De passie voor de tuinbouw zat er van jongs af aan in bij Thom van Mullekom. Toch aarzelde de jonge Limburger aanvankelijk om daadwerkelijk in het komkommerbedrijf van zijn ouders te stappen. Eind 2019 kwam het er uiteindelijk toch van. Vanaf dat moment raakte de bedrijfsontwikkeling in een stroomversnelling.
Er hangt een feestelijke sfeer bij Multigrow Grashoek op de ochtend dat we Thom van Mullekom spreken. “Eén van onze medewerkers is vandaag de dag precies 25 jaar in dienst”, vertelt hij. “Dat vieren we zo meteen, coronaproof maar wel met een mooie taart en een cadeau. Dat ik komende donderdag mijn 25e verjaardag vier, geeft het geheel een extra bijzonder tintje. De jubilaris heeft me letterlijk zien opgroeien, van baby tot jonge ondernemer.”
Met de paplepel
De jonge ondernemer kreeg de liefde voor de tuinbouw met de paplepel ingegoten en werkte als kind en tiener veelvuldig mee in het familiebedrijf. “Om die reden overwoog ik om naar de HAS te gaan. Maar aangezien ik een echte cijferman ben, koos ik uiteindelijk toch voor een universitaire studie Bedrijfseconomie en een master Finance. Daarna werkte ik een tijd als controller bij een technisch bedrijf. Maar ik voelde dat dit toch niet mijn wereld was, de agrarische sector blééf trekken.”
Eind 2019 ging hij daarom toch thuis aan de slag. “Daarmee kreeg mijn vader Dion gelijk. Die zei altijd: ‘Thom komt wel terug’. Vooral de passie voor de tuinbouwsector en het feit dat een tuinbouwbedrijf veel afwisseling biedt, gaf voor mij de doorslag. Je bent bezig met de teelt, met HR, financiën, energie, et cetera. Daarbij vind ik het prettig om eigen baas te zijn, mijn eigen plan te kunnen trekken. En een rij komkommers snijden, is ook gewoon leuk!”
Eén plus één is drie
Van Mullekom realiseerde zich terdege dat samenwerken met zijn ouders niet altijd even makkelijk zou zijn. “Vooral omdat mijn vader en ik veel op elkaar lijken: we zijn allebei redelijk dominant en kunnen slecht luisteren. Maar een duidelijke taakverdeling helpt om het te laten werken. Mijn vader is vooral de teeltman, terwijl ik meer een manager ben en focus op de financiën en het personeel. Mijn cijfermatige kennis en benadering vormen een goede aanvulling op de teeltkennis en de groene vingers van mijn vader. Deze zaken versterken elkaar, waardoor één plus één daadwerkelijk drie is.”
Door Thoms achtergrond zijn de ondernemers op hun bedrijf, dat 5,75 hectare telt, nu bijvoorbeeld meer bezig met datagestuurd telen. “Denk onder meer aan het nemen van teeltbeslissingen op basis van de lichtinstraling. Op die manier willen we de productie verder optimaliseren. Sturen op harde data, daar ligt naar mijn idee de toekomst en daarin is nog veel te winnen. Dat ziet mijn vader gelukkig ook.”
Aankoop aardbeienbedrijf
Het was aanvankelijk de bedoeling dat de jonge ondernemer eerst een jaar op proef zou meedraaien in het bedrijf. Maar al binnen enkele weken hakte hij definitief de knoop door. “Onze buurman stond namelijk aan de deur, met de vraag of we zijn aardbeienbedrijf van 2,9 hectare plus bijbehorende WKK wilden overnemen. Mijn vader zei meteen dat hij dat niet in zijn eentje ging doen. Toen besloot ik definitief te blijven. De WKK bij het buurbedrijf bood namelijk mogelijkheden om onze energiekosten te beperken, aangezien we hierdoor minder elektriciteit hoeven in te kopen en dus minder hard getroffen worden door de verhoogde ODE. Daarnaast kunnen we de warmte die over is in de aardbeienteelt inzetten in komkommer.”
Hoewel beide bedrijven energietechnisch al aan elkaar zijn gekoppeld, gaan de Van Mullekoms pas vanaf medio volgend jaar zelf aardbeien telen op het buurbedrijf. “De huidige eigenaar maakt me nu wel al wegwijs in de aardbeienteelt. De bedoeling is namelijk dat dit bedrijf echt ‘mijn’ ding wordt, mijn vader blijft zich richten op komkommer”, zegt Van Mullekom. “Waarom we kiezen voor een tweede teelt? Omdat komkommer en aardbei zoals gezegd energietechnisch goed matchen. Daarbij is een stukje risicospreiding nooit verkeerd.”
Strevers
Behalve over risicospreiding denken de ondernemers ook na over schaalvergroting. Sterker nog: eind vorig jaar kochten zij ruim 12 ha grond aan, waar ze in de toekomst nieuw willen bouwen. “Of we dan kiezen voor aardbei of komkommer, een combinatie of juist een hele andere teelt; dat weten we nog niet. De verdere opmars van de robotisering en het datagestuurd telen, maakt het in ieder geval mogelijk om een groter oppervlak te managen. Daarbij willen we mijn jongere zussen en broer ook de kans bieden om in het bedrijf te stappen. En niet te vergeten: een nieuw bedrijf kun je volledig naar eigen inzicht en met de modernste technieken inrichten. Alleen op die manier kun je blijven meedraaien aan de top. En dat is waar zowel mijn ouders als ik op inzetten. We zijn allebei echte strevers. Alleen het beste is goed genoeg.”
Van Mullekom benadrukt dat de nieuwbouw niet op korte termijn zal plaatsvinden. “Vooralsnog ligt de focus op het integreren van het aardbeien- en het komkommerbedrijf en het verder optimaliseren van de komkommerproductie.”
Modus vinden
De ondernemer heeft nog geen moment spijt gehad van zijn keuze om in het familiebedrijf te stappen. “De tuinbouw is nóg breder en gevarieerder dan ik aanvankelijk dacht. En zoals gezegd merk ik dat mijn vader en ik samen echt stappen voorwaarts zetten. Door de kwaliteiten van ons beiden te benutten, weten we het bedrijf naar een hoger plan te tillen.”
De Limburger wil jonge ondernemers die overwegen om in het familiebedrijf te stappen dan ook vooral aansporen om de stap te wagen. “Probeer het gewoon! Natuurlijk, in het begin is het even wennen dat je ouders ook je zakenpartners zijn. Maar daarin vind je meestal snel een modus. Een duidelijke taakverdeling en de ander in zijn waarde laten; dat vormt de sleutel tot een succesvolle samenwerking.”
Tekst en beeld: Ank van Lier