Steeds meer telers hebben last van zeer kleine plantetende gal- of weekhuidmijten. De reden voor dit toenemende probleem is onder andere het steeds kleinere middelenpakket.

In bramen bijvoorbeeld zijn de galmijten verantwoordelijk voor schade aan vruchten die na aantasting niet goed afrijpen, waardoor ze oneetbaar zijn. In de bollenteelten, zoals tulp of amaryllis, verschuilen de mijten zich in de bollen waardoor ze moeilijk bereikbaar zijn voor middelen. Dit groeiende probleem was aanleiding voor het opstarten van een nieuw project met publiek-private financiering waar we samen met telers van bramen, tulpen, bromelia, amaryllis en Biobest aan oplossingen werken.

We testen kleine roofmijten die beter zijn aangepast aan het specifieke microklimaat waar de plaag zich bevindt. Dankzij hun kleine afmetingen zijn ze beter in staat om plekken te bereiken waar de schadelijke mijten zich verschuilen, zoals tussen de schubben van de bollen. Verder onderzoeken we hoe we de mijten kunnen helpen om zich goed te vestigen in het gewas en hoe verstoring door andere predatoren is te voorkomen. Verder wordt bestudeerd hoe en wanneer de kleine mijten migreren om zo de timing van de bestrijding te optimaliseren.

Foto: Wageningen University & Research.





Gerelateerd