Vorig jaar november werd in het World Horti Center in Naaldwijk de all-climate kas geopend. Inmiddels staat het tweede teeltseizoen voor de deur. Het coronavirus haalde een lelijke streep door het project, maar met behulp van data en sensoren wordt momenteel een nieuwe start voorbereid in het opleiden van bedrijfsleiders uit binnen- en buitenland. Na de zomer start weer de opleiding van Lentiz-leerlingen, “al zal het moeilijk worden om iedereen in de juiste tijdslotjes te krijgen”, aldus praktijkadviseur Peet van Adrichem van Horti-Tech.

De speciale kas bestaat eigenlijk uit twee kassen van circa 60 m2, die omhuld zijn door een tweede kas. Hiermee kan praktisch elk klimaat ter wereld worden nagebootst, dankzij de klimaatinstallaties en technische hoogstandjes van de verschillende participanten. Op dit moment staat de kas leeg, vanwege het zomerreces, maar binnenkort gaan weer een komkommer- en tomatenteelt van start, net als in het eerste teeltseizoen.

Klimaatomstandigheden nabootsen

Van Adrichem is verheugd over de groeiende belangstelling voor het project bij leerlingen van de Lentiz onderwijsgroep. Komend leerjaar zal Horti-Tech samen met docent Roel van Heijningen twee groepen van 8 of 9 leerlingen begeleiden. Die kwamen na de corona lockdown in maart niet meer naar school. Ook bleven buitenlandse teeltmanagers en bedrijfsleiders massaal weg, door de vele reisbeperkingen.
“Veel slechter kun je niet starten. Maar ze hebben wel online mee kunnen kijken wat we hier doen. We hebben er al veel nuttige informatie uit weten te halen. Wat kan die kas nou: voldoet de koeling, kun je wel zonder luchtramen werken en dat soort dingen. En kun je wel genoeg info verzamelen op basis van alle data om daar je teeltstrategie op te kunnen baseren? Interessante onderzoeksvragen, die we voor een deel hebben weten in te vullen.”
De invloed van wind is er niet mee te meten, wel de invloed van de buitentemperatuur. Al is de koeling voorlopig nog uitgeschakeld, zegt Van Adrichem: “Daar zijn we nu toch even van afgestapt, want dat werd een beetje erg ingewikkeld. Dat zou later wel kunnen.”
Welke buitenomstandigheden zijn er al wel in de kas nagebootst? “Onder meer Oekraïne. We krijgen steeds meer bedrijven uit het buitenland, die ook hun data aan ons ter beschikking stellen. Die laden we vervolgens in ons systeem. Die omstandigheden bootsen we dan hier na en zo kunnen we de teeltresultaten met elkaar vergelijken.”

Verweggistan

De kas is in eerste instantie een leerproject, niet alleen voor leerlingen. Ook voor het bedrijfsleven dat erin participeert, zegt Van Adrichem. “Wij denken hier al gauw dat we – als het om kasklimaat gaat – alles snappen, maar in werkelijkheid krijg je te maken met zaken die je maar moeizaam binnen krijgt in de vorm van data. Een voorbeeld: als hier de wind uit het oosten waait gaat het meestal om droge lucht. Daar houden we dus rekening mee in de instellingen. Maar in Verweggistan is dat natuurlijk anders. De vanzelfsprekendheden die wij hier hebben hoeven daar helemaal niet te gelden, maar we gaan er wel op die manier mee om. Het is elders toch vaak anders dan wij hier denken te weten.”
“Op zich kunnen we met de opstelling ook de invloed van energiebesparing meten. Het allerbelangrijkste is dat je een referentiekas hebt, dus een kas waarin je werkt zoals je dat normaal doet en een kas waarin je iets aanpast. Dan kun je de invloed daarvan testen onder dezelfde buitenomstandigheden. Je zou er energiebesparingseffecten mee kunnen onderzoeken, maar dat hebben we tot nu toe niet gedaan. We zijn de techniek van de kas nog volop aan het finetunen.”

De klimaatmanagers van de toekomst

De onderwijsgroep heeft straks twee groepen van 8 of 9 leerlingen die in de all-climate kas kunnen werken, dat is meer dan in het eerste seizoen. “Dat worden de klimaatmanagers van de toekomst, hoopt Van Adrichem. “Het is natuurlijk vooral belangrijk dat ze er lol in krijgen. Door het heel erg praktisch te maken krijg je ook dat ze vanzelf gaan nadenken, dat het niet allemaal vanzelf gaat. Je kunt het effect van je eigen falen zien. Het leuke van telen is dat je zelf de baas bent en resultaat ziet van je werk.”
Horti-Tech verzorgt ook trainingen voor bedrijfsleiders uit het buitenland. Van Adrichem: “Ik hoop dat we tegen het einde van het jaar weer een beetje vrijheid van reizen krijgen. We zijn ook bezig met e-learning om die trainees in de rest van de wereld te bereiken. Overigens is dat wat meer werk dan we dachten. De theorie is voor de meesten wel helder, die kunnen ze zo uit boekjes halen. Maar het omgaan met het kasklimaat, de balansen en dergelijke, dat moet allemaal logisch worden voor de mensen. Dat is de grootste uitdaging. De meeste mensen denken dat telen vanzelf gaat. Je zet de klimaatcomputer aan en klaar. Maar in de praktijk werkt het natuurlijk niet zo.”

Tekst: Mario Bentvelsen, beeld: Studio G.J. Vlekke