijk Zwaan, opende met een teaser: “Samenwerking? Dacht het niet!” Hij vertelde de aanwezigen over de manier waarop Rijk Zwaan internationaal opereert en hoe zij gebruik maakt van het CAGE-model van Professor Ghemawat. Met behulp van dit model brengt de veredelaar de cultuur, overheid, geografie en economie van potentiële markten in kaart. “Samenwerken is geen doel op zich. Samenwerking moet functioneel zijn, toegevoegde waarde opleveren voor alle deelnemers. De partners moeten goed bij elkaar passen, zowel qua DNA, omvang als complementariteit. Een goede DNA-match is de basis voor vertrouwen.” Onze ketenpartners bepalen mede met wie we moeten samenwerken, vervolgde hij. “Wij geloven daarom sterk in gelegenheidsconsortia, zoals Holland Horti International. Het is belangrijk dat wij als Nederland Tuinbouwland met een eenduidige uitstraling naar buiten komen, gebaseerd op kwaliteit, betrouwbaarheid en onze ‘can-do’-mentaliteit. Een goed merk kan hierbij ondersteunen, maar we moeten voorkomen dat we met teveel platforms onze overheden en investeerders bestoken.” Naast Holland Horti International werden door andere sprekers onder meer Avag, Blueroots, World Horti Center en Dutch Greenhouse Delta als platforms voor handelsbevordering genoemd, wat de indruk versterkte dat er van eenheid op dit gebied nog lang geen sprake is.
Val Leeuwen ziet voor de tuinbouw volop kansen, maar wil de aanwezigen ook waarschuwen: “Naast energie en water zal gezonde voeding door veel overheden tot topprioriteit worden verheven. Het geld van de investeerders klotst over de kade, maar internationalisering is echt een vak apart. Ga niet zomaar op avontuur omdat je op een beurs een ‘interessante lead op hoge hakken’ hebt ontdekt.” Samenwerken kan ervoor zorgen dat we kunnen deelnemen aan grote projecten. “Maar dat betekent ook: grote risico’s, grote aansprakelijkheid en grote problemen. Samenwerken in Nederland is al niet eenvoudig. Samenwerken in het buitenland vergt nog veel meer. Leer je partners daarom eerst goed kennen”, aldus Van Leeuwen.
KUBO en Ter Laak AmericaS
Wouter Kuiper, CEO van kassenbouwer KUBO en Richard ter Laak, mede-eigenaar van Ter Laak Orchids, lichtten hun ervaringen toe met grote projecten in het buitenland. Van het dronken worden met Chinezen tot Guatemalteekse werknemers, die slecht nieuws liever niet aan hun baas vertellen. Ondanks het feit dat zij bij hun internationale avonturen ook problemen tegenkomen was de boodschap van beide ondernemers helder: er liggen grote kansen voor de glastuinbouwsector.
Wouter Kuiper noemde onder meer de teelt van legale cannabis, die nu in Canada van de grond komt. “Die markt groeit momenteel zo snel, dat wij – nu al – een of twee aanvragen in de week binnenkrijgen. Dat zal volgend jaar alleen maar toenemen. Maar wij zijn ingesteld op lineaire groei, niet op exponentiële groei. Een nog grotere uitdaging is: waar gaan die bedrijven hun teeltkennis vandaan halen? Zonder de juiste knowhow, big data, algoritmes of systematiek wordt dat een probleem.” Hij ziet twee mogelijkheden: “Of wij gaan het doen, of de grote bedrijven met het grote geld gaan het doen. Willen wij een internationale rol blijven spelen, dan moeten wij die exponentiële groei gaan invullen. Dat kan eigenlijk maar op één manier: wij moeten met zijn allen kweken eenvoudig maken.”
Picnic
Michiel Muller, serial entrepeneur, innovator en CEO van online supermarkt Picnic, gaf een kijkje in de keuken van zijn nog jonge bedrijf. Picnic is zijn laatste onderneming (hij was onder meer oprichter van Tango en Route Mobiel) waarbij huis-aan-huis boodschappen worden bezorgd. Feitelijk heeft Picnic de supermarkt als schakel uit de keten gesneden. Muller: “De supermarkt is een fantastisch systeem voor de verkoop van goedkope producten, maar heeft ook nadelen: food waste, food miles, unfair trade en time waste. Wij zijn de melkboer van vroeger, maar met de techniek van vandaag en morgen.”
Picnic bezorgt dagelijks – zonder meerkosten voor de klant – boodschappen aan de deur met zelf ontwikkelde elektrische karren. Bestellen is heel eenvoudig via een app. Het bedrijf heeft geen voorraden, maar bestelt de producten pas als die via de app binnenkomen. Zes dagen per week vindt de bezorging plaats, die in 95% van de gevallen op tijd arriveert. Essentieel hierin is de bestuurder (‘runner’) die in 30% van de gevallen een vrouw is. De runners worden geselecteerd op klantvriendelijkheid en probleemoplossend vermogen. Die dragen daardoor bij aan de hoge klanttevredenheid, die maar liefst 86% bedraagt.
Klanten kunnen zelf in de app aangeven of zij producten missen. Dat leidt tot een minder breed assortiment dan in een full-service supermarkt, maar wel om een assortiment waar de klanten naar vragen. Picnic levert momenteel in 34 steden en er komen steeds nieuwe steden bij. Het bedrijf levert desgewenst bloemen en planten en werkt ook aan een pilot voor het retourneren van bibliotheekboeken. Het Picnic-systeem kan op termijn een rol gaan vervullen in de ‘last mile’ voor nog veel meer partijen, daar wordt al over nagedacht. Innoveren en ondernemen zit in het bloed van Muller, dat blijkt.
Ken je zelf
Een aantal jonge talenten en studenten kreeg het podium voor een korte pitch over hun bijdrage aan internationaal succes. Nieuwe initiatieven zoals Greenporthub, Horti Heroes, Grenzeloos Groeien en Jungle Talks kwamen in vogelvlucht voorbij.
Als afsluitende spreker belichtte Frank Garten de samenwerking met andere culturen. “Wij denken meestal dat we heel objectief en rationeel over andere culturen denken”, zei Garten. “Maar in realiteit is dit anders. Wanneer mensen iets zien, reageren ze primair op verschillen binnen culturen. Oordeel niet te snel.” Hij voegde daar aan toe: “Ken je eigen cultuur, dat is nog belangrijker dan het kennen van andere culturen. Nederland is in de wereld een uitzondering: 75% van de andere landen vermijdt onzekerheid, 95% is collectivistischer en hiërarchischer en 97% is masculiener en competitiever. Wees je daarvan bewust. Stop met drukken en probeer je gelijk op een andere, indirecte manier te halen. Stel je kwetsbaar op, stel veel vragen en wees bescheiden. Daar kom je over het algemeen veel verder mee.”
Tekst: Mario Bentvelsen. Foto: Gemeente Westland/Rolf van Koppen.