Veel paprikatelers stapten de afgelopen jaren over van steenwol naar kokos- of veenmengsels, om daarmee problemen met Fusarium de kop in te drukken. Zelfstandig onderzoeker Petra van der Goes waarschuwt hen alert te zijn, zeker ten tijde van de teeltwisseling. Volgens haar is ook bij kokos- en veensubstraten namelijk nog een flinke fusariumdruk aanwezig. Zij adviseert daarom om niet zomaar te kiezen voor hergebruik van de substraten en het microbioom zoveel mogelijk aan te vullen voorafgaand aan de teelt.
Het Fusarium oxysporum complex − dat bestaat uit meerdere soorten Fusarium − zorgt al meerdere jaren voor problemen in paprika. Planten verwelken en vallen uiteindelijk uit. “Dit zorgt voor flinke productieverliezen in de teelt”, zegt Petra van der Goes van Plant Quality Solutions. Zij deed de afgelopen jaren onderzoek naar deze schimmel in paprika.
“Een effectief gewasbeschermingsmiddel is er niet, dus telers zoeken naar andere oplossingen. Doordat fusariumsporen vaak worden aangetroffen in zowel het wortelgestel als het drainwater, zijn veel bedrijven meer waterstofperoxide gaan inzetten in hun watersysteem. Dit om het drainwater te zuiveren. Maar hier zit ook een risico aan: dit levert de plant namelijk veel stress op. Hierdoor worden de wortels afgestoten en verwelkt de plant.”
Keuze voor kokos- en veenmengsels
Om af te rekenen met de bodemschimmel maakten veel telers ook de overstap van steenwol naar kokossubstraat of veenmengsels. “Op deze substraten zie je inderdaad minder fusariumproblemen, zeker in het eerste jaar”, zegt Van der Goes. “Maar op bedrijven in Canada zijn ook op kokos al problemen geconstateerd, in het tweede teeltjaar. Daarbij vind je bij kokos- en veensubstraten wel al in het eerste teeltjaar schimmelsporen in het drainwater en rond de wortels.”
Weloverwogen beslissing
Vanuit deze achtergrond waarschuwt zij telers om niet zomaar te kiezen voor hergebruik van deze substraten. Iets dat regelmatig gebeurt vanuit kostenoverwegingen. “Veel ondernemers denken dat ze ‘safe’ zitten met veen en kokos, maar dat is dus zeker niet per definitie het geval. Er blijft druk van Fusarium. Daarom is het zaak om voordat je met de nieuwe teelt start, te laten analyseren hoeveel fusariumsporen er in het substraat zitten. Vind je per gram substraat 100 tot 1.000 sporen, dan is hergebruik riskant. Hiermee sta je aan het begin van de teelt al met 1-0 achter. Er is niet meteen reden tot paniek, maar het is wel zaak om hier rondom de teeltwissel bij stil te staan en een weloverwogen beslissing te nemen.”
Plantje pesten
Van der Goes adviseert om het microbioom van het substraat aan te vullen met biostimulanten en biofungiciden. Dit maakt het gewas weerbaarder tegen de fusariumschimmel. “Wees daarnaast voorzichtig met de inzet van waterstofperoxide. Dat is echt ‘plantje pesten’ en lost uiteindelijk niet zoveel op.”
Tot slot benadrukt zij dat niet alleen hergebruik, maar ook ‘maagdelijk’ substraat aandacht verdient. “Om problemen met Fusarium te voorkomen, is het belangrijk om ook hier het microbioom aan te vullen en op die manier het substraat in balans te brengen.”
Tekst: Ank van Lier











