Op het Future Trends & Innovations event in het World Horti Center kwamen afgelopen dinsdag 150 bezoekers luisteren naar en discussiëren over de laatste ontwikkelingen in tuinbouwtechnologie. Veelbelovende technieken kwamen daarbij aan bod, waaronder kunstmatige intelligentie (AI) en deep learning, e-growing, vision systemen, low cost flexibele zonnecellen, siom en robots. Innovatieprofessor Jan van den Ende gaf in zijn key note aan waar kansen liggen voor de tuinbouw.
Vooral AI en deep learning staan momenteel sterk in de belangstelling, al is dat (nog) niet het geval in de agrifoodsector, zei Harm Maters van medeorganisator AVAG in zijn inleiding. Hij verwacht dat dit binnen vijf tot tien jaar wel anders zal zijn. Hij voorspelde ook dat de vraag naar tuinbouwtechnologie zal stijgen van 20 miljard euro in 2015 naar 30 miljard in 2020. Nederland is daarin leidend. Maar de sterke groei van investeringen in AI vinden vooral plaats bij grote tech-bedrijven en start-ups in de VS en in China. Europa blijft daarin achter. AI-adapters hebben een betere winstpositie, blijkt uit onderzoek.
Hybride systemen
Voor de tuinbouw ligt de uitdaging om tijdig op de AI-trend in te springen, zei Maters. “Om disruptie te voorkomen. Al is het niet eenvoudig om er mee te beginnen.” Hij voorspelde dat steden wereldwijd steeds groter en belangrijker zullen worden. “Die gaan steeds meer bepalen wat er in landen gebeurt. Voor het voeden van die megasteden is onder meer AI nodig. Hybride systemen – van low- tot hightech en vertical farming – gaan de toekomst bepalen. Projecten worden groter, marketing is erg belangrijk. Coalitievorming is een must.”
Duurzame innovatie
Key note spreker Jan van den Ende van de Erasmus Universiteit/Rotterdam School of Management en deeltijdprofessor Horticulture Innovation stelde dat innovatie nodig is om leidend te blijven. Hij ziet allereerst kansen voor de tuinbouw in duurzame innovaties, zoals aardwarmte. Ook de Rotterdamse Haven is daar volop mee bezig, zoals energieleverende containers, baggerschepen die varen op LNG en zelfs koraal gaan telen. De baggersector is zijn scope aan het verbreden naar zorg voor de zeebodem, stelde de professor.
Disruptieve innovatie
Een tweede kans voor de tuinbouw is disruptieve innovatie van start-ups. Een probleem bij disruptie is vaak dat managers van gevestigde bedrijven het gevaar niet zien aankomen of zeggen ‘dit gaan wij nooit doen’, tot het een serieuze bedreiging wordt. Dit fenomeen staat ook wel bekend als ‘The Innovator’s Dilemma’ (Model Christensen). Van der Ende noemde daarbij de prijsvechters in de luchtvaartbranche als voorbeeld. Maar ook Airbnb, online nieuwsmedia en McKinsey, dat naast dure consultancy nu ook simpele oplossingen aanbiedt. Ook de Honingtomaten van Looye ziet hij als een disruptieve innovatie, waarbij op smaak wordt geteeld en de productie minder belangrijk is geworden.
Servitization en Industrie 4.0
Naast duurzame en disruptieve innovatie ziet de professor servitization als een kans, waarbij een dienst aan een product wordt gekoppeld of een product ‘as a service’ wordt aangeboden. Philips Lighting doet dit met stadsverlichting. Vanderlande biedt bagagesystemen voor luchthavens, waarbij inmiddels een derde van de inkomstenstroom afkomstig is van diensten. Het open platform 365Farmnet levert diensten aan boeren in Duitsland, waar data naar wens met algoritmen worden bewerkt en gedeeld om er samen wijzer van te worden. Industrie 4.0, waarbij met behulp van ICT producten in de hele keten kunnen worden gevolgd is ook een innovatiekans. Ketenpartners kunnen hierdoor eenvoudiger informatie met elkaar uitwisselen en er ook een stukje beleving aan koppelen voor de eindgebruiker, lees: de consument.
Innovatie management
De professor vervolgde zijn betoog met een beslismodel, waarmee bedrijven die willen innoveren kunnen bepalen of ze wel of niet bij hun innovaties moeten samenwerken met andere partijen. Bij autonome innovatie met bestaande kennis is het meestal slim om dat wel te doen. Systemische innovatie waarbij nieuwe kennis (en patenten) moeten worden ontwikkeld kun je beter zelf doen. In alle andere gevallen raadde hij aan om voorzichtig samen te werken.
Wie als start-up of bestaand bedrijf innoveert zal door een selectieproces (funnel) heen moeten, van (heel veel) ideeën tot levering aan de klant. Het managen van dit proces is een vak apart. Ook is het belangrijk om innovaties goed te spreiden met behulp van portfoliomanagement. Zo steekt Google 70% van zijn investeringen in bestaande diensten (optimalisaties), 20% in uitbreiding van bestaande business (die nieuw is voor het bedrijf) en 10% in disruptieve innovaties (transformatie). Belangrijke vragen bij het managen van innovaties: hoe kies ik mijn projecten en hoe minimaliseer ik de risico’s.
Innoveren voor beginners
Van den Ende adviseerde in de vragenronde om innovaties die dichtbij de bestaande business staan zelf te doen en innovaties die er ver weg van staan in een aparte organisatie. Dat wil zeggen: lean, met een eigen budget, en de zegen van boven. Zijn advies: begin met een simpel product en kijk wat de klant ervan vindt. Ga daarna door met het ontwikkelen van je product en probeer zo snel mogelijk onzekerheid terug te brengen. Pas je aan de marktvraag aan. Ontwikkel je een dienst? Dan kun je niet patenteren. Blijven innoveren is de enige oplossing.
Hierna werden tijdens workshops verschillende veelbelovende technieken behandeld, waaronder AI en deep learning, e-growing, vision systemen, low cost flexibele zonnecellen, siom en robots, waarover later meer op HortiNext.
Tekst: Mario Bentvelsen, beeld: Rolf van Koppen Fotografie