Met 39, 30 en 27 jaar staan er drie jonge telers aan het hoofd van Verhelle in Pittem, West-Vlaanderen. De voorbije jaren is er een transitie ingezet van massaproductie naar nicheproducten en lanceerde het familiebedrijf vorig jaar een eigen label. “Er steekt veel arbeid en geld in de teelt van bulkproducten, maar de waardering is beperkt”, klinkt het verklarend.

Op een stuk grond voor een kas zitten drie seizoensarbeiders op een kar en steken prei in de grond. We bevinden ons in het dorp Pittem in West-Vlaanderen, de regio Roeselare waar ook de REO-veiling gevestigd is. “Dit is de groenteregio van Vlaanderen”, vertelt Steven Verhelle (39) die in dit groentebolwerk samen met zijn broer Simon (30) en schoonzus Julie Van Vynckt (27) een sierteeltbedrijf runt van 5,5 ha kas en 3 ha buitenteelt. Dit is verdeeld over drie locaties in Pittem en buurgemeente Kachtem.
Op de hoofdvestiging in Pittem vullen de drie telers een Deense kar met margrieten, lewisia’s en campanula’s. Het gaat om de laatste restjes. Daarna is het de beurt aan de zomerbloeiers. Met een uitgekiend assortiment is het sierteeltbedrijf van januari (primula in pot) tot oktober (chrysant) in productie en is de kas jaarrond gevuld met sierteeltproducten. Gemiddeld werken er zes seizoensarbeiders.

Van groenten naar bloemen

Het sierteeltbedrijf Verhelle is een samensmelting van kwekerij Verno, gespecialiseerd in campanula, capsium en solanum, en kwekerij Verhelle, op zijn beurt bekend om zijn margrieten en chrysanten. “In 2007 ben ik in het bedrijf van mijn ouders gekomen. Gaandeweg zijn mijn broer en schoonzus ook tot het bedrijf toegetreden en hebben zij de locatie van onze ouders overgenomen. Eind 2017 hebben we de locatie van een buurman erbij gekocht en is ons huidige bedrijf tot stand gekomen”, vertelt Steven.
De Vlaming geeft aan dat ook hun sierteeltbedrijf roots in de groenteteelt heeft. “Mijn ouders hebben lange tijd tomaten en sla geteeld in deze kassen die in de jaren tachtig zijn gebouwd. Later zijn ze er chrysanten en voorjaarsbloeiers bij gaan doen.” Deze bedrijfsontwikkeling is typerend voor de regio waar meer telers in de jaren negentig zijn overgestapt op de chrysantenteelt in combinatie met een winterteelt sla, omdat de bestaande infrastructuur niet volstond voor de tomatenteelt.

Gevels van rolgordijnen

Waar de combinatie groente en chrysanten nog steeds gemaakt wordt door sommige bedrijven in de regio Roeselare en Brugge, heeft Verhelle zich volledig toegelegd op de sierteelt. “Vanaf 2007 hebben we onze kassen − Venlo kassen met een poothoogte van 4,5 meter en een kapbreedte van 6,4 meter − aangepast aan de sierteelt en onder andere een eb en vloed systeem geïnstalleerd.”
Een bijzondere aanpassing aan de kassen dateert van 2019: bij één van de drie locaties werden de zijkanten verwijderd en vervangen door een rolgordijn. “Zo hebben we eigenlijk een beschermde buitenteelt gecreëerd en kunnen bloemen en planten beter afharden. Daarbij hebben we de voordelen van glas behouden. Doordat we met de rolgevels alles kunnen openzetten, kunnen we teelten vervroegen en verlaten en kunnen we het klimaat nog beter sturen. We kunnen naar behoefte van de planten beide zijkanten open zetten, één zijkant niet of beide zijkanten een beetje”, vertelt Simon, die verantwoordelijk is voor de teelt.

Diversificatie

De aanpassing van de kas past in de trend van diversificatie die enkele jaren geleden door de telers is ingezet. “Wij willen af van de bulkproducten, zoals chrysanten en ons meer concentreren op nicheproducten. De teelt van bulkproducten kost veel tijd en energie, maar de waardering is beperkt. Je bent maar een van de vele aanbieders en inkopers zijn erg prijs gedreven”, verklaart Steven, die de verkoop op het bedrijf voor zijn rekening neemt. Julie doet de administratie.
Wat betreft de chrysanten teelt het familiebedrijf inmiddels niche-variëteiten zoals stam- en piramidechrysanten en vanaf dit jaar komt ook de chrysant ‘Leba’ in productie. “Dat is een chrysant die van juni tot november constant nieuwe bloemen geeft”, vertelt Steven. Hij benadrukt dat de standaard potchrysant (maat 19) nog steeds het gros van de productie vertegenwoordigt. Deze planten worden op voorhand verkocht via contractteelt.

Eigen label

Het totale assortiment verdubbelde in vijf jaar tijd tot zo’n 100 soorten. Een gedeelte hiervan wordt sinds een jaar verkocht onder het eigen label ‘OUTstanding’. Op kantoor scant Steven met zijn telefoon de QR-code op een label, waarna hij op hun website uitkomt, op de pagina Semponium. “Semponium is de kruising van Sempervivum en Aeonium. Deze succulent vraagt heel weinig water. Hoe minder water, hoe intenser de kleuren worden”, lezen we vervolgens.
“Deze plant, die we via Plantipp in productie hebben genomen, is een voorbeeld van een plant die goed opgepakt wordt en waarvan we in de toekomst zeker meerdere willen proberen”, vertelt Simon. Volgens de teler duur het zo’n vijf jaar voordat hij alles van zo’n nieuwe teelt in de vingers heeft. “Parallel daaraan moet ook het marktpotentieel verkend worden.”

Turfarm substraat

Eén van de grote teeltuitdagingen, die de afzonderlijke variëteiten overstijgt, is momenteel het gebruik van substraat met een lager turfgehalte. “We werken dit seizoen met 55 procent turf gereduceerd substraat”, aldus Simon. Hiermee neemt het bedrijf een voorschot op toekomstige wetgeving en wil het de concurrent daarmee een stap voor zijn.
Hij vertelt dat de overstap niet vlekkeloos verloopt. “De voedingsopname van de planten verloopt wat moeilijker. In het nieuwe substraat wordt de voeding minder gebufferd dan vroeger.” Dit probleem wil hij volgend seizoen oplossen door gebruik te maken van gecoate meststoffen die hun voeding gefaseerd prijs geven aan het substraat.
Terwijl Simon de teelt optimaliseert, werkt Steven aan de uitbouw van het eigen label, dat momenteel 5% van de verkoop vertegenwoordigt. Onder andere door deelname op beurzen probeert hij nieuwe klanten te overtuigen. Zo zal hij dit jaar bijvoorbeeld voor het eerst aanwezig zijn op Plantarium en is hij regelmatig van de partij op de Trade Fair in Nederland en de regionale beurs Florall in Waregem.
Naast de opbouw van een klantenkring, blijven de broers de komende jaren op zoek naar nieuwe producten. Op dit moment staan er verschillende variëteiten op proef. “We zoeken nu bijvoorbeeld soorten die droogte en hitte goed kunnen verdragen. Hiermee willen we ons assortiment verder verbreden”, vertelt Steven.

Toekomstbeeld

De teler ziet de toekomst rooskleurig in. “In Vlaanderen neemt het sierteeltaanbod de komende jaren structureel verder af door vergrijzing van de sector.” Aan de andere kant ziet hij de vraag naar sierteeltproducten in de toekomst niet gelijk teruglopen. Daarbij wordt hij ook gesterkt door de prijssetting op dit moment. Alhoewel experts al maanden waarschuwen voor prijsdalingen, omdat de consument door inflatie minder geld aan bloemen en planten zou besteden, heeft het familiebedrijf niet te klagen. “De vaste orders werden correct afgenomen en de klokprijs van de vrije aantallen valt niet tegen dit jaar”, vertelt hij tot besluit.

Tekst en beeld: Jerom Rozendaal