Een leverancier van potgrond zet onder meer kokos en Fibrecompost in om het aandeel veen in substraatmixen voor de sierteelt terug te dringen. Andere (circulaire) grondstoffen zijn in onderzoek, zoals dierlijke mest en digistaten, zowel voor binnen- als buitenteelten. Maar volledig vervangen van veen zal voorlopig een illusie zijn, zegt Dirk Zwinkels, manager R&D bij substraatleverancier Van der Knaap.

Van der Knaap in Honselersdijk heeft een eigen testcentrum met dertien kasafdelingen, een buitenveld en een laboratorium met vier medewerkers waar constant onderzoek plaatsvindt naar alternatieve grondstoffen voor substraten. Het aandeel veen daarin moet worden teruggedrongen, onder meer omdat de grondstof eindig is door veranderende wetgeving. Het bedrijf is in de jaren negentig begonnen met de introductie van kokosproducten. Recent is daar Fibrecompost – een mix van compost en houtvezel – bij gekomen. Zwinkels: “Dat is geen grondstof waar je puur op kan telen, maar maximaal tot 30 procent in een mix kan gebruiken. De rest bestaat dan uit kokos of veen of een mix daarvan. Het wordt nu voornamelijk toegepast in perkgoedteelten. In langere teelten is de kans groot dat houtvezel toch een beetje gaat verteren, waardoor de structuur achteruit gaat. Denk aan de lucht-waterverhouding van het substraat.”

Plant weerbaarder maken

Naast het vervangen van veen is de mix van compost en houtvezel ook nuttig om planten weerbaarder te maken, vervolgt Zwinkels. Een actueel thema, zeker nu de Europese Commissie onlangs heeft aangekondigd het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen in de Europese Unie in 2030 met 50% te willen reduceren ten opzichte van de jaren 2015-2017.
Houtvezel maakt het mengsel luchtiger en compost – gemaakt van hout, gras en bladeren – zorgt voor een actief bodemleven. Door de juiste combinatie van deze grondstoffen in een substraat ontstaat er een actief bodemleven, wat kan bijdragen aan een weerbaarder gewas. “We doen dit soort onderzoek zowel voor teelten onder glas als in de vollegrond. Denk aan boomkwekerijproducten, die krijgen veel meer te verduren dan gecontroleerde teelten in een kas. Fibrecompost kan een rol spelen in het weerbaarder maken van de plant, maar denk ook aan het toevoegen van bepaalde biostimulanten.”

Stapelen van grondstoffen

Andere grondstoffen en reststoffen zijn in onderzoek, maar nog niet marktrijp. Zo is in Impatiens onderzoek gedaan en loopt nu een onderzoek in Saintpaulia naar onder andere grondstoffen vanuit mest en vanuit digistaten, in een maximaal percentage van 50%. “Daarvan hebben we geen negatieve effecten gezien. Waardoor we nu, in ons tweede onderzoek, grondstoffen zijn gaan stapelen. Waardoor we alweer 60 procent aan veenvervanging hebben gedaan.”
Sommige telers kiezen er al voor om minder veen te gebruiken omdat dat wordt geëist vanuit de retail, maar er zijn veel telers die nog grote gehaltes aan veen in hun mengsel hebben, vervolgt Zwinkels. “Sommige retailers stellen bepaalde eisen aan grondstoffen, wat zorgt voor uitdagingen bij de teler op kostprijs en teeltstrategie. De verwachting is wel dat die eisen steeds vaker gesteld zullen worden. Daar bereiden we ons met dit onderzoek – daarin zijn wij denk ik uniek – op voor.”
Ook is onlangs in Boskoop met Delphy een onderzoek gestart, waaraan meerdere partijen veenvrije substraten leveren. In dat geval gaat het om kokos, Fibrecompost en andere (circulaire) grondstoffen.

Kokosmatten in vruchtgroenten

In de vruchtgroenten richt het onderzoek zich voornamelijk op kokosproducten. De substraatleverancier produceert jaarlijks wereldwijd 11 miljoen kokosmatten voor de glasgroenteteelt. “Er valt goed in kokos te telen, maar het is op dit moment wel duurder dan steenwol. Al krijgt steenwol te maken met prijsverhogingen, omdat er veel gas wordt gebruikt bij de productie ervan. Ik verwacht daarom meer kokosgebruik in vruchtgroenten. Ook vanwege de circulariteit: bij kokos is het een kwestie van het scheiden van plastic van het kokosmateriaal, en het kan direct een tweede leven in. Ofwel als compost, ofwel in een tweede teelt. Als er eerst aardbeien in zijn geteeld zou je die grondstof het volgende jaar zo in kunnen zetten voor perkgoed. Daar doen wij ook onderzoek naar.”
Tot slot: “Veen volledig vervangen zal voorlopig niet lukken, vanwege de positieve eigenschappen van veen, de prijs en de beschikbare volumes, daarom zijn wij op zoek naar grondstoffen die aanvullend kunnen zijn. In de komende tientallen jaren hebben we waarschijnlijk alle beschikbare grondstoffen nodig. Dus veen, kokos, vezels uit koeienmest, evenals producten uit bermgras of andere industrieën.”

Tekst: Mario Bentvelsen