Duurzame teeltsystemen krijgen niet alleen vorm in het biologische segment of via energie-efficiënte klimaatsystemen. Ook teeltbenodigdheden zoals het toegepaste substraat, substraatfolie, gewasdraden en meststoffen zijn op duurzame, circulaire leest te schoeien. Hun inbreng wordt belangrijker naarmate het sluiten van kringlopen hoger op de maatschappelijke en sectorale agenda’s komen te staan. Tomaten zijn op die basis heel goed en tegen aanvaardbare kosten te telen, blijkt uit meerjarige proeven.
De proeven in kwestie vinden sinds 2023 plaats in de onderzoekskas van Van der Knaap Groep in Honselersdijk. Dit bedrijf staat vooral bekend als pionier in kokossubstraat, maar is ook al meerdere jaren actief in het ontwikkelen van hoogwaardige circulaire meststoffen op basis van dierlijke mest, afvalwaterstromen en zuiveringsslib.
“Circulariteit vertegenwoordigt een maatschappelijke waarde en zal ook in de glastuinbouw breder toepassing vinden”, zegt R&D Manager Dirk Zwinkels. “Vanuit die overtuiging proberen wij circulaire oplossingen te implementeren en door te ontwikkelen tot een verantwoord verdienmodel.”
Eerste proef komt goed mee
In 2023 startte de eerste proef met een onbelichte teelt van het losse, middelgrove ronde tomatenras Completo. Dit gebeurde in een kas van 225 m² op kokosmatten in biologisch afbreekbaar folie en in herbruikbare bakken met los kokossubstraat. De stengels werden ingedraaid in biologisch afbreekbaar gewasdraad van Hortiware. Als circulaire meststof kregen de planten CaNO3 toegediend van dierlijke oorsprong, die via een eigen bewerkingsproces wordt opgewerkt tot zuivere vloeibare meststof.
“Onze teelt liep parallel aan een conventionele referentieteelt bij John van Heijningen, die de proef ook wekelijks heeft bezocht”, vertelt Zwinkels. “We zagen nauwelijks verschillen in groei, ontwikkeling en productie; niet tussen de circulaire matten en de herbruikbare bakken en evenmin tussen ons gewas en dat van John. De opbrengst kwam iets lager uit dan in de referentieteelt, maar dat is vooral toe te schrijven aan de beperkingen van onze kleine proefkas. Van Heijningen deelde die mening.”
Opnieuw een goed resultaat
In 2024 volgde een tweede teelt met het ToBRFV-resistente ras Xandor XR. “Nu gebruikten we alleen matten”, vervolgt Zwinkels. “Het pakket circulaire meststoffen werd verbreed met fosfaat uit struviet, dat in onze bioreactor is omgezet. Rene Zwinkels van zaadhuis Axia begeleidde de proef en leverde referentiedata. Het beeld was in vrijwel alle opzichten vergelijkbaar met dat van 2023: een gelijk opgaande groei en gewasontwikkeling en een goede productie. Daar waren alle betrokkenen het opnieuw over eens.”
Proof of concept geleverd
Op basis van de teeltresultaten stelt de R&D Manager vast dat het ‘proof of concept’ van een circulaire tomatenteelt bijna volledig geleverd is. “Wat nog beter kan, is de verdere verbreding van het circulaire meststoffenpakket”, zegt hij. “Voor sulfaat is dat al gelukt, ijzer volgt hopelijk snel. Er is dus ruimte voor verdere verbreding van het nutriëntenpakket met een circulaire herkomst. We zitten nu op 60-70 procent circulair en blijven doorontwikkelen richting volledig circulaire bemesting. Als laatste zullen de micronutriënten aan bod komen.”
Huiswerk
Het biologische substraatfolie vergt eerst wat huiswerk. “Daar zagen we na enkele maanden hier en daar scheurtjes ontstaan als gevolg van natuurlijke afbraak. Het heeft de teelt niet nadelig beïnvloed, maar het kwam desondanks veel te vroeg. We houden het folie graag tot het einde van de teelt intact. Bij het composteringsbedrijf mag het na de teeltwisseling vervolgens snel afbreken.”
Voor het composteren hoeven afgevoerde circulaire componenten (kokossubstraat, folie, gewasdelen en gewasdraad) niet gescheiden of versnipperd te worden. Alles kan in één keer op de grote hoop om te worden omgezet in compost.
“Dat bespaart weer wat kosten, wat prettig is”, aldus Zwinkels. Qua kosten is dit circulaire concept nog wel een paar euro per m² duurder dan een conventionele teelt, maar bij opschaling van dit concept en oplopende beprijzing voor milieubelastende componenten in conventionele teeltsystemen is dat gat snel gedicht.
Verfijnen en doorontwikkelen
De proeven worden dit jaar voortgezet vanuit een andere invalshoek. Zo worden er twee soorten substraat met elkaar vergeleken − vooral met het oog op microbiologische weerbaarheid − en worden er verschillende nieuwe varianten getest van het biologisch afbreekbare folie.
“Qua productie liggen we momenteel meerdere kilo’s voor ten opzichte van 2023 en 2024, wat gezien het uitzonderlijk goede voorjaar geen verrassing is. Dat er op circulaire basis heel goed te telen, is nu wel bewezen”, concludeert Zwinkels. “Nu komt het aan op verfijnen en doorontwikkelen, zodat we klaar zijn om de markt te bedienen wanneer de vraag echt op gang komt. De stip aan de horizon is een compleet pakket circulaire teeltbenodigdheden die voldoen aan de eisen van de hightech glastuinbouw. In Noord-Amerika zien we op korte termijn de beste kansen en is er al concrete belangstelling binnen het organische teeltsegment. Europa zal volgen.”
Tekst: Jan van Staalduinen