Bij het familiebedrijf Leen Middelburg Chrysanten (LMC) staat inmiddels de derde generatie, in de personen van Barry (33) en Sander (31), aan het roer. Sinds 2020 maakt het bedrijf een stormachtige groei door met overnames van bestaande kassen en met nieuwbouw. Efficiëntie speelt in de strategie van het bedrijf een belangrijke rol. Barry Middelburg licht de gemaakte keuzes toe die gemaakt zijn voor de nieuwe kas in Made.

Leen Middelburg besloot in 1973, een jaar nadat hij de kas van zijn vader in Maasdijk overnam, over te stappen van tomaten naar de chrysantenteelt, die toen nog min of meer in de kinderschoenen stond. Zijn ambities zijn groot en die krijgen alle ruimte omdat vanaf 1985 zijn drie zoons, Nico, Bram (die later naar Canada emigreert) en Leo in het bedrijf komen. Weer later komt ook hun neef Martien Middelburg erbij. Ondernemend en met passie zet het bedrijf in op groei en een betere afzet. LMC staat mede aan de basis van de oprichting van kwekerscollectief Zentoo en is daar nog altijd bij aangesloten.

Directeur van buiten

Barry Middelburg is van jongs af aan op het bedrijf te vinden. “Ik was nooit iemand van de boeken. Dus toen het kon, vanaf een jaar of twintig, ben ik fulltime thuis gaan werken. Achteraf een goede keuze, want een paar jaar later overleed mijn vader plotseling. Ik had toen al een tijdje meegedraaid. Het wrange is dat mijn neef en compagnon Sander dit voorjaar hetzelfde heeft meemaakt. Zijn vader, mijn oom Leo, is in mei overleden.”
“Kort daarvoor hadden we samen met hem nog het belangrijke besluit genomen om Perry Dekkers als algemeen directeur aan te trekken. Vooral om ons bedrijf te professionaliseren met kennis over financiën, organisatie en HR. We zijn blij dat we die stap nog samen hebben kunnen maken.”

Visie op de toekomst

Rond 2019 kiest het bedrijf ervoor om een stip op de spreekwoordelijke horizon te zetten. Middelburg daarover: “We hadden toen negen hectare chrysanten in het Westland en zes hectare in Made. We stelden vast dat groei noodzakelijk is voor een toekomstbestendig en duurzaam bedrijf. We ontwikkelden daarvoor een strategie waarbij we eerst bestaande bedrijven overnemen om daarna door te groeien met nieuwbouw.”

Van 15 naar 39 hectare

Het lukt de neven om in het Westland door te groeien van 9 naar 14 ha en in Made van 6 naar 10 ha. Kort daarna komt in Made de spreekwoordelijke grond van de buren te koop. In totaal 15 ha waarvan ongeveer de helft met een verouderde kas en het andere deel akkerbouwgrond, maar wel met een kasbestemming.”
Met de aankoop van deze grond wil het bedrijf uitbreiden met twee nieuwe kassen. Wie een beetje heeft meegerekend kan vaststellen dat het bedrijf een groei doormaakt van 15 naar 39 hectare. “Dat heeft natuurlijk veel impact op de organisatie. De teler: “We hebben nu vijf vestigingen met elk een vaste teeltmanager en een productiemanager die door Sander en mij worden aangestuurd. Dit geeft ons meer ruimte om met de organisatie bezig te zijn. Ik houd me nu bijvoorbeeld veel bezig met de nieuwbouw en Sander richt zich grotendeels op de dagelijkse organisatie in zowel het Westland als in Made.”

Groot aantal innovaties

Gedurende de overname van de verschillende bedrijven komt LMC in contact met Hans van Tilborgh en Maurice Hartman van ingenieursbureau Hortivision. Zij adviseerden over diverse aanpassingen in de bestaande kassen. Van daaruit groeide de overtuiging om met hen verder aan tafel te gaan voor de bouw van de nieuwe kassen.
Middelburg: “Door de oorlog in Oekraïne waren we nog meer overtuigd geraakt van het belang van flexibele inzet van energie en meer duurzame energie. En natuurlijk staat energiebesparing hoog op onze agenda.” Van Tilborgh sluit daarop aan. “Feitelijk had LMC drie belangrijke eisen voor hun nieuwe klimaatsysteem: energiebesparing, verduurzamen van de warmtevoorziening en maximale flexibiliteit om in te kunnen spelen op veranderingen in aanbod, prijzen en klimaatomstandigheden. Bovendien moest de bestaande infrastructuur worden aangesloten op de nieuw te bouwen kassen. Middelburg: “Dankzij de vlotte aanpak van kassenbouwer KUBO is de bouw voorspoedig verlopen. Met de grote ruiten van 1,67 x 2,55 meter maakt deze kas nu al indruk.”
Van Tilborgh: “Ik had de afgelopen jaren hierover al veel zitten tekenen en rekenen en zag in deze casus veel mogelijkheden.” Uiteindelijk heeft dit geleid tot een kas waarin tal van innovaties zijn doorgevoerd. Te veel om in dit artikel te benoemen maar een aantal staan onderstaand vermeld.

1. Drie schermen. Op de nieuwbouwlocatie in Made realiseert Middelburg iets unieks: een schermcombinatie die nog niet eerder is toegepast in de chrysantenwereld. “Peter Dekker Installaties installeerde een verduisteringsscherm, een zonnescherm en nog een energiescherm. Een primeur binnen de chrysantensector. Met deze innovatieve stap hebben we meer controle over het licht, de temperatuur en energie.”

2. LED-belichting. Voor deze nieuwbouw heeft Middelburg gekozen voor Zenith 4-kanaals LED-armaturen van DLI, hiermee zet het bedrijf een volgende stap richting duurzaam telen. De 1.175 watt armaturen worden gedimd tot 57,5 W/m² zodat er een capaciteit aan belichting is geïnstalleerd van ca. 210 µmol/m².
De gekozen LED-armaturen zijn op alle kanalen traploos en draadloos dimbaar van 10-100%. De DLI-armaturen zijn ontwikkeld en vervaardigd in Nederland.

3. Dubbele luchtbehandeling met asymmetrische wisselaars. Uniek is de warmteterugwinning met dubbele luchtbehandeling. Met aan de gevel lucht-lucht warmtewisselaars, asymmetrisch ontworpen omdat de warmte in de vochtige kaslucht groter is dan wat de droge buitenlucht kan opnemen. De kasten boven het middenpad winnen de resterende warmte terug via lucht-water warmtewisselaars aangesloten op een warmtepomp. Dankzij dit systeem wordt een hogere en goedkopere ontvochtigingscapaciteit gerealiseerd.

4. Oogsten van zonnewarmte. De centraal opgestelde warmtepomp, grotendeels op eigen zonne-energie, wordt gecombineerd met warmteopslag en is voor meerdere doeleinden inzetbaar. Zo kunnen de ondernemers bijvoorbeeld een groot deel van het jaar duurzame zonnewarmte oogsten en opslaan voor later gebruik. Daarom is warmte-opslagtank van niet minder dan 6.000 m³ geïnstalleerd, vooral vanwege het gebruik van laagwaardige warmte. In de winterperiode kan de warmtepomp draaien op een extra toegevoegde rookgascondensor achter de warmtekrachtinstallatie.

5. Hoog- en laagtemperatuurwarmte. Voor een maximale flexibiliteit zijn de hoog- en laagtemperatuur warmtestromen van elkaar gescheiden met elk hun eigen ‘producenten’, ‘afnemers’ en opslag. De teler kan voor de exacte volumecapaciteit van de laag- en hoogtemperatuuropslag per seizoen kiezen uit drie verhoudingen: 25-75%, 50-50% en 75-25%. Voor een maximaal opslagrendement zijn beide warmtestromen aan de producenten-, afnemers- en opslagzijde in serie met elkaar aangesloten (gecascadeerd).

6. Geïsoleerde luchtverdeelslangen. Ook vernieuwend zijn de geïsoleerde luchtverdeelslangen die vanuit de gevelkasten de luchtverdeling verzorgen. Dit systeem kan lucht tot 10ºC onder de kastemperatuur inblazen, zonder dat condensdruppels van de slang afvallen.

Klimaatsysteem als uitgangspunt

De ontwikkelde energie- en klimaatsystemen staan met elkaar in verbinding tussen de verschillende locaties. Dit verhoogt niet alleen de flexibiliteit van de systemen, maar levert ook belangrijke kostenvoordelen op. De teler: “De klimaatinstallatie zien wij als de kern − zeg maar het kloppend hart − van onze klimaat- en energie-infrastructuur. Daarom hebben we Hortivision gevraagd de bouw van de nieuwe kassen volledig te begeleiden. We zien dat dit werkt. Momenteel worden de eerste vakken geplant waarna stap voor stap alle bouwwerkzaamheden worden afgerond voor de eerste kas.”

Kosten, rendement en MEI-subsidies

“We hebben een aantal belangrijke eisen gesteld aan het ingenieursbureau,” legt Middelburg uit. “Op basis daarvan hebben zij vernieuwende oplossingen bedacht. Vanzelfsprekend zijn hier hogere kosten aan verbonden. Dankzij toekenning van een MEI-subsidie krijgen we zo’n veertig procent van de meerkosten terug. Dit betekent alsnog een flinke extra investering en natuurlijk wil je die als ondernemer uiteindelijk terugverdienen.”
Hij vervolgt: “Om de kosten terug te verdienen maken we in de eerste plaats meer gebruik van duurzame warmte- en zonne-energie. Zo is berekend dat we ons aardgasverbruik per vierkante meter met vijftig procent kunnen verlagen. In de tweede plaats moeten de klimaatinstallaties ons de ruimte bieden om op elk moment de meest efficiënte keuzes te kunnen maken. Dit systeem biedt ons veel meer flexibiliteit. In 2022 moesten we door de energiecrisis besluiten om flinke energiebesparende maatregelen te nemen wat ten koste ging van de productie. Die situatie willen we in de toekomst koste wat kost voorkomen.”

Tekst: Douwe Soepboer, beeld: Marcel Otterspeer

 

  • Barry Middelburg: “Om de investeringen terug te verdienen maken we in de eerste plaats meer gebruik van duurzame warmte- en zonne-energie. Zo is berekend dat we ons aardgasverbruik per vierkante meter met vijftig procent kunnen verlagen.”