In de teelt van snij-anthurium komt het regelmatig voor dat (soms zelfs jonge) gewassen wortelrot oplopen. De oorzaak van dit euvel is niet altijd duidelijk. Zeker is wel dat snel ingrijpen de enige remedie is om het gewas aan de groei te houden. Het stimuleren van de luchtwortels door wortelberegening en/of bijvullen van de bedden is de enige optie.
Snij-anthurium is een meerjarige teelt, waarbij de gewassen meestal tussen de vijf en acht jaar meegaan. Het komt in de teelt echter regelmatig voor, dat wortelafslag optreedt. Soms zelfs bij relatief jonge gewassen, van nog maar één of twee jaar oud.
Hoewel dit probleem in eerste instantie vaak plaatselijk start, zien we bij de teelt op bedden en goten dat de problemen zich snel kunnen uitbreiden. In het verleden is al vaak geprobeerd om met chemische of biologische middelen het tij te keren, echter zonder veel resultaat. Als een gewas eenmaal van de wortel gaat, dan (b)lijken de wortels in het bed bijna nooit meer te redden. Het gewas kan dan binnen enkele maanden volledig instorten.
Luchtwortels
Omdat anthurium ook altijd luchtwortels heeft, kan het gewas gered worden, door deze luchtwortels te stimuleren. Door een regenleiding (hoog) tussen de planten te hangen en meerdere malen per dag te broezen, lopen de luchtwortels uit en nemen vervolgens de taak over van de wortels in het substraat. Ook kun je het gewas bijvullen; een laag nieuw substraat over het bed strooien, waarin de luchtwortels kunnen wortelen. Hierbij zie je dat de nieuwe substraatlaag de teeltlaag is waarin de nieuwe wortels groeien (in het oude substraat zie je vaak maar weinig nieuwe wortels ingroeien).
Stimuleren
Bij zowel bijvullen als wortelberegening is het belangrijk om met name de jonge luchtwortels te stimuleren. Oude ingedroogde luchtwortels lopen vaak veel moeilijker uit. Zeker bij bijvullen is het daarom belangrijk dat hoge gewassen eerst platgelegd worden, zodat de jonge luchtwortels, vlak onder de kop van de plant, kunnen uitlopen in het nieuwe substraat.
Tekst: Gert Benders, Tuinbouwadviesbureau Van der Ende, beeld: Fotostudio G.J. Vlekke













