Met de aanschaf van dimbare LED-armaturen met 4-kanaals sturing is kwekerij Lilies of Life in Rijnsburg weer up-to-date. Al bieden de vele mogelijkheden ook nieuwe uitdagingen: “Je kunt hele nieuwe strategieën bedenken zonder te weten wat we missen of wat nodig was. Je moet eigenlijk opnieuw leren telen. Vooral omdat we nog meer lelies van een vierkante meter willen halen. Het is een leuke uitdaging, maar het kost veel tijd”, zegt Gerben Ravensbergen.

Ravensbergen teelt op 3,5 ha LA-hybriden, geurloze lelies, samen met een broer, neef en achterneef. Hij hoort tot de derde generatie telers. De vorige generatie is ooit jaarrond in de lelies begonnen. De eerste generatie teelde al lelies, maar toen nog niet jaarrond. Die begon eind jaren ’80 met SON-T-belichting.
In 2021 zijn ze op 2.000 m² met LED wat proefjes gaan doen. “En dat zag er gewoon heel goed uit. We hadden eigenlijk niet zoveel problemen. En de problemen die er waren konden we, naar ons gevoel, wel tacklen. De afwezigheid van stralingswarmte was onze grootste angst, je gaat daardoor heel anders telen. Je gaat de kas veel dichter houden, meer schermen en de ramen vaker dicht houden. Daardoor blijft het gewas beter op temperatuur.”

Eerste proeven met LED

Ondanks de positieve resultaten van de proef bleven er twijfels over LED-belichting bestaan, vooral in de oudere, lage kas. “Eerst dachten we nog: moeten we onze oude kwekerij opgeven of niet. Het zou eerst een vrij dure installatie worden, omdat we heel veel apparatuur hebben moeten ophangen. Toen kwamen we in gesprek met NLight. Die hebben een armatuur met een veel betere lichtverdeling dan alle bestaande armaturen. Die gaven dezelfde verdeling met minder armaturen: we konden met één streng op 6,40 meter tralie werken. Dat scheelt best veel aan installatiekosten. Minder armaturen betekent ook minder kans dat er iets kapotgaat en minder schaduwwerking. Dankzij deze LED-armaturen hebben we onze oude locatie weer nieuw leven in kunnen blazen.”

Lichtverdeling LED versus SON-T

Afgelopen zomer werden op de nieuwe locatie LED-armaturen opgehangen, van dezelfde leverancier, met ondersteuning van adviesbureau Ledgnd. “Daar was de hoogte niet beperkend, en hebben we gezegd: we gaan het gewoon doen. We draaien nu met 1.000 watt armaturen op onze oudste locatie en met 1.600 watt armaturen in de nieuwere kas. Dan heb je nog minder armaturen nodig. De lens van NLight heeft met circa 65 procent van de armaturen dezelfde verdeling als onze oude SON-T-installatie. Bij ons pakt dat in elk geval goed uit. Of dat ook werkt bij gewassen die meer diepte-instraling nodig hebben, weet ik niet.”

Verrood voor strekking

Ravensbergen koos voor dimbare armaturen met 4-kanaalssturing en een 88-6-6 lichtspectrum (rood-groen-blauw) met 10% extra verrood. Daarmee kan hij alle kleuren apart dimmen en aan- of uitzetten. “Verrood geeft meer strekking. We hebben een aantal cultivars die ’s zomers altijd al aan de korte kant waren, die hebben dat nu in de winter ook en we proberen daar een oplossing voor te vinden. Maar je wilt geen slap gewas, dus ben je continu aan het experimenteren. Daar komt bij dat geen enkele bollenpartij hetzelfde is. De ene week is het donkerder weer dan de andere week, je kunt dus niet zomaar resultaten vergelijken. Dat is wel een uitdaging.”

Belichten per teeltfase

Anders belichten per teeltfase heeft zijn aandacht: “Vroeger was het licht aan of uit, tegenwoordig is dat anders. Als je bollen net hebt geplant, hebben ze geen licht nodig. Als ze opkomen hebben ze nog geen volle bak licht nodig, want dan moeten ze nog een beetje strekken. Daar proberen we van alles in. We beginnen bijvoorbeeld met 30 procent, gaan dan naar 50 procent en later naar 100 procent. Wat we nu anders doen: de plant langzaam aan het licht laten wennen. Vroeger schakelden we per kap op, tegenwoordig schakelen we alles in een keer aan en laten we het licht langzaam opkomen en uitgaan, zoals in de natuur. In de ochtend heb je ander licht dan in de middag. Maar het is nog een zoektocht.”

Terugdimmen of niet

De teler wekt de meeste stroom zelf op met een WKK, mede vanwege gunstige gascontracten. “We kunnen ook stroom uit het net halen. In principe ben ik daar flexibel in, maar heb daar tot nu toe nog nooit wat mee gedaan omdat ons gas tot nu toe goedkoop was. Terugdimmen bij hogere stroomprijzen doen we nu niet, omdat bij ons kwaliteit en aantallen belangrijker zijn dan besparen op stroom. We zijn heel erg marktgericht. Wat kwalitatief het beste is dat doen we. Als de markt inzakt, kunnen we altijd terugschakelen, maar dan moet de temperatuur omlaag. In het begin van de coronatijd hebben we dat voor het laatst een paar weken gedaan. Verder hebben we altijd de visie gehad dat we het vooral in de markt moeten verdienen en niet uitsluitend aan de kostenkant.”

Hogere teeltsnelheid

Dimbare en stuurbare LED-belichting biedt dus kansen, maar maakt lelies telen gecompliceerder, vindt Ravensbergen. “Ik zou willen dat het nog iets eenvoudiger wordt. Het werken met de software vraagt natuurlijk om ervaring. Het is een leuke uitdaging, maar het kost veel tijd. Je komt weer andere dingen tegen die je eerder niet opvielen. Het heeft tot nu toe positieve gevolgen gehad voor onze productkwaliteit. De volgende uitdaging is een hogere teeltsnelheid. We zitten hier in een gebied waar we niet makkelijk kunnen uitbreiden, daarom zie ik de meeste kansen in meer stelen per vierkante meter. Dat is bovendien de grootste kans om het energieverbruik per steel verder te verlagen. Ik kan nog niet zeggen dat ik tevreden ben, maar wel optimistisch.”

Tekst: Mario Bentvelsen