Normaal gesproken werden in de winter tulpen gebroeid in de 14.000 m² grote kwekerij van Jan van Dijk en Bram Bos in Nieuwe Wetering. Daarna volgen de violieren in het voorjaar en trachelium in de zomer en het najaar. Het zijn alle drie mooie, kwalitatief hoogwaardige producten, die goed zijn in te plannen qua teelt en arbeid. Toch namen ze deze winter afscheid van de tulpen en kozen ze voor matricaria.
“We waren ook dit jaar van plan om bollen te gaan planten. We hadden ze besteld, maar ze werden niet volledig geleverd door het natte groeiseizoen. We zouden veel dure bollen moeten bijkopen. In plaats daarvan hebben we de bollen die we al hadden doorverkocht”, vertelt Jan van Dijk (op de foto rechts).
“We zochten op korte termijn een vervanger voor de tulpen, die past in ons teeltschema en voor dezelfde kopersgroep, die zich richt op het hogere marktsement. Dan heb je al wat naamsbekendheid bij deze kopers.” De keuze viel op Matricaria Single Vegmo. De matricaria is geen echt nieuwe teelt. In het verleden hebben ze deze bloemen ook al eens geteeld.
In september, na de trachelium vóór de matricaria volgde dit jaar nog een teelt met leeuwenbekken, van een extra goede kwaliteit. Deze zitten niet vast in het teeltplan.
Schaalvergroting is de echte reden
De beslissing om met de tulpen te stoppen, is goed doordacht. Het natte seizoen en de hoge bolprijzen gaven de doorslag voor de overstap. Belangrijker is de schaalvergroting in de broeierij. “Deze grotere bedrijven investeren in automatisering en mechanisering. Met ons relatief kleine bedrijf kunnen we daar niet in mee. Dat betekent dat onze kostprijs hoger is in vergelijking met die andere bedrijven”, legt de teler uit.
Een derde reden is dat ze, omdat ze minder kunnen mechaniseren in de periode van de tulpenbroeierij, er tijdelijk goede arbeidskrachten bij moeten halen. “Het is sowieso al moeilijk om goede mensen voor tijdelijk erbij te vinden. En uitzendkrachten zijn duur.”
60% lager energieverbruik
Op het gebied van energie is er de afgelopen jaren ongemerkt veel gebeurd. De kosten voor gas, inclusief de heffingskosten vormen een flinke kostenpost. De telers hebben besloten om op een slimme manier te bezuinigen. Van Dijk schat in dat ze sinds 2018 zo’n 60 procent minder energie zijn gaan verbruiken. Daarbij staat het rendement voorop.
“We hebben gekozen voor een laag energieverbruik en een goede kwaliteit. Dus op het moment dat er weinig licht is, houden ze de temperatuur op een laag niveau. Ik heb niet persé haast. Ik ben niet aan het jagen. Onze afspraken met de kopers – groothandel en exporteurs – zijn dat we hen een indicatie geven, wanneer we de producten kunnen leveren.”
De telers hebben hun teeltplan aangepast in later planten in het voorjaar en in het najaar iets eerder stoppen. Dat betekent één in plaats van anderhalve ronde trachelium en violieren. In de winter ligt er daardoor een aantal vakken leeg. Bovendien planten ze in de winter iets ruimer voor een zwaardere kwaliteit bloemen.
Dit heeft meer voordelen. “In de violieren en trachelium stomen we nu nog maar een keer. Eén keer stomen en ruimer planten scheelt zowel in gas als extra arbeid.”
Gewasbescherming
De hoeveelheid beschikbare gewasbeschermingsmiddelen neemt af. Er zijn middelen verdwenen. De telers streven naar een weerbaardere bodem en planten. “We spelen nog beter in op het klimaat, het strooien van bepaalde voedingsstoffen, een goede bodemstructuur en het gebruik van natuurlijke vijanden. Het achterliggende idee: als een plant een goede evenwichtige groei heeft, dan heb je minder last van ziekten en plagen.”
Knelpunt op het gebied van de violieren is valse meeldauw. De hoeveelheid middelen is kleiner. Het is nog belangrijker om de teelt te optimaliseren en de nadruk te leggen op een gezonde plant en een goed klimaat om ziekten te voorkomen.
Tekst: Marleen Arkesteijn