De markt voor gewasbeschermingsmiddelen verandert; het productenpakket versmalt en de inzet ervan wordt complexer. Wil je op verantwoorde manier het gewas beschermen met de juiste strategie, dan moet je weten wat de mogelijkheden zijn. Daarom investeert Van Iperen in praktijkgericht onderzoek. Productmanager Biologie en Technisch Specialist GBM/Biologie Guido Halbersma en praktijkgericht onderzoeker Sacha Bakx bij Van Iperen: “Dankzij onderzoek kunnen wij klanten ook in de toekomst van een goed technisch advies voorzien.

Praktijkgericht onderzoek geeft telers antwoord op vragen over gewasbeschermings­­middelen en biologie in combinatie met hun teelt. “Wat telers eraan hebben, verschilt per onderzoek, maar over het algemeen weten ze of ze een middel veilig kunnen toepassen. Of ze bepaalde middelen kunnen combineren en welke beestjes ze het best kunnen inzetten. Wij geven praktische handvatten voor een betere en duurzamere teelt.”

Verbinding

Halbersma: “We hebben de technische kennis en zijn goed op de hoogte van de effectiviteit van de producten. Deze know how zetten we in om onze klanten te helpen bij hun teelt. Een teler wil graag weten hoe het effect is op het gewas en of het gebruik veilig is. Om daarover beter te kunnen adviseren, doen wij praktijkonderzoek bij klanten. Wij onderzochten bijvoorbeeld of het middel Flipper schadelijk is voor montdorensis in chrysant. Ons praktijkgericht onderzoek toetst dus praktische situaties zoals die zich voordoen bij de teler”.
Voorheen was de technisch specialist verantwoordelijk voor het onderzoek, maar sinds april 2019 is Sacha Bakx in dienst. Zij houdt zich volledig bezig met praktijkgericht onderzoek. Bakx: “Dat zegt iets over het belang dat Van Iperen eraan hecht. Met praktijkgericht onderzoek leggen we een verbinding tussen de behoeften van telers en de mogelijkheden van middelen.”

Betrouwbare resultaten

Een vraag voor onderzoek komt meestal vanuit de praktijk bij Bakx terecht. Welke producten kan ik combineren? Welk middel kan ik veilig toepassen in mijn kas? Hoe kan ik op verantwoorde wijze een plaag aanpakken? Welke natuurlijke vijanden kan ik bij deze plaag inzetten? Allemaal vragen waar dankzij onderzoek een antwoord op komt.
“Ik kijk eerst welke informatie al beschikbaar is uit eerder onderzoek en wat de praktijkervaringen zijn”, legt ze uit. “Ook vraag ik informatie op bij de fabrikant. Dan maak ik een onderzoeksplan dat ik bespreek met Guido en vervolgens aan de teler voorleg. Soms voegt hij nog extra onderzoeksvragen toe. De uitdaging is om te zorgen dat het onderzoek zo min mogelijk risico oplevert voor de teler maar wel betrouwbare resultaten oplevert.”
De duur van het onderzoek varieert, maar is meestal twee tot drie weken. “Na het onderzoek verzamel ik alle data, verwerk ik de resultaten en koppel ik deze terug naar telers en collega’s.”

Juiste beslissingen

Vorig jaar onderzocht Van Iperen of een teler een nieuw toegelaten gewasbeschermingsmiddel veilig als spuitmiddel kon inzetten bij open bloemen in chrysanten. Halbersma: “Uit ons onderzoek bleek dat er geen schade aan het gewas optrad bij zeer veel verschillende cultivars. Dat is essentiële informatie voor de teler en adviseur. We onderzochten bijvoorbeeld ook of het veilig is een hulpstof toe te passen in chrysant, roos, gerbera en tomaat. De resultaten verschilden per gewas. Roos is bijvoorbeeld kwetsbaarder dan chrysant.”
Een andere interessante proef deed Bakx aan het einde van de zomer in 2020. “We onderzochten wat het effect was van een groen middel op trips bij chrysanten. We bekeken wekelijks het gewas en konden goed zien wat er gebeurde. De plaag nam af.”

Meer onderzoek naar trips

Van Iperen gaat nog meer onderzoek doen naar de bestrijding van trips. “We denken aan een proef met feromonen in paprika. Maar voor onderzoek heb je trips nodig, dus moeten we wachten tot trips verschijnt.” Volgens Bakx is praktijkgericht onderzoek relevanter voor de teler dan laboratoriumonderzoek. “Ons onderzoek legt de échte effecten bloot. Een teler ziet meteen wat er gebeurt met het gewas en kan dan gefundeerde beslissingen nemen voor de teelt.”