Net zoals veel glastuinders paste ook de familie Van Rens de afgelopen jaren haar teeltstrategie aan, met als doel de energiekosten zoveel mogelijk binnen de perken te houden. Dit betekent dat vaak de randjes moeten worden opgezocht van wat kan en teeltconcessies soms onontkoombaar zijn. “We kunnen een stuk energiezuiniger tomaten telen dan we altijd dachten.”

Tomatenkwekerij Van Rens in het Noord-Limburgse Meterik focust op de teelt van de middel-grove trostomaat Bronski. Deze wordt in de markt gezet onder de merknaam ‘Enjoy’. “Dit merk staat voor een goede smaak en voor topkwaliteit. Wij zijn het enige bedrijf met deze tomaten, die worden vermarkt door Staay Food Group”, vertelt Jordi van Rens. De jonge ondernemer staat sinds tweeënhalf jaar aan het roer van de 6 ha tellende kwekerij.

Energiescherm en AC-folie

De Enjoy-tomaten worden geoogst van april tot en met Kerst. Om de stijgende energiekosten het hoofd te bieden, paste de familie Van Rens haar teeltstrategie de laatste jaren flink aan. De kas van het bedrijf wordt verwarmd met een WKK met een vermogen van 2 MW. De teler heeft geen belichting hangen en levert de opgewekte elektriciteit zoveel mogelijk terug aan het net.
“Om energie te besparen, hebben we al tien jaar een energiedoek van Ridder hangen. Dit werd recent vervangen”, zegt Van Rens. “Dit doek zetten we vooral in het najaar in. In het voorjaar brengen we AC-folie aan onder het energiedoek. Wij planten relatief laat, in de derde week van januari. Dan moet je de etmaaltemperatuur in de kas hoger houden. Dat lukt beter met AC-folie dan met een energiescherm, aangezien er hierbij meer temperatuurwisseling is met buiten.”

Grootste winst in de nacht

Jordi van Rens en zijn vader Geert wisten de energie-inzet de afgelopen jaren vooral te reduceren door de nachttemperatuur terug te brengen van 16 naar 12 graden. “Ook accepteren we in de nacht een hoger vochtgehalte”, zegt Van Rens. “Hiermee zoeken we soms wel de randjes op, zeker omdat ons huidige ras wat gevoeliger is voor Botrytis. Vaak gaat het goed, maar soms valt het kwartje ook de verkeerde kant uit. Maar we besparen wel minimaal 10 tot 15 procent energie.”
Daarnaast kijkt de ondernemer kritisch wanneer het rendabel is om de WKK te laten draaien en wanneer het beter is om deze uit te laten. “Soms is de prijs van de benodigde stroom te hoog in verhouding tot de teeltwinst die extra warmte-inzet oplevert. Op andere momenten levert het uitzetten van de WKK − om onbalans op het net te helpen opheffen − zoveel op, dat het financiële gewin boven de teelt gaat. Dan zijn teeltconcessies onontkoombaar.”
De afwegingen en keuzes zijn iedere dag anders. “Het is continu laveren: enerzijds wil je je energiekosten onder controle houden, anderzijds moet de teelt zo goed mogelijk verlopen. Door deze aanpak hebben we ons energieverbruik de afgelopen jaren fors kunnen reduceren; we kunnen veel energiezuiniger telen dan we vroeger dachten. En dat is ook noodzakelijk om het bedrijf naar de toekomst toe rendabel te kunnen houden.”

Netcongestie als belemmering

Het verder verduurzamen van de energievoorziening is voorlopig nog niet aan de orde voor Van Rens. Hij wil graag investeren in een warmtepomp, maar als gevolg van netcongestie kan de benodigde verzwaring van zijn elektriciteitsaansluiting pas in 2030 gerealiseerd worden. “Tot die tijd moeten we het hebben van een optimaal energiemanagement. Dat is hier in Zuidoost-Nederland − waar maar weinig verduurzamingsopties zijn − van cruciaal belang.”

Arbeid als uitdaging

Hoewel energie een grote uitdaging is voor de teler, benadrukt hij dat ook arbeid een probleem is dat niet mag worden uitgevlakt. De ondernemer heeft 15 vaste medewerkers, in piekperioden aangevuld met ongeveer 20 uitzendkrachten uit Oost-Europa. “De personeelskosten stijgen zo’n beetje met de minuut. De uitdaging op het gebied van arbeid is minstens net zo groot als die op energievlak; daar is vaak onvoldoende aandacht voor. Daarbij loopt het kennisniveau van medewerkers terug. Hierdoor kun je je geen fouten meer permitteren in de teelt. Een slechtere zetting vergt bijvoorbeeld extra arbeid en een groter beoordelingsvermogen van je mensen. Maar die kennis is er gewoon niet. Ik ben op dit moment nog niet bezig met robotisering, maar er zullen absoluut hulpmiddelen moeten komen om de arbeidsbehoefte te verminderen. Ook dat is van cruciaal belang om het toekomstig rendement op peil te houden.”

Tekst: Ank van Lier