Sinds vorig jaar test Lans Dinteloord een robot die automatisch planten laat zakken. Vanwege de positieve resultaten wordt het aantal ‘zakrobots’, hoewel nog in ontwikkeling, dit jaar uitgebreid naar vier stuks. Erwin van der Lans: “Het is relatief zwaar en repeterend werk, dat de robot kan overnemen. We hebben nog wel wensen, uiteraard: de snelheid moet omhoog en de planten moeten na het zakken op gelijke hoogte hangen.”

De zakrobot is een uitvinding van start-up Arugga, dat eerder een bestuivingsrobot introduceerde. Twee jaar geleden kwam Lans in contact met het Israëlische bedrijf, waarna meerdere pilots van een week volgden. Operationeel directeur Erwin van der Lans: “Dat ging eigenlijk vanaf het begin vrij goed. Niet per se snel, maar wel goed. Toen dachten wij: dit is misschien wel het moment om er nu al mee te beginnen. De haken met touw hangen statisch op een plek, de robot pakt die haken met een grijparm, draait ze daarna om en haakt ze weer vast aan de draad. Als de robot een haakje laat vallen moet een medewerker helpen, maar dat gebeurt maar heel zelden.”

Zwaar en repeterend werk

Planten laten zakken is relatief zwaar en repeterend werk, dat hoofdzakelijk door mannen wordt gedaan. Alhoewel het in kilogrammen wel verschil maakt of het grove tros, cocktail trostomaten of mini’s betreft.
“Het is net als met hardlopen, als je daarmee begint voel je je benen. Dat is met dit werk ook het geval: je voelt je armen, spieren en handen. Daar hebben robots natuurlijk geen last van. Ze kunnen dit werk ook dag en nacht doen. Ze moeten wel af en toe laden. Wij zijn met één robot begonnen, vlak na de introductie. Vorige maand is de tweede robot erbij gekomen. Dit jaar volgen nog een derde en vierde robot, daarna willen we verder gaan opschalen.”

Samenwerking met Harvest House

De proef bij Lans (88 ha trostomaten, waarvan 60 ha belicht, verdeeld over zeven locaties) is er gekomen op initiatief van hun telerscoöperatie. “We financieren dit project met zijn allen, de telers van Harvest House, ondersteund met SIG&F-subsidie, om zo innovatie te bevorderen en de robotisering binnen de coöperatie en de sector op gang te brengen. De coöperatie wil met hun R&D-programma hierin stappen maken en bedrijven leren te werken met robots. Wat uiteindelijk kan leiden tot de robotisering van een hele kas. Maar zover is het nog lang niet.”

Snelheid versus kwaliteit

De zakrobot heeft het omdraaien van haken en laten zakken van planten inmiddels aardig onder de knie. De planten aan het begin en einde van de rij slaat de robot nog over, omdat deze ‘de bocht om groeien’. Het zou nu te veel tijd kosten om dit te ontwikkelen om het goed te doen. Ook is de robot nog niet in staat om de planten op gelijke hoogte te hangen, wat voor de teler wel een vereiste is, zodat de planten allemaal even veel licht ontvangen.
“Verder moet de snelheid omhoog. Op dit moment doet de robot 19 seconde over een haak, dat is 190 planten per uur. Dit moet naar 600 planten per uur toe in de pilot. Op termijn kan de robot met 16 uur werken per dag 1 ha laten zakken, mede door een grote accu inhoud. “De robot kan nu al sneller werken, maar je wilt ook dat het goed gebeurt.”

Potentiële arbeidsbesparing

Hoeveel arbeidsbesparing de zakrobot gaat opleveren is nog onbekend, maar het kan potentieel flink oplopen als de robot autonoom van pad naar pad kan rijden, denkt de operationeel directeur. “Dan kan de robot op termijn misschien wel 90% van het gewaswerk overnemen. Je kunt het bijvoorbeeld combineren met mensen die de planten indraaien, die ook het werk dat nu niet door de robot gebeurt oppakken. Ander bovenwerk zoals het dieven en snoeien van trossen blijft voorlopig handwerk. Daarvan weten we nog niet zo goed hoe we dat moeten doen met een robot. We zijn ook met Arruga aan het kijken of de planten geautomatiseerd geringd kunnen worden.”

Scout- en oogstrobot

Lans maakt in de praktijk al gebruik van verschillende robots, vooral op logistiek gebied. Zo rijden op het betonpad oogstkarren automatisch van de kas naar de schuur en weer terug. Ook ingeburgerd zijn de spuitrobots die automatisch een pad kunnen in- en uitrijden.
“We zijn momenteel in gesprek met verschillende partijen voor een scoutrobot. Samen met onze coöperatie hebben wij al wel geïnvesteerd in de PATS Trap-Eye voor het tellen van vangplaten en een PATS-C camera voor het detecteren van motten. Dat was stap één. We hopen nu dat er in de kas extra ogen komen, die plagen beter of sneller kunnen zien. Diverse partijen hebben in de afgelopen jaren al flink in allerlei robots geïnvesteerd, die door Harvest House en haar leden op dit moment worden getest en gevalideerd. Zowel voor de teelt, scouting van plagen en − in de toekomst − oogstrobots.”

Personeelstekorten

Robotisering lijkt bij Lans in een stroomversnelling te komen, mede gedreven door een tekort aan personeel en de gestegen arbeidskosten. Nederland heeft in de EU al het hoogste minimumloon. “Het is nu nog te betalen, maar het wordt wel duur. We willen in Nederland blijven produceren, maar het wordt ons wel langzamerhand steeds moeilijker gemaakt, mede door de dure energie en belastingen.”
“Wij hebben maar één doel en dat is gezond product brengen naar de mensen in Nederland en onze buurlanden. Er zijn hier geen expansiemogelijkheden meer. Wij hebben het in Dinteloord nog wel, maar er zijn maar heel weinig plekken in Nederland waar bedrijven kunnen uitbreiden.”

Lange adem

Robotisering is een kwestie van lange adem en vraagt vooral om samenwerking tussen leveranciers en telers. Mensen zullen ook moeten leren met robots om te gaan. Het vraagt ook om andere kennis en vaardigheden. Verder is een redelijke terugverdientijd noodzakelijk om de overstap naar robots aantrekkelijk te maken.
“Zo willen wij een oogstrobot die alleen trossen knipt die geschikt zijn om direct in de kas te verpakken. Trossen met een gescheurde tomaat of neusrot moet deze laten hangen, zodat een medewerker die later mee kan nemen.”

Tekst en beeld: Mario Bentvelsen

 

  • Erwin van der Lans: “Hoeveel arbeidsbesparing de zakrobot gaat opleveren weet ik nog niet, maar het kan potentieel flink oplopen als de robot autonoom van pad naar pad kan rijden.”