Hoe vaak de open dag voor de land- en tuinbouw is gehouden op Voorne Putten weet niemand meer. Al langer dan sommige leden van de regiocommissie oud zijn. Toen er meer tuinbouwbedrijven kwamen in het gebied schoven ze aan bij de landelijke organisatie van Kom in de Kas. Inmiddels bezoeken vele duizenden bezoekers jaarlijks een diversiteit aan bedrijven op dit Zuid-Hollandse eiland.

”We willen de land- en tuinbouw in een positief daglicht zetten in dit gebied. Ieder jaar kiezen we een ander stuk van het eiland uit. Dit jaar doen er veertien bedrijven mee. Op Voorne zijn het vooral glastuinbouwbedrijven en op Putten meer akkerbouw en veeteelt”, vertelt Mieke Dukker, die met haar man een tomatenkwekerij heeft in Tinte. Extra’s zijn onder andere een imker en een korenmolen.
Ze is een van de leden van de commissie die de jaarlijkse open dag voor boeren en tuinders op Voorne-Putten organiseert. Ze doet dit samen met Mieneke Saarloos (akkerbouw), Marjet Boogaard (akkerbouw), Stefan Groenwegen (potanthuriums) en Ron Zwinkels (paprika).
Het is een subcommissie van de pr-commissie boeren en tuinders Voorne-Putten. Deze commissie organiseert naast Kom in de Kas tal van andere activiteiten, zoals de Poldersportdag voor basisschoolkinderen, de Bos- en Burchtfair, het uitdelen van komkommers, paprika’s en tomaten bij de verschillende avondvierdaagsen, het uitdelen van plantjes aan ouderen, enzovoort.

Vooroordelen verdwijnen

De commissieleden willen een gevarieerd aanbod aan bedrijven die meedoen. Omdat de bevolking van het gebied divers is – een combinatie van mensen die niet bekend zijn met de land- en (glas)tuinbouw en de oorspronkelijke agrarische bevolking – streven de commissieleden ieder jaar naar enkele bedrijven in de buurt van Spijkenisse, zodat de drempel voor bezoek aan de open dag niet te hoog is.
“Spijkenisse heeft ruim 80.000 inwoners. Veel bewoners zijn qua werk gericht op de industrie van de Europoort en Maasvlakte. Er is veel onbekendheid over hoe voedsel wordt geproduceerd. Door deze onwetendheid kunnen er vooroordelen ontstaan over bijvoorbeeld belichting, luchtverontreiniging, jagen in het gebied of mest uitrijden. Als ze eenmaal bij een bedrijf op bezoek zijn, zijn ze verrast”, vertellen de commissieleden elkaar aanvullend.

Bedrijven vinden

Wel is het steeds moeilijker om bedrijven te vinden die hun bedrijf willen openstellen. “Het vergt veel van mensen om deel te nemen. Je merkt dat tuinbouwbedrijven meer gewend zijn om bezoekers te ontvangen dan akkerbouwbedrijven. Ze hebben een kantine en personeel. Het is voor iedereen een goede stok achter de deur om het bedrijf op orde te hebben“, zegt Dukker lachend. “Met name in de groentebedrijven is de bedrijfshygiëne een reden dat ondernemers terughoudend zijn. In de akkerbouw speelt dat er in die periode van het jaar nog niet zoveel te zien is. Hoewel je best wel wat kunt uitleggen over het machinepark en de teelt van de gewassen”, vult Boogaard aan.
Ook het vinden van voldoende diversiteit is lastig. “Door de schaalvergroting komen er steeds minder bedrijven. In verhouding zijn er veel tomatenbedrijven en maar weinig met andere vruchtgroenten. “Je moet voorkomen dat je steeds bij hetzelfde bedrijf aanklopt”, zegt Groenewegen. Zelf heeft hij met zijn potanthuriumbedrijf al een keer of vijf mee gedaan. Dit jaar slaat hij over. Hij vindt het leuk om mee te doen en geniet van bezoekers die positief zijn en willen weten hoe het reilt en zeilt.

Draaiboek

De basis voor een geslaagde dag is een goed draaiboek en een goede pr vooraf. In november-december komen de leden voor het eerst bij elkaar en kijken in welk gebied ze de bedrijven gaan zoeken. Dan gaan ze ieder een aantal bedrijven benaderen. Het is belangrijk om betrokken te blijven bij de deelnemers en mee te denken als ze daarom vragen.
Een goede locatie en promotie zijn belangrijk. “We verspreiden van tevoren kaarten bij benzinestations en winkels, zodat mensen vooraf al kunnen plannen waar ze heen willen. We merken dat mensen daar ieder jaar op wachten”, vertelt Zwinkels. “Een voorbesprekingsavond zorgt voor meer betrokkenheid. Een week voor de open dag krijgen de deelnemers een aanmoediging via de mail. Na afloop is er een gezellige evaluatieavond”, besluiten ze gezamenlijk hun verhaal.

De Proefschuur

De Proefschuur van Voorne-Putten is een van de nieuwe deelnemers aan de landelijke open dag. De aanloop tot de start van het initiatief duurde een paar jaar. De schuur is in oktober 2017 opgestart en heeft als doel om verse lokale producten te leveren voor de consument dichtbij, via lokale supermarkten en cateraars. ‘Lekker vers & van dichtbij’ is dan ook de slogan waarmee de lokale producten in het winkelschap worden gepromoot.
”We hebben veel voorwerk gedaan om tot een goede basis te komen en het goed en professioneel neer te zetten met mooie stickers op de verpakking en verschillend reclamemateriaal voor in de schappen van de supermarkten. Er doen vijftig bedrijven aan mee in de vorm van een coöperatie”, vertelt Jan Varekamp. Hij is een van de vier initiatiefnemers en omdat op zijn bedrijf ook het logistieke hart van de coöperatie is gehuisvest, stelt hij mede zijn bedrijf open.

Sla en bladgroenten op water

De Proefschuur levert de lokale producten aan vijf supermarkten op Voorne-Putten en Rozenburg. Nog niet aan cateraars. “We zijn bewust eerst met de supermarkten begonnen, om voldoende volume af te kunnen zetten. Het vervoer naar de winkels gebeurt met een eigen bestelbus van de coöperatie. We zijn nog niet begonnen met glasgroenten, omdat deze in de wintermaanden vanwege de teeltwisseling minder beschikbaar zijn. We leveren nu onder andere aardappels, spruiten, kroten, prei en slaproducten. In het voorjaar komen de producten onder glas erbij in het assortiment. De supermarkten zijn enthousiast over het lokale product. Hoe de producten een plaats in de supermarkt krijgen, wordt verschillend opgepakt.”
Kom in de Kas is voor de eilandbewoners dé kans om te zien hoe de lokale producten van dit breed gedragen initiatief worden geproduceerd. Bij Varekamp kunnen bezoekers de teelt van sla en andere bladgroenten op water zien. “We telen de producten in het Dry Hydroponic systeem dat in het Westland mede is ontwikkeld door het Westlandse bedrijf TopCrop. Bij dit systeem blijft het wortelkluitje droog en hangen de wortels in het water”, legt hij uit. Het is een onderdeel van meer plannen die hij voor de nabije toekomst heeft en waarbij ook de korte lijn van product naar consument een rol gaat spelen.

Tekst en beeld: Marleen Arkesteijn